Campus

Delft is uitstekend, behalve in enquêtes

Delft scoort jaar na jaar slecht in studentenenquêtes. Wordt er niets verbeterd of verwerken de enquêteurs de verbeteringen niet?

Delft scoort jaar na jaar slecht in studentenenquêtes. Wordt er niets verbeterd of verwerken de enquêteurs de verbeteringen niet?

Voor Delftse bestuurders en docenten is het om gek van te worden. Elk jaar blijken Twentse en Eindhovense studenten tevredener dan de Delftse in de Nipo-enquête van weekblad Elsevier – althans in de onderzochte opleidingen werktuigbouwkunde, elektrotechniek en bouwkunde.

Behalve voor Elsevier onderzocht het Amsterdamse onderzoeksinstituut Nipo ook voor de TU zelf de tevredenheid onder studenten. Bij de in juni gepresenteerde interne enquête leek er zelfs een verbetering op te treden. In de nieuwe Elsevier-enquête van eerder deze maand liggen de gemiddelde scores echter minimaal een half punt lager. Volgens Chantal Mohrmann van het Nipo is er bij de TU-enquête sprake van een andere methode. ,,Voor Elsevier vragen we studenten of ze willen meedoen. Voor de TU hebben we een steekproef gehouden.” Dat kan volgens haar een vertekend beeld geven. Bovendien kan er sprake van ‘sociale wenselijkheid’ in de antwoorden, als de TU zelf een enquête houdt.

TU-ombudsman drs. W.J.M. Knippenberg hecht niet te veel waarde aan de enquêtes. ,,Uit onderzoek van de Volkskrant is gebleken dat Delftse alumni de meest tevreden afgestudeerden van Nederland zijn. Achteraf zijn ze dus wel blij met hun opleiding”, aldus de statisticus van huis uit, die vroeger nog eens het vak How to lie with statistics gedoceerd heeft. ,,Delftse studenten klagen niet zo gauw bij de ombudsman, maar mopperen kunnen ze als de beste en misschien komt dat bij die enquêtes naar boven”, concludeert de ombudsman.
Afspraken


1 illustratie: Gripp

Kan iedereen dan alsnog tevreden achterover leunen? Een ronde langs de in Elsevier beoordeelde opleidingen elektrotechniek, werktuigbouw en bouwkunde levert de gemeenschappelijke reactie op dat er wel degelijk ‘hard aan verbetering wordt gewerkt’. Ook op het TU- hoofdgebouw is men volgens onderwijscoördinator ir. N.W. Graafland druk doende het onderwijs te verbeteren. ,,Het college van bestuur heeft afspraken gemaakt met de decanen over specifieke problemen op de faculteiten. Bijvoorbeeld de nakijktermijn van tentamens bij bouwkunde. Maar ook TU-breed worden er richtlijnen opgesteld, zoals over het aantal jaar dat studenten over hun studie mogen doen. Ook de studentenraad is bij dit overleg betrokken.”

Bij elektrotechniek maakt het opleidingsbestuur zich serieus zorgen. Onderwijsdirecteur dr.ir. J.J. Gerbrands, vindt het ‘heel jammer’ dat Elektrotechniek nooit eens positief in het nieuws komt. ,,Het zijn altijd dezelfde problemen: communicatie tussen student en faculteit en nakijktijden.” Hij piekert over een oplossing. ,,We houden ons al aardig aan de norm van drie weken nakijktermijn, maar misschien moeten wenog meer studentgericht denken en zijn die drie weken te lang”, aldus Gerbrands.

Daar is het bestuur van Stylos, de studievereniging van Bouwkunde het helemaal mee eens. Volgens een woordvoerder ziet de faculteit nu wel in dat de nakijktermijn een zwak punt is. ,,Maar ook de wettelijke termijn van drie weken is erg lang. Dan zit je al bijna halverwege het volgende blok.” Uiteindelijk moest de TU-ombudsman eraan te pas komen om de faculteit tot het nieuwe inzicht te brengen. De faculteit had dat aan kunnen zien komen. Al in 1994 scoorde de opleiding in de jaarlijkse Nipo/Elsevier-enquête een 2,9 voor de tijd dat het nakijken vergde. Daarmee was ze toen de slechtste opleiding in Nederland. Inmiddels is het cijfer opgetrokken naar een 3,5, maar dat is nog geen spectaculaire verbetering. Overigens is de Delftse bouwkunde-opleiding met dat cijfer wel de dubieuze eretitel ‘slechtste van Nederland’ kwijt.
Vernieuwing

Bij werktuigbouwkunde scoort de haalbaarheid van het doctoraal slecht in de laatste Nipo-enquête: een 4,7. Onderwijsdirecteur bij werktuigbouwkunde, dr.ir. S.A. Miedema, vindt echter dat werktuigbouwkunde in Delft niet onder doet voor de andere twee opleidingen in Nederland. Hij heeft ook geen idee waar het slechte cijfer voor de doctoraalhaalbaarheid vandaan komt. ,,Men is blijkbaar bij het Nipo niet op de hoogte van de onderwijsvernieuwingen die we nu doorvoeren.” Een zelfde klacht bij de redactie van de Keuzegids Hoger Onderwijs leverde dit jaar in de gids de opmerking op dat de cijfers niet gelden voor de nieuwe opleiding. Volgens Miedema heeft het Nipo wel vaker moeite met cijfers. ,,In Elsevier staat dat we een studierendement van 17 procent hebben, maar dat schommelt in werkelijkheid rond de 50 procent. Twente en Eindhoven scoren iets beter, maar hun percentages kloppen ook niet. We gaan daarom Elsevier nog benaderen.” Volgens Miedema zou het beter zijn als het Nipo het statistisch jaarboek van de TU zou raadplegen. De cijfers die daarin staan kloppen wel. Zelfs statistiek kan dus beter worden overgelaten aan techneuten.

Delft scoort jaar na jaar slecht in studentenenquêtes. Wordt er niets verbeterd of verwerken de enquêteurs de verbeteringen niet?

Voor Delftse bestuurders en docenten is het om gek van te worden. Elk jaar blijken Twentse en Eindhovense studenten tevredener dan de Delftse in de Nipo-enquête van weekblad Elsevier – althans in de onderzochte opleidingen werktuigbouwkunde, elektrotechniek en bouwkunde.

Behalve voor Elsevier onderzocht het Amsterdamse onderzoeksinstituut Nipo ook voor de TU zelf de tevredenheid onder studenten. Bij de in juni gepresenteerde interne enquête leek er zelfs een verbetering op te treden. In de nieuwe Elsevier-enquête van eerder deze maand liggen de gemiddelde scores echter minimaal een half punt lager. Volgens Chantal Mohrmann van het Nipo is er bij de TU-enquête sprake van een andere methode. ,,Voor Elsevier vragen we studenten of ze willen meedoen. Voor de TU hebben we een steekproef gehouden.” Dat kan volgens haar een vertekend beeld geven. Bovendien kan er sprake van ‘sociale wenselijkheid’ in de antwoorden, als de TU zelf een enquête houdt.

TU-ombudsman drs. W.J.M. Knippenberg hecht niet te veel waarde aan de enquêtes. ,,Uit onderzoek van de Volkskrant is gebleken dat Delftse alumni de meest tevreden afgestudeerden van Nederland zijn. Achteraf zijn ze dus wel blij met hun opleiding”, aldus de statisticus van huis uit, die vroeger nog eens het vak How to lie with statistics gedoceerd heeft. ,,Delftse studenten klagen niet zo gauw bij de ombudsman, maar mopperen kunnen ze als de beste en misschien komt dat bij die enquêtes naar boven”, concludeert de ombudsman.
Afspraken


1 illustratie: Gripp

Kan iedereen dan alsnog tevreden achterover leunen? Een ronde langs de in Elsevier beoordeelde opleidingen elektrotechniek, werktuigbouw en bouwkunde levert de gemeenschappelijke reactie op dat er wel degelijk ‘hard aan verbetering wordt gewerkt’. Ook op het TU- hoofdgebouw is men volgens onderwijscoördinator ir. N.W. Graafland druk doende het onderwijs te verbeteren. ,,Het college van bestuur heeft afspraken gemaakt met de decanen over specifieke problemen op de faculteiten. Bijvoorbeeld de nakijktermijn van tentamens bij bouwkunde. Maar ook TU-breed worden er richtlijnen opgesteld, zoals over het aantal jaar dat studenten over hun studie mogen doen. Ook de studentenraad is bij dit overleg betrokken.”

Bij elektrotechniek maakt het opleidingsbestuur zich serieus zorgen. Onderwijsdirecteur dr.ir. J.J. Gerbrands, vindt het ‘heel jammer’ dat Elektrotechniek nooit eens positief in het nieuws komt. ,,Het zijn altijd dezelfde problemen: communicatie tussen student en faculteit en nakijktijden.” Hij piekert over een oplossing. ,,We houden ons al aardig aan de norm van drie weken nakijktermijn, maar misschien moeten wenog meer studentgericht denken en zijn die drie weken te lang”, aldus Gerbrands.

Daar is het bestuur van Stylos, de studievereniging van Bouwkunde het helemaal mee eens. Volgens een woordvoerder ziet de faculteit nu wel in dat de nakijktermijn een zwak punt is. ,,Maar ook de wettelijke termijn van drie weken is erg lang. Dan zit je al bijna halverwege het volgende blok.” Uiteindelijk moest de TU-ombudsman eraan te pas komen om de faculteit tot het nieuwe inzicht te brengen. De faculteit had dat aan kunnen zien komen. Al in 1994 scoorde de opleiding in de jaarlijkse Nipo/Elsevier-enquête een 2,9 voor de tijd dat het nakijken vergde. Daarmee was ze toen de slechtste opleiding in Nederland. Inmiddels is het cijfer opgetrokken naar een 3,5, maar dat is nog geen spectaculaire verbetering. Overigens is de Delftse bouwkunde-opleiding met dat cijfer wel de dubieuze eretitel ‘slechtste van Nederland’ kwijt.
Vernieuwing

Bij werktuigbouwkunde scoort de haalbaarheid van het doctoraal slecht in de laatste Nipo-enquête: een 4,7. Onderwijsdirecteur bij werktuigbouwkunde, dr.ir. S.A. Miedema, vindt echter dat werktuigbouwkunde in Delft niet onder doet voor de andere twee opleidingen in Nederland. Hij heeft ook geen idee waar het slechte cijfer voor de doctoraalhaalbaarheid vandaan komt. ,,Men is blijkbaar bij het Nipo niet op de hoogte van de onderwijsvernieuwingen die we nu doorvoeren.” Een zelfde klacht bij de redactie van de Keuzegids Hoger Onderwijs leverde dit jaar in de gids de opmerking op dat de cijfers niet gelden voor de nieuwe opleiding. Volgens Miedema heeft het Nipo wel vaker moeite met cijfers. ,,In Elsevier staat dat we een studierendement van 17 procent hebben, maar dat schommelt in werkelijkheid rond de 50 procent. Twente en Eindhoven scoren iets beter, maar hun percentages kloppen ook niet. We gaan daarom Elsevier nog benaderen.” Volgens Miedema zou het beter zijn als het Nipo het statistisch jaarboek van de TU zou raadplegen. De cijfers die daarin staan kloppen wel. Zelfs statistiek kan dus beter worden overgelaten aan techneuten.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.