Education

Docenten overschatten formulekennis eerstejaars

De overstap van vwo naar de TU Delft verloopt voor studenten niet geheel probleemloos. De aansluiting zou echter al flink verbeteren als TU-docenten eens het eindexamen vwo zouden inkijken.

/strong>

De komst van het studiehuis heeft, volgens velen, de overstap van vwo naar TU Delft alleen maar moeilijker gemaakt. De slagingspercentages voor de tentamens zijn sindsdien bijvoorbeeld niet beter geworden. Volgens Tessa Vlaanderen (Oras) en Gerbert van der Weijde (Aag), beiden lid van de Studentenraad, is de situatie wat complexer. Vlaanderen: “Bij het Delfts Instellingpakket (DIP) is het tentamen mechanica op een aantal faculteiten slecht verlopen. De tentamenvragen waren op centraal niveau gemaakt. Op de diverse faculteiten was echter niet alle stof behandeld, die in het tentamen aan de orde kwam. Op zo’n moment wordt onterecht naar het studiehuis gewezen, terwijl hier de communicatie tussen de TU-docenten haperde.”

Het is niet zo dat Vlaanderen en Van der Weijde vinden dat er niets mis is tussen de aansluiting vwo en TU Delft. Van der Weijde: “Studenten van het studiehuis hebben minder natuurkunde en wiskunde gehad. Het tempo ligt heel hoog op de TU en het is lastig om die achterstand in te halen. Een docent realiseert zich dat te weinig. Zelf hoorde ik bij de eerste lichting van het studiehuis. Wij hadden een formulekaart en hoefden geen formules uit ons hoofd te leren. De kaart mag je op de TU niet gebruiken. Docenten verwachten ten onrechte dat wij die formules wel kennen en dat geeft problemen op de tentamens.”

Liz Kemp en Merijn Zaat zijn eerstejaars studenten. Kemp studeert civiele techniek en Zaat technische natuurkunde. Ze vinden dat de overstap van vwo naar de TU Delft wel meevalt. Zaat: “Het tempo ligt inderdaad veel hoger. Dat is zeker wennen, maar aan de andere kant is dit een universiteit. Dat betekent dat je wat moet presteren. Wel vind ik het vervelend als een docent in het eerste uur alles rustig uitlegt, ziet dat hij tijd tekort komt, en in het tweede uur in een noodtempo de rest van de stof afraffelt.” Liz ergert zich evenmin aan het hogere tempo. “Het gaat inderdaad veel sneller dan op het vwo, maar daar reken je ook op. Bovendien ben je na een paar maanden aan het tempo gewend.”
Afleidingen

Zaat en Kemp vinden wel dat docenten iets te makkelijk uitgaan van een bepaalde voorkennis bij studenten. Zaat: “Door het studiehuis krijgt niet iedere vwo’er meer dezelfde stof. In mijn groep had een deel differentiaalvergelijkingen gekregen, maar anderen niet. Daar wordt door docenten weinig op gelet. Ze vinden dat iedereen dat maar moet weten. Dat vind ik niet terecht.” Hetzelfde geldt volgens Kemp voor de kennis van formules. Ze liep tegen hetzelfde probleem aan als Van der Weijde: “Die hebben wij nooit uit ons hoofd moeten leren. Bij tentamens gaan docenten ervan uit dat je ze kent. Meestal kom je er via afleidingen wel uit, maar dat kost ontzettend veel tijd.”

Hoe zou de aansluiting tussen vwo en TU Delft kunnen verbeteren? Met verplichte tussentijdse toetsen om te voorkomen dat studenten het studeren te lang uitstellen? De studentenraad is daar geen voorstander van. Vlaanderen: “Het is een kannibaliserend systeem. Studenten gaan zich dan richten op die vakken met tussentijdse toetsen en verwaarlozen de rest.”

Volgens Vlaanderen en Van der Weijde kan de aansluiting vrij eenvoudig verbeterd worden. Van der Weijde: “Docenten zouden eens wat boeken en examens van het vwo moeten bekijken. Dan krijgen ze een indruk van hetgeen de studenten weten en kunnen ze daar hun programma op afstemmen. Verder moeten studenten het studeren iets beter plannen.”

Kemp en Zaat vinden dat ze wel voldoende toetsen hebben. De boeken van de middelbare school hoeven de docenten niet te bekijken, maar wel het eindexamen. Kemp: “Ze weten dan zeker wat behandeld is en kunnen daar met hun college op aansluiten.” Zaat heeft nog een tip: “Als we in de collegebanken aanschuiven, hebben studenten vaak vier maanden vakantie gehad. Je bent dan ook veel kwijt. Dat komt wel terug, als een docent in het begin even een deel herhaalt. Dat gebeurt nergens, docenten beginnen direct hun eigen verhaal te vertellen.”

www.sr.tudelft.nl . .

De overstap van vwo naar de TU Delft verloopt voor studenten niet geheel probleemloos. De aansluiting zou echter al flink verbeteren als TU-docenten eens het eindexamen vwo zouden inkijken.

De komst van het studiehuis heeft, volgens velen, de overstap van vwo naar TU Delft alleen maar moeilijker gemaakt. De slagingspercentages voor de tentamens zijn sindsdien bijvoorbeeld niet beter geworden. Volgens Tessa Vlaanderen (Oras) en Gerbert van der Weijde (Aag), beiden lid van de Studentenraad, is de situatie wat complexer. Vlaanderen: “Bij het Delfts Instellingpakket (DIP) is het tentamen mechanica op een aantal faculteiten slecht verlopen. De tentamenvragen waren op centraal niveau gemaakt. Op de diverse faculteiten was echter niet alle stof behandeld, die in het tentamen aan de orde kwam. Op zo’n moment wordt onterecht naar het studiehuis gewezen, terwijl hier de communicatie tussen de TU-docenten haperde.”

Het is niet zo dat Vlaanderen en Van der Weijde vinden dat er niets mis is tussen de aansluiting vwo en TU Delft. Van der Weijde: “Studenten van het studiehuis hebben minder natuurkunde en wiskunde gehad. Het tempo ligt heel hoog op de TU en het is lastig om die achterstand in te halen. Een docent realiseert zich dat te weinig. Zelf hoorde ik bij de eerste lichting van het studiehuis. Wij hadden een formulekaart en hoefden geen formules uit ons hoofd te leren. De kaart mag je op de TU niet gebruiken. Docenten verwachten ten onrechte dat wij die formules wel kennen en dat geeft problemen op de tentamens.”

Liz Kemp en Merijn Zaat zijn eerstejaars studenten. Kemp studeert civiele techniek en Zaat technische natuurkunde. Ze vinden dat de overstap van vwo naar de TU Delft wel meevalt. Zaat: “Het tempo ligt inderdaad veel hoger. Dat is zeker wennen, maar aan de andere kant is dit een universiteit. Dat betekent dat je wat moet presteren. Wel vind ik het vervelend als een docent in het eerste uur alles rustig uitlegt, ziet dat hij tijd tekort komt, en in het tweede uur in een noodtempo de rest van de stof afraffelt.” Liz ergert zich evenmin aan het hogere tempo. “Het gaat inderdaad veel sneller dan op het vwo, maar daar reken je ook op. Bovendien ben je na een paar maanden aan het tempo gewend.”
Afleidingen

Zaat en Kemp vinden wel dat docenten iets te makkelijk uitgaan van een bepaalde voorkennis bij studenten. Zaat: “Door het studiehuis krijgt niet iedere vwo’er meer dezelfde stof. In mijn groep had een deel differentiaalvergelijkingen gekregen, maar anderen niet. Daar wordt door docenten weinig op gelet. Ze vinden dat iedereen dat maar moet weten. Dat vind ik niet terecht.” Hetzelfde geldt volgens Kemp voor de kennis van formules. Ze liep tegen hetzelfde probleem aan als Van der Weijde: “Die hebben wij nooit uit ons hoofd moeten leren. Bij tentamens gaan docenten ervan uit dat je ze kent. Meestal kom je er via afleidingen wel uit, maar dat kost ontzettend veel tijd.”

Hoe zou de aansluiting tussen vwo en TU Delft kunnen verbeteren? Met verplichte tussentijdse toetsen om te voorkomen dat studenten het studeren te lang uitstellen? De studentenraad is daar geen voorstander van. Vlaanderen: “Het is een kannibaliserend systeem. Studenten gaan zich dan richten op die vakken met tussentijdse toetsen en verwaarlozen de rest.”

Volgens Vlaanderen en Van der Weijde kan de aansluiting vrij eenvoudig verbeterd worden. Van der Weijde: “Docenten zouden eens wat boeken en examens van het vwo moeten bekijken. Dan krijgen ze een indruk van hetgeen de studenten weten en kunnen ze daar hun programma op afstemmen. Verder moeten studenten het studeren iets beter plannen.”

Kemp en Zaat vinden dat ze wel voldoende toetsen hebben. De boeken van de middelbare school hoeven de docenten niet te bekijken, maar wel het eindexamen. Kemp: “Ze weten dan zeker wat behandeld is en kunnen daar met hun college op aansluiten.” Zaat heeft nog een tip: “Als we in de collegebanken aanschuiven, hebben studenten vaak vier maanden vakantie gehad. Je bent dan ook veel kwijt. Dat komt wel terug, als een docent in het begin even een deel herhaalt. Dat gebeurt nergens, docenten beginnen direct hun eigen verhaal te vertellen.”

www.sr.tudelft.nl . .

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.