Campus

‘De volgende stap is een intelligent systeem’

Op het congres van het instituut voor luchtvaartsoftware en technologie Asti over vliegende robots verzorgde prof.dr. Konstantin Kondak de opening. Zelf werkt hij in Berlijn met een groep samenwerkende helikopters. Wat kunnen we verder nog verwachten?

U gebruikt helikopters als vliegende robots. Wat kunnen die zoal?
”Ze kunnen ongeveer 30 minuten in de lucht blijven, met een maximale snelheid van 50 kilometer per uur. Ze wegen 10 tot 25 kilo met een lading van 2/10 kilo.”

Wat voor opdrachten kunt u ze geven?
”De missies zijn gebaseerd op twee verschillende vaardigheden. De eerste is survival, waarbij ze met hun sensors gegevens uit de omgeving opnemen en verwerken. De andere is het transporteren van een lading, wat erg handig is, ook al is het gewicht beperkt.”

Geeft u eens wat toepassingen?
”Voor de filmindustrie is het belangrijk dat een robot kan reageren op de omgeving, en de actie vanuit elke hoek in kan beeld brengen. Zo werken we aan vliegende camera’s die automatisch een object kunnen volgen voor het filmen van autoraces. Maar ook de belangstelling voor ladingtransport neemt toe.”

Waarvoor dan?
”De belangrijkste toepassing is de plaatsing van een draadloos netwerk van sensors. Daarmee kun je informatie verzamelen van duizend verschillende plekken tegelijk. De sensors kunnen camera’s zijn, temperatuurmeters of CO2-meters. Dat maakt niet uit, maar de vraag is hoe je zo’n netwerk opstelt in een rampgebied of in een gevaarlijk terrein. En daar zijn helikoperrobots uitstekend geschikt voor.”

Wat is hun zwakke punt?
”De grootste uitdaging is waarneming van de omgeving, het herkennen van obstakels en het vermijden van botsingen. Dat geldt niet alleen voor vliegende robots, maar voor alle robots.”

Maar vliegende robots zijn sneller, wat het probleem misschien nijpender maakt.
”Ze zijn snel, maar helikopters kunnen ook langzaam vliegen. Ik zie de hoge snelheid niet als belangrijkste probleem. Want daar staat een grote wendbaarheid tegenover. Ons probleem is dat we geen betrouwbare informatie kunnen krijgen over de omgeving. Dat is de uitdaging. Een andere kwestie is de ontwikkeling van intelligent gedrag. Nu werken we aan relatief eenvoudige zaken als stabilisatie, navigatie en het ontwijken van obstakels. Maar de volgende stap is een intelligent systeem.”

Bijvoorbeeld?
”Nou, ik zou als operator van een vliegende camera niet het hele pad willen programmeren. Ik zou willen dat ik de robot zo toe kan spreken zoals een filmregisseur dat met mij doet. En dat is een probleem, want we hebben geen idee hoe we dat moeten doen.”

Dat de robot nog meer autonoom wordt?
”Meer autonoom, maar bovendien meer intelligent. In staat om onze complexere taal te begrijpen.”

U bent nog jong, misschien lukt het u nog.
”Dank u wel.” 

www.emav09.org

Industrieel ontwerpers, modeontwerpers, architecten; uit alle takken van de designindustrie waren mensen afgereisd naar Hongkong, waar van 8 tot 13 december ‘s werelds grootste designevenement plaatsvond.
Nederland was dit jaar officieel eregast. Zo’n driehonderd Nederlanders togen in het kielzog van staatsecretaris Frank Heemskerk van economische zaken naar Hongkong. Onder hen bekende namen als architect Winy Maas, ontwerper Marcel Wanders en lingerieontwerpster Marlies Dekkers. Ze hopen voet aan de grond krijgen in China.
“De TU was samen met de branche­organisaties de penvoerder van de Nederlandse delegatie”, vertelt prof.dr.ir. Daan van Eijk van Indus­trieel Ontwerpen. Dat is volgens hem zo gekomen doordat de IO’er zelf al vier jaar een sterke band heeft met de Hongkong Polytechnic University, die nauw betrokken is bij het evenement. Als blijk van waardering voor zijn werk, kreeg Van Eijk van zijn Chinese collega’s een gasthoogleraarschap aangeboden.
De TU was prominent aanwezig. Zo gaf collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg een lezing en presenteerde prof.dr. Wubbo Ockels van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek zijn Superbus-concept.
Ook Bouwkunde was present. De faculteit organiseerde in de aanloop naar het congres een workshop ‘Hongkong Fantasy’. Daarin moesten zestig Nederlandse en Chinese bouwkundestudenten een ontwerp bedenken voor een duurzamer Hongkong.
“Met onze inzet hopen we kansen te creëren voor Delftse alumni”, zegt Van Eijk. “Veel afgestudeerden willen kantoren openen in China. Door een teamspeler te zijn op het wereldtoneel kunnen we hen goede perspectieven bieden. Hongkong is een springplank. De komende jaren willen we ons gaan richten op Sjanghai en Beijing.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.