Campus

Delftenaar hoeft geen vet salaris

Het beeld van de Delftse TU-student die voornamelijk ingenieur wil worden met het oog op een vet salaris en een auto die in elk geval over cruise control beschikt, behoeft bijstelling.

Prioriteit van de Delftenaar is het leiden van een prettig leven buiten de werkkring, en de persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. Liever nog dan te bouwen aan een onwrikbare financiële basis en materieel imperium, levert de techneut uit Delft een belangrijke bijdrage aan de gemeenschap of heeft hij werk dat tenminste interessant en uitdagend is.

Die wetenswaardigheden over de ‘botte fietsemaker’ uit Delft blijken uit een grootscheepse enquête onder de naam ‘The European Graduate Survey’, dat de niet mis te verstane ondertitel draagt ‘Monitoring the Leaders of Tomorrow’. Het initiatief van een Zweedse uitgeverij moet instellingen voor hoger onderwijs en het bedrijfsleven meer inzicht geven in de beweegredenen van de Europese academicus. Daartoe zijn studenten geënquêteerd van zeventien Europese universiteiten, waarvan negen met techniek op het menu. Van de zeshonderd Delftse studenten nam bijna veertig procent de moeite het formulier in te vullen.

Daaruit blijkt dat de ondervraagde Delftenaren niet zo nodig langer hoeven te werken dan veertig uur per week, want liever brengen ze met het bijbehorende loonzakje de vrije tijd door met familie en vrienden. Elders is dat wel anders. Duitse en Zwitsere studenten zijn graag bereid lange dagen te maken; wat de Zwitsers betreft overigens niet om het financiële gezin maar vooral ‘om een bijdrage aan de wetenschap te leveren’. Zo zijn de verschillen tussen academici, die elkaar geografisch bijna de hand kunnen geven, wel vaker opmerkelijk. Anders dan in veel andere Europese landen heeft de Delftenaar bijvoorbeeld evenmin behoefte aan socialising met zijn collega’s.

Van de populairste werkgevers in Delft staan Shell, Unilever en Philips aan kop. Vermoedelijke achtergrond daarvan is de voorkeur voor een bedrijf dat perspectief op een carrière in het buitenland biedt. Beheersing van buitenlandse talen wordt niet als belangrijk aangemerkt, maar dat komt waarschijnlijk omdat de Nederlandse student daar meestal al over beschikt en dat daarom niet als een gebrek ervaart.

Van de ondervraagden uit Delft leest 82 procent regelmatig een landelijk dagblad. Actief gebruik van Internet maakt 32 procent van de Delftenaren tegen 43 procent van de Eindhovenaren. Gemiddeld maakt 36 procent van alle ondervraagde Europese studenten gebruik van Internet. (H.O.)

Henk Orsel

Het beeld van de Delftse TU-student die voornamelijk ingenieur wil worden met het oog op een vet salaris en een auto die in elk geval over cruise control beschikt, behoeft bijstelling. Prioriteit van de Delftenaar is het leiden van een prettig leven buiten de werkkring, en de persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. Liever nog dan te bouwen aan een onwrikbare financiële basis en materieel imperium, levert de techneut uit Delft een belangrijke bijdrage aan de gemeenschap of heeft hij werk dat tenminste interessant en uitdagend is.

Die wetenswaardigheden over de ‘botte fietsemaker’ uit Delft blijken uit een grootscheepse enquête onder de naam ‘The European Graduate Survey’, dat de niet mis te verstane ondertitel draagt ‘Monitoring the Leaders of Tomorrow’. Het initiatief van een Zweedse uitgeverij moet instellingen voor hoger onderwijs en het bedrijfsleven meer inzicht geven in de beweegredenen van de Europese academicus. Daartoe zijn studenten geënquêteerd van zeventien Europese universiteiten, waarvan negen met techniek op het menu. Van de zeshonderd Delftse studenten nam bijna veertig procent de moeite het formulier in te vullen.

Daaruit blijkt dat de ondervraagde Delftenaren niet zo nodig langer hoeven te werken dan veertig uur per week, want liever brengen ze met het bijbehorende loonzakje de vrije tijd door met familie en vrienden. Elders is dat wel anders. Duitse en Zwitsere studenten zijn graag bereid lange dagen te maken; wat de Zwitsers betreft overigens niet om het financiële gezin maar vooral ‘om een bijdrage aan de wetenschap te leveren’. Zo zijn de verschillen tussen academici, die elkaar geografisch bijna de hand kunnen geven, wel vaker opmerkelijk. Anders dan in veel andere Europese landen heeft de Delftenaar bijvoorbeeld evenmin behoefte aan socialising met zijn collega’s.

Van de populairste werkgevers in Delft staan Shell, Unilever en Philips aan kop. Vermoedelijke achtergrond daarvan is de voorkeur voor een bedrijf dat perspectief op een carrière in het buitenland biedt. Beheersing van buitenlandse talen wordt niet als belangrijk aangemerkt, maar dat komt waarschijnlijk omdat de Nederlandse student daar meestal al over beschikt en dat daarom niet als een gebrek ervaart.

Van de ondervraagden uit Delft leest 82 procent regelmatig een landelijk dagblad. Actief gebruik van Internet maakt 32 procent van de Delftenaren tegen 43 procent van de Eindhovenaren. Gemiddeld maakt 36 procent van alle ondervraagde Europese studenten gebruik van Internet. (H.O.)

Henk Orsel

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.