Campus

‘Die Katelijne is zeker gesjeesd’

,,Met spoed gezocht: ervaren, blonde, goed uitziende zangeres”, luidt een advertentie begin dit jaar in de Telegraaf. Een vriendin maakt haar er op attent.

Katelijne van de Loo, zesdejaars bouwkunde, vertelt: ,,Ik dacht meteen aan een of andere viezerik uit Hilversum, maar ik heb toch even gebeld.”

Als blijkt dat de oproep geplaatst is voor het nieuwe project van Hans van Hemert, de man die onder meer nummers schreef voor Luv en Volcano, wordt ze toch wel nieuwsgierig en ze stuurt wat foto’s, een demo en een biografie op. Twee dagen later gaat de telefoon; of ze de volgende dag even op gesprek kan komen.

Een paar maanden later, in april, komt de eerste single uit van Lily Marlene, de groep waar Van de Loo deel van uitmaakt. De vier blonde dames promoten het dansnummer ‘We can sing, we can dance’ met veertig optredens door het hele land voor de Tros Zomertoer. Tijdens Koninginnedag heeft de band het grootste optreden. Op het Leidseplein staan 24-duizend mensen te kijken. Van de Loo is nog steeds onder de indruk van die ervaring. ,,Dat was gaaf, shit, echt de kick van mijn leven.”

,,Toen ik vier was, moest ik alle eendjes zwemmen in het water leren zingen. Op het gehoor speelde ik dat na op de piano en mijn moeder beweert dat ik dat feilloos deed”, vertelt Van de Loo over haar eerste ervaringen met muziek. Op zesjarige leeftijd gaat ze twee keer per week naar pianoles. ,,Ik speelde vier uur per dag, ik vond het heerlijk. Als er een vriendinnetje op bezoek kwam, terwijl ik zat te spelen, dan kon ik niet stoppen. Ik moest eerst dat stuk afmaken.”

Na dertien jaar les, in de zesde klas van de middelbare school, besluit Van de Loo om bouwkunde te gaan studeren. Ze vindt dat ze muziek beter als hobby naast haar studie kan houden, ook al wil ze ook graag naar de Kleinkunst Academie of het Conservatorium.

Tijdens de kennismakingstijd bij het DSC krijgt ze een grote zangrol in het groenentoneel, de jaarlijkse musical door feuten. Ze valt op tijdens de uitvoeringen van het groenentoneel en de Big Band van het corps vraagt of ze zin heeft om af en toe mee op te treden. Omdat ze in Delft nog geen piano heeft en van zingen ,,toch ook wel een beetje een kick” krijgt, doet ze mee. Luisterend naar jazz, met name Ella Fitzgerald, leert ze zichzelf zingen. Een jaar later wordt ze het gezicht van het Superquintet, dat nummers speelt uit The Real Book en The Jazz Fake Book, twee boeken waar alle bekende jazz-muziek in staat. Deze band wordt een succes en heeft bijna wekelijks optredens.
Rob de Nijs

,,Als beginnend artiest heb je geen ene reet te zeggen. Als we bij producer Hans van Hemert komen met suggesties voor onze liedjes, dan wijst hij naar z’n muur met veertig gouden platenen dan zegt hij: ‘Lieve schatten van me, ik schrijf hier de muziek’.” Daar heeft ze ook wel begrip voor: ,,Die man heeft zichzelf al zo vaak bewezen, hij heeft al meer dan vijf miljoen plaatjes verkocht.”

Volgens Van de Loo draait ‘in het wereldje’ alles om geld, en is het van groot belang om de juiste contacten te hebben: ,,Het is een grote brij van vriendjespolitiek. Je moet ook letten op wat je zegt want alles wordt doorgeroddeld. Maar de meeste gesprekken gaan toch alleen maar over autotelefoons en wijven; het lijkt bijna onderontwikkeld.”

Het contact tussen artiesten onderling noemt ze ‘amicaal’, maar ook daar is ze niet onverdeeld enthousiast over. ,,Wij vieren vinden alles nog spannend, willen met iedereen praten, maar de rest is uitgerookt.” Ze geeft een voorbeeld: ,,Het schijnt dat Rob de Nijs voor elk optreden stemoefeningen doet, ook voor playback-optredens. En toen wij een keer een jingle oefenden in de kleedkamer, kregen we te horen dat we niet zo moesten robdenijsen. Het is net alsof je niet mag laten zien dat je lol hebt in je vak.”

Het contact met de andere zangeressen van Lily Marlene is goed. ,,We zijn echt vriendinnen geworden. We zijn heel eerlijk tegen elkaar en volgens mij is dat de enige manier om een vrouwengroep bij elkaar te houden.”

Die vriendschap is erg belangrijk voor Van de Loo, ook omdat haar omgeving vaak niet begrijpt waar ze mee bezig is. ,,Mensen hebben er vaak weinig begrip voor. Soms hoor ik dat achter mijn rug gezegd wordt ‘Die Katelijne is zeker gesjeesd, wat doet dat kind nu eigenlijk’.” Anderen blijken weer jaloers te zijn. ,,In het begin vond ik dat wel erg. Maar vroeger, op de lagere school, werd ik ook al raar gevonden, omdat ik altijd met klassieke muziek bezig was. Als je iets anders doet dan anderen, zul je altijd kritiek krijgen.”
Beppie

,,We vallen natuurlijk erg op met die blonde koppies. We willen ook wel sexy en vrouwelijk overkomen, maar niet ordinair. We gaan niet het podium op met hoge kaplaarzen of jarretelles.” Volgens Van de Loo komt die instelling ook in de muziek en de manier van dansen tot uitdrukking. ,,We willen onze eigen draai geven aan de muziek. En we doen ook geen steppie van Beppie (demonstreert dit soort danspasjes door afwisselend de ene voet voor de andere te zetten), maar we dansen in hoog tempo.” Ze vindt dat Lily Marlene er in geslaagd is om een zekere klasse uit te stralen. ,,Volgens mij hebben vrouwen daar hele goede voelsprieten voor. En dat we ook succes hebben bij jonge meisjes en oudere vrouwen bewijst voor mij dat we een goede uitstraling hebben.”

,,Het is ons één keer gebeurd dat kerels gingen joelen tijdens een optreden, dat was heel vervelend. In zo’n situatie moet je die mannen van repliek dienen, maar je moet wel diplomatiek blijven, anders wil je publiek je niet meer.” Hoewel ze goed van zich af kan bijten, laat ze dat tijdens een optreden meestal aan een van de andere zangeressen over. ,,Op het podium reageer ik te bot, dus dan hou m’n mond maar. Sowieso moet ik nog leren echt contact te maken met het publiek.”

Opmerkingen dat ze alleen maar een lustobject zou zijn, kan ze goed naast zich neerleggen: ,,Sommigen zien me misschien zo,maar anderen niet, en ik zelf zeker niet. Ik doe waar ik zin in heb en ik ben uit nieuwsgierigheid in dit project gestapt.”
Laura Fygi

Op dit moment heeft ze niet zo veel optredens. Ze legt uit: ,,We zijn een commerciële band, dus er zijn veel mensen die geld aan onze optredens moeten kunnen verdienen. Onze prijs is daarom 4.600 gulden per half uur, inclusief BTW. Als we een hit hebben zijn we dat waard, maar nu is de band niet weg te zetten voor dat geld.”

Een vetpot is Lily Marlene daarom niet. Om rond te komen heeft Van de Loo af en toe een schnabbel met een van haar andere bands, de big band of het Superquintet. Studiefinanciering krijgt ze niet omdat ze zich dit jaar, vanwege de activiteiten met Lily Marlene, als extraneus heeft ingeschreven.

Ze hoopt dat de derde single een top veertig notering wordt, om daarmee naar bijvoorbeeld Japan of de Bahama’s te kunnen. In dat geval staat ze tot maart 1996 onder contract bij Van Hemert. Als dat niet lukt, kan ze een jaar eerder onder het contract uit en dan wil ze een andere richting op.

Vlak nadat ze ‘ja’ had gezegd tegen Lily Marlene hoorde een vriend van haar nichtje, die werkt bij Arcade, opnamen van haar en hij was daar bijzonder enthousiast over. ,,Hij wilde de nieuwe Laura Fygi van mij maken. Ik zie dat soort populaire jazz niet zo zitten, maar solo gaan in jazz is wel mijn grote wens.”

Intussen heeft ze nog een andere aanbieding gekregen. Na een optreden van het Superquintet kwam de beste vriend van de directeur van Polygram in Amerika op haar af. ,,Hij gaf me zijn kaartje en zei: ‘Wat doe je hier nog? Je moet naar Amerika.’ En hij had echt niet gedronken! Dus dat contact probeer ik ook maar warm te houden. Je kunt maar beter op twee paarden wedden.”

Concrete plannen heeft ze nog niet, maar ze is er van overtuigd dat ,,Arcade in ieder geval wel moet lukken”.

Toch wil ze haar studie in ieder geval afmaken. ,,Al is het maar omdat er dan ir. op mijn cd’s staat.”

Saskia Giebels


Katelijne van de Loo: ,,Gaaf, shit, echt de kick van mijn leven”

,,Met spoed gezocht: ervaren, blonde, goed uitziende zangeres”, luidt een advertentie begin dit jaar in de Telegraaf. Een vriendin maakt haar er op attent. Katelijne van de Loo, zesdejaars bouwkunde, vertelt: ,,Ik dacht meteen aan een of andere viezerik uit Hilversum, maar ik heb toch even gebeld.”

Als blijkt dat de oproep geplaatst is voor het nieuwe project van Hans van Hemert, de man die onder meer nummers schreef voor Luv en Volcano, wordt ze toch wel nieuwsgierig en ze stuurt wat foto’s, een demo en een biografie op. Twee dagen later gaat de telefoon; of ze de volgende dag even op gesprek kan komen.

Een paar maanden later, in april, komt de eerste single uit van Lily Marlene, de groep waar Van de Loo deel van uitmaakt. De vier blonde dames promoten het dansnummer ‘We can sing, we can dance’ met veertig optredens door het hele land voor de Tros Zomertoer. Tijdens Koninginnedag heeft de band het grootste optreden. Op het Leidseplein staan 24-duizend mensen te kijken. Van de Loo is nog steeds onder de indruk van die ervaring. ,,Dat was gaaf, shit, echt de kick van mijn leven.”

,,Toen ik vier was, moest ik alle eendjes zwemmen in het water leren zingen. Op het gehoor speelde ik dat na op de piano en mijn moeder beweert dat ik dat feilloos deed”, vertelt Van de Loo over haar eerste ervaringen met muziek. Op zesjarige leeftijd gaat ze twee keer per week naar pianoles. ,,Ik speelde vier uur per dag, ik vond het heerlijk. Als er een vriendinnetje op bezoek kwam, terwijl ik zat te spelen, dan kon ik niet stoppen. Ik moest eerst dat stuk afmaken.”

Na dertien jaar les, in de zesde klas van de middelbare school, besluit Van de Loo om bouwkunde te gaan studeren. Ze vindt dat ze muziek beter als hobby naast haar studie kan houden, ook al wil ze ook graag naar de Kleinkunst Academie of het Conservatorium.

Tijdens de kennismakingstijd bij het DSC krijgt ze een grote zangrol in het groenentoneel, de jaarlijkse musical door feuten. Ze valt op tijdens de uitvoeringen van het groenentoneel en de Big Band van het corps vraagt of ze zin heeft om af en toe mee op te treden. Omdat ze in Delft nog geen piano heeft en van zingen ,,toch ook wel een beetje een kick” krijgt, doet ze mee. Luisterend naar jazz, met name Ella Fitzgerald, leert ze zichzelf zingen. Een jaar later wordt ze het gezicht van het Superquintet, dat nummers speelt uit The Real Book en The Jazz Fake Book, twee boeken waar alle bekende jazz-muziek in staat. Deze band wordt een succes en heeft bijna wekelijks optredens.
Rob de Nijs

,,Als beginnend artiest heb je geen ene reet te zeggen. Als we bij producer Hans van Hemert komen met suggesties voor onze liedjes, dan wijst hij naar z’n muur met veertig gouden platenen dan zegt hij: ‘Lieve schatten van me, ik schrijf hier de muziek’.” Daar heeft ze ook wel begrip voor: ,,Die man heeft zichzelf al zo vaak bewezen, hij heeft al meer dan vijf miljoen plaatjes verkocht.”

Volgens Van de Loo draait ‘in het wereldje’ alles om geld, en is het van groot belang om de juiste contacten te hebben: ,,Het is een grote brij van vriendjespolitiek. Je moet ook letten op wat je zegt want alles wordt doorgeroddeld. Maar de meeste gesprekken gaan toch alleen maar over autotelefoons en wijven; het lijkt bijna onderontwikkeld.”

Het contact tussen artiesten onderling noemt ze ‘amicaal’, maar ook daar is ze niet onverdeeld enthousiast over. ,,Wij vieren vinden alles nog spannend, willen met iedereen praten, maar de rest is uitgerookt.” Ze geeft een voorbeeld: ,,Het schijnt dat Rob de Nijs voor elk optreden stemoefeningen doet, ook voor playback-optredens. En toen wij een keer een jingle oefenden in de kleedkamer, kregen we te horen dat we niet zo moesten robdenijsen. Het is net alsof je niet mag laten zien dat je lol hebt in je vak.”

Het contact met de andere zangeressen van Lily Marlene is goed. ,,We zijn echt vriendinnen geworden. We zijn heel eerlijk tegen elkaar en volgens mij is dat de enige manier om een vrouwengroep bij elkaar te houden.”

Die vriendschap is erg belangrijk voor Van de Loo, ook omdat haar omgeving vaak niet begrijpt waar ze mee bezig is. ,,Mensen hebben er vaak weinig begrip voor. Soms hoor ik dat achter mijn rug gezegd wordt ‘Die Katelijne is zeker gesjeesd, wat doet dat kind nu eigenlijk’.” Anderen blijken weer jaloers te zijn. ,,In het begin vond ik dat wel erg. Maar vroeger, op de lagere school, werd ik ook al raar gevonden, omdat ik altijd met klassieke muziek bezig was. Als je iets anders doet dan anderen, zul je altijd kritiek krijgen.”
Beppie

,,We vallen natuurlijk erg op met die blonde koppies. We willen ook wel sexy en vrouwelijk overkomen, maar niet ordinair. We gaan niet het podium op met hoge kaplaarzen of jarretelles.” Volgens Van de Loo komt die instelling ook in de muziek en de manier van dansen tot uitdrukking. ,,We willen onze eigen draai geven aan de muziek. En we doen ook geen steppie van Beppie (demonstreert dit soort danspasjes door afwisselend de ene voet voor de andere te zetten), maar we dansen in hoog tempo.” Ze vindt dat Lily Marlene er in geslaagd is om een zekere klasse uit te stralen. ,,Volgens mij hebben vrouwen daar hele goede voelsprieten voor. En dat we ook succes hebben bij jonge meisjes en oudere vrouwen bewijst voor mij dat we een goede uitstraling hebben.”

,,Het is ons één keer gebeurd dat kerels gingen joelen tijdens een optreden, dat was heel vervelend. In zo’n situatie moet je die mannen van repliek dienen, maar je moet wel diplomatiek blijven, anders wil je publiek je niet meer.” Hoewel ze goed van zich af kan bijten, laat ze dat tijdens een optreden meestal aan een van de andere zangeressen over. ,,Op het podium reageer ik te bot, dus dan hou m’n mond maar. Sowieso moet ik nog leren echt contact te maken met het publiek.”

Opmerkingen dat ze alleen maar een lustobject zou zijn, kan ze goed naast zich neerleggen: ,,Sommigen zien me misschien zo,maar anderen niet, en ik zelf zeker niet. Ik doe waar ik zin in heb en ik ben uit nieuwsgierigheid in dit project gestapt.”
Laura Fygi

Op dit moment heeft ze niet zo veel optredens. Ze legt uit: ,,We zijn een commerciële band, dus er zijn veel mensen die geld aan onze optredens moeten kunnen verdienen. Onze prijs is daarom 4.600 gulden per half uur, inclusief BTW. Als we een hit hebben zijn we dat waard, maar nu is de band niet weg te zetten voor dat geld.”

Een vetpot is Lily Marlene daarom niet. Om rond te komen heeft Van de Loo af en toe een schnabbel met een van haar andere bands, de big band of het Superquintet. Studiefinanciering krijgt ze niet omdat ze zich dit jaar, vanwege de activiteiten met Lily Marlene, als extraneus heeft ingeschreven.

Ze hoopt dat de derde single een top veertig notering wordt, om daarmee naar bijvoorbeeld Japan of de Bahama’s te kunnen. In dat geval staat ze tot maart 1996 onder contract bij Van Hemert. Als dat niet lukt, kan ze een jaar eerder onder het contract uit en dan wil ze een andere richting op.

Vlak nadat ze ‘ja’ had gezegd tegen Lily Marlene hoorde een vriend van haar nichtje, die werkt bij Arcade, opnamen van haar en hij was daar bijzonder enthousiast over. ,,Hij wilde de nieuwe Laura Fygi van mij maken. Ik zie dat soort populaire jazz niet zo zitten, maar solo gaan in jazz is wel mijn grote wens.”

Intussen heeft ze nog een andere aanbieding gekregen. Na een optreden van het Superquintet kwam de beste vriend van de directeur van Polygram in Amerika op haar af. ,,Hij gaf me zijn kaartje en zei: ‘Wat doe je hier nog? Je moet naar Amerika.’ En hij had echt niet gedronken! Dus dat contact probeer ik ook maar warm te houden. Je kunt maar beter op twee paarden wedden.”

Concrete plannen heeft ze nog niet, maar ze is er van overtuigd dat ,,Arcade in ieder geval wel moet lukken”.

Toch wil ze haar studie in ieder geval afmaken. ,,Al is het maar omdat er dan ir. op mijn cd’s staat.”

Saskia Giebels


Katelijne van de Loo: ,,Gaaf, shit, echt de kick van mijn leven”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.