Nooit eerder werd zo weinig drijfijs gemeten op de Noordpool. Hoogleraar Ocean Physics Peter Wadhams (Cambridge) waarschuwt dat het ijs over vier jaar is verdwenen.
De kranten stonden vol berichten over het snel geslonken drijvende ijs op de Noordpool. Sinds de eerste metingen in 1979 was er nog nooit zo weinig drijfijs. Wadhams voorspelde in The Guardian dat al het drijvende Noordpoolijs over vier jaar verdwenen is.
“Ik denk niet dat het onnodig alarmisme is, maar dat je dit inderdaad kunt verwachten”, zegt dr.ir. Ernst Schrama (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) desgevraagd. Schrama onderzoekt onder meer via de Grace-satellieten de ijsvoorraad op Groenland en Antarctica.
Wadhams waarschuwt voor de gevolgen. “Door de opwarming komen ook broeikasgassen los die opgeslagen liggen in het permafrost. Dat is permanent bevroren grond. Dit veroorzaakt een extra uitstoot van emissies, waardoor het broeikaseffect versterkt wordt en de aarde nog meer opwarmt”, legt Schrama uit.
Dat is zorgwekkend maar zal niet direct tot grote natuurrampen leiden zoals bijvoorbeeld in de film ‘The Day after Tomorrow’. “In die film wordt veel overdreven. Dat is geen wetenschap. Volgend jaar stroomt er niet ineens een vloedgolf van tien meter over Nederland”, zegt Schrama.
“De zeespiegel zal niet direct flink stijgen”, zegt dr. Riccardo Riva (Civiele Techniek en Geowetenschappen). Hij onderzoekt de ijsplaten op Groenland en Antarctica en de invloed daarvan op de zeespiegelstijging. “Groenland is veel relevanter voor het stijgen van de zeespiegel. Drijfijs dat flink slinkt, bevindt zich al in het water. Dat zal daarom een geringe invloed hebben op de zeespiegelstijging.”
Maar Riva en Schrama houden nog een slag om de arm. Want minder wit drijfijs, betekent ook dat minder zonlicht wordt weerkaatst. En daardoor wordt het nog sneller warm. Riva: “Dat beïnvloedt de stroming van de zee en het klimaat. Hoe? Dat moet nog beter onderzocht worden. Doordat er nu zo weinig drijfijs is, moeten er nieuwe modellen worden gemaakt.”
Het drijvende Noordpoolijs wordt onder meer via infrarood en radiometers in kaart gebracht. Infrarood en radiometrie maken onderscheid tussen temperatuurverschillen en geven duidelijk aan of water wel of niet bevroren is.
De Grace-satellieten, waar Schrama en Riva bij betrokken zijn, meten de totale massaverandering van Groenland en Antarctica. Schrama: “Het slinkende drijfijs geeft aan hoe belangrijk een lange reeks metingen met de juiste instrumenten is. Het is daarom zonde dat de huidige Grace-satellieten, die dringend aan vervanging toe zijn, pas in 2017 worden opgevolgd door een nieuwe missie.”
Comments are closed.