Science

Desgevraagd: Vulkaanuitbarstingen niet zo zeldzaam

Immense vulkaanuitbarstingen zijn niet zo zeldzaam als men tot voor kort dacht. Dit meldde een vulkaanonderzoeker, die 1,2 miljoen uitbarstingen simuleerde, vorige week in New Scientist.

Het is maar de vraag of de mensheid het opnieuw zou overleven. Zo’n 640 duizend jaar geleden blies de supervulkaan van Yellowstone duizend kubieke kilometer aan vloeibaar gesteente de lucht in. Het was een natuurramp die de verschrikkelijke uitbarsting van de Filippijnse Pinatubo-vulkaan in 1991 (met amper een kubieke kilometer aan uitgespuwde lava) doet verbleken.

De voorgaande keren dat het zo rommelde in Yellowstone was 1,3 en 2 miljoen jaar geleden. Voorlopig houdt de supervulkaan zich dus nog wel koest. Dat zou je denken.

De aan de Universiteit van Bristol en de Universiteit van Geneve verbonden vulkanoloog Luca Caricchi meent dat dergelijke supervulkaanuitbarstingen tien tot honderd maal vaker voorkomen dan tot nog toe gedacht. Dit zei hij vorige week in het populair-wetenschappelijke tijdschrift New Scientist. Caricchi is de eerste auteur van het artikel ‘Frequency and magnitude of volcanic eruptions controlled by magma injection and buoyancy’, dat begin deze maand verscheen in Nature Geoscience.

Vulkaanuitbarstingen zijn meestal het gevolg van de immense druk, die in de ondergrondse magmakamers ontstaat doordat zich daar alsmaar meer magma ophoopt. Bij supervulkanen speelt nog wat anders mee, aldus Caricchi en zijn collega’s, die maar liefst 1,2 miljoen simulaties verrichtten van vulkaanuitbarstingen. Het drijfvermogen van het magma kan daar ook zorgen voor de uitbarsting. Doordat supervulkanen veel grotere magmakamers hebben, krijgt het magma dat zich aan de randen bevindt genoeg tijd om af te koelen en te kristalliseren. Het wordt daardoor zwaarder dan het magma in het binnenste van de kamer. Dat binnenste, lichte, magma gedraagt zich als een ballon dat onderwater wordt gehouden; het wil met alle geweld omhoog.

Vulkaanexpert Andy Hooper is onder de indruk van het onderzoek. “Het is mooi dat ze in hun simulaties de snelheid hebben meegenomen waarmee magma kristalliseert”, aldus de onderzoeker, die onlangs zijn functie als hoogleraar geofysica bij de faculteit CiTG verruilde voor een hoogleraarschap aan de Universiteit van Leeds, maar die nog wel Delftse promovendi begeleidt.

De meeste vulkaanonderzoekers, onder wie ook Hooper, richten zich op relatief korte tijdschaal. Kristallisatie doet er dan niet zoveel toe. Maar als je kijkt naar de tijdschaal waarop supervulkanisme zich afspeelt – honderden duizenden jaren – dan is dat laatste wel van belang. “Met dit onderzoek is een brug geslagen tussen geofysici zoals ik en petrofysici die onderzoek doen naar supervulkanen”, concludeert Hooper.

Hooper vindt het wel wat ver gaan om te concluderen dat supervulkaanerupties tien à honderd maal vaker dan gedacht voorkomen. “Het model van Caricchi is erg gesimplificeerd. Er hangen nog allerlei onzekerheden aan. Verwacht hoe dan ook maar niet dat we zo’n uitbarsting gedurende ons leven zullen meemaken.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.