Education

Deelname aan Europees onderzoek stijgt

Delft en Wageningen zijn koplopers waar het gaat om deelname aan onderzoekprogramma’s van de Europese Unie (EU). Ze zitten elk in bijna tweehonderdvijftig projecten.

br />
Steeds meer bedrijven en instellingen vinden de weg naar de Brusselse onderzoeksubsidies. Volgens een rapport van het instituut Merit gaat het sinds 1988 al om 5419 Nederlandse deelnames aan onderzoeksprojecten. De universiteiten nemen eenderde of bijna 1800 van die deelnames voor hun rekening.

De Landbouw-universiteit in Wageningen loopt voorop met 245 EU-projecten. De TU Delft is goede tweede met 230 deelnames. Maar ook elke algemene universiteit met een bètafaculteit deed mee aan minstens honderd Europese projecten. Per deelname gaat het gemiddeld om ongeveer een kwart miljoen gulden.

Voor een goede ranglijst van ‘Europees actieve’ universiteiten moet eigenlijk de omvang van de instellingen meegeteld worden. Met cijfers van de VSNU is die weging eenvoudig te maken. Wageningen blijkt dan de absolute topper, met 27 EU-projecten per honderd onderzoekers in 1995. Daarna volgen de TU’s met scores rond de vijftien en de algemene universiteiten met een bètafaculteit met tien of elf projecten. Groningen is een relatieve achterblijver.

De meeste Europese onderzoekprogramma’s zijn gericht op innovatie in de industrie en de agro-sector. Vooral de programma’s voor milieu-, informatie- en biotechnologie zijn van belang voor de Nederlandse universiteiten. Daarnaast is er een algemeen beurzenprogramma voor onderzoekers, waaraan Nederlanders tweehonderd keer meededen. (HOP/FS)

Delft en Wageningen zijn koplopers waar het gaat om deelname aan onderzoekprogramma’s van de Europese Unie (EU). Ze zitten elk in bijna tweehonderdvijftig projecten.

Steeds meer bedrijven en instellingen vinden de weg naar de Brusselse onderzoeksubsidies. Volgens een rapport van het instituut Merit gaat het sinds 1988 al om 5419 Nederlandse deelnames aan onderzoeksprojecten. De universiteiten nemen eenderde of bijna 1800 van die deelnames voor hun rekening.

De Landbouw-universiteit in Wageningen loopt voorop met 245 EU-projecten. De TU Delft is goede tweede met 230 deelnames. Maar ook elke algemene universiteit met een bètafaculteit deed mee aan minstens honderd Europese projecten. Per deelname gaat het gemiddeld om ongeveer een kwart miljoen gulden.

Voor een goede ranglijst van ‘Europees actieve’ universiteiten moet eigenlijk de omvang van de instellingen meegeteld worden. Met cijfers van de VSNU is die weging eenvoudig te maken. Wageningen blijkt dan de absolute topper, met 27 EU-projecten per honderd onderzoekers in 1995. Daarna volgen de TU’s met scores rond de vijftien en de algemene universiteiten met een bètafaculteit met tien of elf projecten. Groningen is een relatieve achterblijver.

De meeste Europese onderzoekprogramma’s zijn gericht op innovatie in de industrie en de agro-sector. Vooral de programma’s voor milieu-, informatie- en biotechnologie zijn van belang voor de Nederlandse universiteiten. Daarnaast is er een algemeen beurzenprogramma voor onderzoekers, waaraan Nederlanders tweehonderd keer meededen. (HOP/FS)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.