Of je gemotiveerd bent en je meer kunt dan ‘alleen sommen maken’ telt bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek vanaf deze week mee bij de selectie van internationale eerstejaars studenten.
L&R vroeg internationale studenten een curriculum vitae te leveren en daarbij ook te vermelden wat ze buiten hun studie doen. Deze brieven worden gescreend door een team van drie medewerkers: een hoogleraar, een senior docent en onderwijsdirecteur Aldert Kamp.
De selectie is subjectief, geeft Kamp toe, maar de teamleden kijken elk – onafhankelijk van elkaar – naar vier aspecten. Het gaat om de motivatie om luchtvaart- en ruimtevaarttechniek te studeren en de reden om speciaal naar Delft en Nederland te willen.
Het derde aspect betreft aanwijzingen of iemand meer kan dan alleen sommen maken. “Kan een student het leven in een ander land aan?”, zegt Kamp. “Maakt hij contacten?” Dat wil het team beoordelen aan de hand van extra-curriculaire activiteiten.
Het vierde punt is de academische performance van de kandidaat. Ofwel: cijfers. Of dat wettelijk gezien mag, is volgens Kamp nog niet helemaal zeker. “Dat ligt nog bij juridische zaken.” Selectie op basis van cijfers gebeurt immers al bij centrale selectie, ofwel loting. Volgens Kamp is dit vierde punt ‘niet de doorslaggevende factor’.
De teamleden geven onafhankelijk van elkaar voor elk van de vier criteria punten: op onderdelen één punt, twee punten of drie punten. Die scores zijn gelijk gewogen, aldus Kamp. Doet een kandidaat bijvoorbeeld aan sport en heeft hij een hobby, dan kan hij tweemaal een punt krijgen. “Als hij ook nog eens symposia organiseert, krijgt hij bijvoorbeeld drie punten.”
Bij L&R geldt voor komend collegejaar een numerus fixus van 440 eerstejaars studenten. Normaliter bestaat ongeveer en kwart van de aanmeldingen uit internationale studenten. Na de selectie wil de faculteit op ditzelfde percentage uitkomen. Daarom selecteert L&R nu twintig procent, ofwel 88 internationale studenten. Zij die buiten de boot vallen, mogen immers weer meedoen met de loting.
Tot 8 januari hadden zich zo’n 135 internationale studenten gemeld. Iets meer dan voor het instellen van de numerus fixus. Kamp verwacht dat dit aantal oploopt tot honderdvijftig.
De werkdruk bij het wetenschappelijk personeel is hoog en zal de komende jaren verder toenemen, maakt de ondernemingsraad (or) op uit een eigen analyse van TU-statistieken. Onderwijs, onderzoek, acquisitie en projectbeheer moeten daarom efficiënter, vindt de or.
Ze bestudeerde statistieken van de ontwikkeling van aantallen studenten, promovendi, en de omvang van het wetenschappelijk personeel (wp). Daarbij blijkt dat het aantal studenten en promovendi harder is gestegen dan de wetenschappelijke staf. Daar komt bij dat de TU bezuinigt op student-assistenten. ‘Dit is opvallend, omdat zij juist een grote rol spelen bij het begeleiden van practica en projecten’, schrijft de or in een advies aan het college van bestuur (cvb).
De or signaleert ook andere oorzaken van de toegenomen werkdruk. Zo zijn op een aantal faculteiten docenten als tutor aangesteld met het oog op het bindend studieadvies en kost het extra tijd om een vak in het Engels aan te bieden. De or stelt verder dat van het wp steeds meer scholing wordt geëist. Het moet bijvoorbeeld een basiskwalificatie onderwijs halen en eventueel een cursus Engelse taalvaardigheid volgen.
Daarbij moet het wp al zijn relevantie informatie op Blackboard plaatsen, digitaal onderwijsmateriaal ontwikkelen en ict in het onderwijs leren gebruiken. Ook moet de wetenschappelijke staf cijfers zelf invoeren in Osiris, en heeft de invoering van een centrale collegezalenpool tot gevolg dat docenten op verschillende locaties onderwijs moet geven en dus meer reistijd hebben.
Verder moet steeds meer onderzoek gefinancierd worden uit de tweede en de derde geldstroom. Daarvoor moet wetenschappelijk personeel voorstellen schrijven, acquisitie doen en tijdschrijven. En dat alles met minder ondersteunend personeel dan voor de reorganisatie OOD uit 2005.
Daar komt de herijking nog eens overheen. “Een deel van de wp-staf zal niet worden vervangen. Het is niet aannemelijk dat al hun taken ook vervallen. Dit betekent dat de overgebleven taken door het zittend personeel gedaan moeten worden”, schrijft de or. De ondernemingsraad pleit in haar advies niet voor meer wp, maar wel voor efficiënter werken. Ze vindt onder meer dat extra geïnvesteerd moet worden in digitalisering van het onderwijsmateriaal en dat digitale hulpmiddelen zoveel mogelijk samen met andere technische universiteiten ontwikkeld moeten worden. Ook het schrappen van keuzevakken verlaagt de werkdruk, vindt de or, net als het cvb. Dat schrappen moet volgens de or niet alleen gebeuren op basis van aantallen inschrijvingen, maar ook op basis van andere eisen als efficiency en actualiteit, om wp-staf niet te demotiveren.
De or adviseert verder om promovendi masterstudenten te laten begeleiden. En wp-ers moeten beter geschoold worden ‘in het efficiënt beheren van onderzoeksprojecten’. Ook moet worden onderzocht of ‘de kosten van penvoerderschap van bijvoorbeeld EU-projecten wel opwegen tegen de baten’. “Op basis van dit onderzoek moet de TU Delft prioriteiten stellen”, aldus de or. Rector Luyben zegt eerst te willen nadenken en overleggen voordat hij reageert.
Comments are closed.