Education

Dittrich: ‘We hebben te weinig druk op studenten gelegd’

Verschoolsing aan de universiteit? Studenten én universiteiten zijn er debet aan, betoogde VSNU-voorzitter Karl Dittrich gisteren op een symposium aan de TU Delft.


Met het stijgend aantal verplichtingen zoals tussentoetsen, huiswerkklassen en verplichte contacturen verschoolst de TU, vinden veel Delftse studenten. Daarom hielden Oras, Stip, VSSD, SVR en de Vera gisteren een symposium over verschoolsing.


Voor die verschoolsing moeten we niet zozeer naar de universiteit wijzen, betoogde zesdejaars studente Geertje Van Engen. Het begint volgens haar bij de Europese Unie die vindt dat in 2020 de helft van de bevolking hoog opgeleid moet zijn. De Nederlandse overheid stelt daarom eisen aan universiteiten die op hun beurt faculteiten stimuleren de opgelegde doelen te halen. “Waardoor je dus eindeloos veel tussentoetsen en huiswerkklassen krijgt, terwijl het zou moeten gaan om kennis, kritisch denkvermogen en zelfstandigheid.”


Karl Dittrich, voorzitter van universiteitenvereniging VSNU, legde de bal juist deels bij studenten zelf. Zij hadden het er een beetje naar gemaakt in de afgelopen decennia. “De gemiddelde Nederlandse student blinkt niet uit in studie-inzet, die is in Europa steevast het laagst. Studenten zijn relatief weinig betrokken bij hun studie, hebben weinig ambitie.”


Maar universiteiten hadden zeker ook fouten gemaakt. Zo’n tien jaar geleden bedroeg het studierendement 35 procent en de gemiddelde studieduur negen jaar, hield Dittrich de zaal met zo’n honderdvijftig studenten voor. Studenten én universiteiten zijn verantwoordelijk voor een laag studierendement, een laag studiesucces en een lange studieduur. “We hebben te weinig druk op studenten gelegd.”


Dat komt volgens Dittrich doordat er minder prioriteit op onderwijs ligt dan op onderzoek. “Je maakt als universiteitsmedewerker alleen carrière als je publiceert, en nauwelijks als je onderwijs geeft. Wij zijn niet goed genoeg geweest om onderwijs uitdagend te maken. En wij hebben studenten als uniforme populatie gezien, zonder rekening te houden met diversiteit.”


En wat zeker fout was: er is te weinig tijd besteed aan de opleiding van leraren, aldus Dittrich. “In mijn tijd was in het middelbaar onderwijs veertig procent van de docenten gepromoveerd. Nu is veertig procent on- of onderbevoegd om les te geven en is maar twee procent gepromoveerd.”


Minder herkansingen en meer contacturen: dat is volgens Dittrich beter. “Er waren opleidingen met vier tot zes contacturen per week. Dan is het niet gek dat je twintig of minder uren per week studeert. Dat geldt overigens niet voor Delft.”


En nu? “De overheid zal blijven inzetten op zeventig procent rendement, dat is heel normaal”, zei Dittrich. “Nominaal plus anderhalf jaar: dat is mooi met voldoende tijd om er dingen naast te doen. De universiteit moet kijken naar herstel van de balans tussen onderwijs en onderzoek. De publicatiedruk moet omlaag. We moeten de onderwijscarrière vorm geven.”


Collegelid Anka Mulder was het daarmee eens. Wel had ze moeite met de framing van het onderwerp. Ze sprak liever van structuur dan van verschoolsing. “Te veel is niet goed. In het eerste jaar is veel structuur verstandig. Dat zijn we aan onze eerstejaars studenten verplicht. De gemiddelde studieduur gaat nu al omlaag, van 7,2 naar 6,8 jaar. Daar hebben maatregelen als harde knip en bindend studieadvies aan bijgedragen.”

 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.