Science

Is de TU ook een promotie fabriek?

Tilburg University zou buitensporig veel buitenpromovendi een bul laten behalen en daarmee veel promotiepremies binnenslepen. Hoe zit dat in Delft?

Vorige maand kwam Tilburg University in opspraak na een radioreportage van Argos die de universiteit afschildert als een ‘promotiefabriek’. Tilburg University zou buitensporig veel buitenpromovendi een bul laten behalen en daarmee tegen relatief lage kosten honderden promotiepremies van de overheid binnenslepen. Deze onthulling roept de vraag op of deze praktijken ook elders plaatsvinden.


Een probleem is dat veel universiteiten weinig tot geen zicht hebben op hun externe promovendi. Ook de zogeheten buitenpromovendi vallen binnen deze groep. Zij doen hun onderzoek op eigen kosten en in eigen tijd, vaak als hobby. Pas wanneer een proefschrift klaar is en de verdediging gepland, weet de universiteit van hun promotie af.


Kleinste groep

In Delft is dat sinds 2012 anders. “Elke promovendus is bij de start van zijn of haar onderzoek bij ons bekend. We hebben inzicht in het aantal promovendi, weten aan welke faculteit zij promoveren en wie hun begeleiders zijn ”, vertelt Tijl Spanjers, process manager van het TU Delft Graduate School Office. “Met dit systeem lopen we ver voor op andere universiteiten.”


Wat volgens Spanjers helpt om misstanden te voorkomen, is dat de TU sinds 2012 aan iedere promovendus dezelfde eisen stelt, zoals het doorlopen van het doctoraal onderwijsprogramma en een ontwikkelingscyclus van vier jaar bestaande uit vaste afspraken en evaluatiemomenten. Voor 2012 stelde de TU minder eisen voor externe promovendi.


Vorig jaar telde de TU Delft 2800 promovendi, van wie 1270 (45 procent) externen. Dat zijn lang niet allemaal buitenpromovendi, de groep die nu ter discussie is komen te staan. De zogeheten bursalen vormen de grootste categorie: bijna een kwart van de totale promovendipopulatie. Bursalen zijn promovendi die worden gefinancierd door een beurs afkomstig van de universiteit zelf of van een andere organisaties zoals de Europese Unie, Nederlandse, buitenlandse universiteiten en stichtingen.


Daarnaast zijn er nog promovendi die werken voor een externe werkgever zoals een bedrijf of een onderzoeksinstelling. Eén op de zeven Delftse promovendi valt binnen deze categorie. De kleinste groep waren in 2017 de 171 buitenpromovendi (6 procent).


TBM valt op

De praktijken in Tilburg betreffen dus met name deze laatste categorie. Een klein aantal hoogleraren zou groot aantal buitenpromovendi begeleiden. Zo was één hoogleraar tussen 2010 en 2016 verantwoordelijk voor 77 promoties. Ter vergelijking: de TU Delft had in diezelfde periode een totale instroom van 209 buitenpromovendi.


Opvallend aan de TU Delft is in die periode wel de hoge instroom van buitenpromovendi bij de faculteit Techniek Bestuur en Management (TBM): 67 ten opzichte van 5 tot 21 bij andere faculteiten. Janine Drevijn, coördinator van TBM Graduate School, heeft daar een verklaring voor. “Onderzoek bij TBM is inherent verbonden met organisaties en industrieën.”


Het totale aantal buitenpromovendi bij TBM nam sinds 2011 wel met een derde af van 263 naar 171 in 2017. Drevijn noemt de verhoogde eisen aan externe promovendi en de invoering van het collegegeld als verklaringen voor deze krimp.


Waarborgen voor kwaliteit

Door het nieuws uit Tilburg heeft onder andere Tweede Kamerlid Frank Futselaar (SP) de zorg geuit over de kwaliteit van proefschriften. In principe moeten commissies en reglementen de onafhankelijkheid en kwaliteit van promoties in Delft waarborgen, vertelt Stella van der Meulen, senior-adviseur van de TU Delft Graduate School. “Tegelijk blijft een universiteit een op vertrouwen gebaseerd systeem. Wij gaan ervan uit dat ons wetenschappelijke personeel voldoet aan een hoge mate van kwaliteit en integriteit en we geven hen dus veel de ruimte. Dat laat onverlet dat de TU Delft nog extra waarborgen heeft.” Voorbeelden daarvan zijn het doctoraal onderwijsprogramma, de ontwikkelingscyclus en het vier-ogen-principe dat in 2018 van kracht is gegaan en dat moet garanderen dat elke promovendus tenminste twee begeleiders heeft.  


Het bedrag dat een universiteit ontvangt voor een afgeronde promotie hangt af van de totale Rijksbijdrage aan onderzoek. In 2018 krijgt een universiteit 77.436 euro per afgeronde promotie. Deze bijdrage wordt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet gezien als directe vergoeding voor de onderzoekskosten maar als onderdeel van het totale bekostigingsmodel aan universiteiten. Vastgesteld is, dat de rijksbijdrage voor onderzoek aan een universiteit deels wordt verdeeld aan de hand van het aantal relatieve promoties.  


Contributie en bench fee

De TU Delft vraagt daarbij sinds 2014 ‘contributie’ aan elke promovendus. Die contributie bestaat uit een eenmalig collegegeld van maximaal tienduizend euro voor begeleiding en een zogeheten bench fee voor promovendi die gebruik zullen maken van bijvoorbeeld een werkplek of laboratoria. Wie al deze kosten betaalt – de TU Delft, een werkgever, een beurs of de promovendus zelf – hangt af van het soort promovendus.


Vooruitlopend op de invoering van bovenstaande contributie heeft de TU Delft geprobeerd een kostenoverzicht van een promotietraject te maken. De verschillen per promotieonderzoek bleken toen te groot om tot één raming te komen, vertelt Van der Meulen. Wel is het aannemelijk dat een buitenpromovendus, die geen eigen werkplek heeft, de TU minder zal kosten dan bijvoorbeeld een bursaal, die vaak fulltime op de TU werkt en volledig meedraait met een afdeling. Hoe dan ook, zou er volgens Van der Meulen geen financiële prikkel mogen zijn om een externe promovendus binnen te halen. “Een afdeling neemt een promovendus aan wanneer het onderzoek binnen die afdeling past en er genoeg ruimte is voor begeleiding.”


Lees hier wat het Promovendi Netwerk Nederland vindt van de omgang van universiteiten met buitenpromovendi.


Susanne Verstegen / Student, columnist en freelancer voor Delta

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.