Holland PTC, de Delftse protonenkliniek, laat zich niet uit het veld slaan door plotselinge terughoudendheid van zorgverzekeraars.
Die zetten vraagtekens bij de kankertherapie waarbij patiënten worden bestraald met gerichte protonenbundels. Holland PTC hoopt deze maand een vergunning te krijgen van het ministerie van Volksgezondheid.
‘Komst nieuwe kankercentra op losse schroeven’ kopt de Volkskrant op 7 oktober. In het bericht laat zorgverzekeraar Achmea zich kritisch uit over het nut van protonentherapie. Achmea weet zich gesteund door een aantal Nederlandse artsen en een publicatie in het Amerikaanse Journal of the National Cancer Institute. Daaruit zou blijken dat bestraling van tumoren met een gerichte straal protonen op lange termijn niet beter werkt, ondanks de fors hogere kosten.
De zorgverzekeraars overleggen juist nu over de komst van vier protonenklinieken in Nederland. Niet alleen de TU Delft, het Erasmus MC en het LUMC hebben plannen. Ook in Groningen, Amsterdam en Maastricht moeten klinieken komen.
Desgevraagd bevestigt een woordvoerder van Achmea dat de zorgverzekeraars slechts met één protonenkliniek een contract willen afsluiten. Adviseerde het College van Zorgverzekeraars de minister eind 2011 nog om protonentherapie geleidelijk op te nemen in het basispakket, nu stappen ze daar vanaf. Bezuinigingen in de zorg spelen een rol. De zorgverzekeraars vinden dit niet de tijd om dure klinieken te bouwen (samen kosten ze 350 miljoen euro) voor een therapie die in hun ogen onvoldoende bewezen is.
In 2011 wilden de verzekeraars de behandeling vergoeden van 3500 patiënten per jaar. Nu blijft daar dus een kwart of minder van over. Holland PTC denkt jaarlijks zeshonderd patiënten aan te kunnen. Of de Delftse protonenkliniek de goede papieren heeft om uitverkoren te worden door de verzekeraars, is onduidelijk. De Achmea-woordvoerder wil niet zeggen welk consortium de voorkeur heeft. Wel zegt zij: “We moeten dit vanuit Europees perspectief bekijken. Bereikbaarheid speelt een rol.”
Projectleider van Holland PTC Gerda Lourens reageert terughoudend en alleen per e-mail. Zij geeft geen antwoord op de vraag of de Delftse protonenkliniek er niet komt als de zorgverzekeraars voet bij stuk houden en daarna voor een andere kandidaat kiezen. Lourens houdt vast aan een goede afloop: “Op dit moment wachten we op het besluit van het ministerie van VWS over een vergunning. Dat zien wij met vertrouwen tegemoet. Het gezamenlijke initiatief van Erasmus MC (Rotterdam), LUMC (Leiden) en de TU Delft past binnen de criteria van het ministerie, is in een ver gevorderd stadium qua voorbereidingen en is juist vanwege zijn unieke onderzoeksprogramma belangrijk voor de doorontwikkeling van protonentherapie in Nederland. Naar verwachting kunnen we de eerste patiënt in 2016 behandelen.”
Lourens zegt te blijven geloven in het nut van protonentherapie. “Het belangrijkste voordeel is de zeer nauwkeurige en scherp begrensde dosisafgifte. Hierdoor kan een hogere dosis gegeven worden aan relatief ongevoelige of ongunstig gelegen tumoren. Daarnaast zal er een lagere dosis terechtkomen in het omringende gezonde weefsel. Dit is belangrijk in kritische gebieden van het lichaam, zoals de hersenen.”
Comments are closed.