Science

De spin in het web van eco-design

‘Als een spin in het web’ voelt prof.dr.ir. J.C. Brezet zich in de sectie milieukunde van Industrieel Ontwerpen. Aan tal van milieuprogramma’s levert de sectie een bijdrage.

Zijn vakgebied heeft de wind van de tijdgeest mee en trekt veel studenten aan. Vanwege die drukte liet zijn intreerede ruim drie jaar op zich wachten. Woensdag 10 januari was het eindelijk zover.

,,Ik ben erg tevreden over mijn studenten”, pocht Brezet. ,,Ze zijn kritisch over het milieu, kritisch over de lesstof en ze werken hard. Dat moet ook wel, want mijn vak is allang geen pretvak meer. Ik beloon de studenten daarom op het laatste college altijd met een saxofoonserenade. Ja, echt: ik heb ooit nog een tijd samen met de jongens van ‘het groot niet te vermijden…’ gespeeld!”

Die uitstap is deel van Brezets grote omweg vanaf voltooiing van de studie elektrotechniek, via sociologie, de Erasmus Universiteit, de Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek en zijn eigen bedrijf voor toegepaste milieu-economie naar de faculteit Industrieel Ontwerpen, waar hij zich bezighoudt met ‘eco-design’.


Figuur 1 Milieueconoom Brezet beloont zijn studenten op het laatste college met een saxofoonserenade

Brezet: ,,Ik zie deze faculteit als de schakel tussen de markt en de andere Delftse studies. We hebben goede contacten met andere faculteiten, en bij de recente landelijke milieuprojecten is onze sectie iedere keer betrokken. We zitten hier als een spin in ‘t web. Het enige minpuntje is het gebouw: alle creatieve inspanningen worden weggestopt in achteraf-kamertjes. We missen de uitstraling van een opleiding als de Italiaanse Domus-academie. En waar is het Delftse brainpark? We laten kansen liggen.”
Milieuwinst

Het zijn inzichten die Brezet heeft verworven in de afgelopen drie jaar, de tijd waarin hij zijn sectie milieukundige produktontwikkeling (MPO) opzette. In de sectie worden naast elkaar twee onderzoekslijnen opgezet. Voor de korte termijn worden er hulpmiddelen (zoals databases of analyseschema’s) ontwikkeld voor ontwerpers die de milieubelasting van hun produkten willen verminderen. Daarmee moet snel te realiseren milieuwinst behaald worden.

Brezet: ,,Dit soort hulpmiddelen wordt in toenemende mate geautomatiseerd. We ontwikkelen zelf bijvoorbeeld een database met milieugegevens van materialen en proberen daar informatie over produktietechnieken, kostprijs en dergelijke aan toe te voegen. Alleen zulke snel toepasbare informatie wordt door ontwerpers gebruikt.”

Naast de ontwikkeling van hulpmiddelen is er voor de lange termijn een onderzoekslijn gestart naar nieuwe concepten, bijvoorbeeld combinaties van produkten en diensten. Hoewel dat voor de faculteit een nieuw terrein is, blijkt het tot nu toe goed in het vakgebied inpasbaar.

Brezet: ,,Er is een afstudeerder geweest die een concept vangezamenlijk autogebruik, vergelijkbaar met Call-a-car, heeft ontworpen. Het ontwerpen van een dienst volgens het bij IO gebruikte produktinnovatiemodel bleek zeer goed mogelijk. ”
China

De sectie MPO is internationaal bekend. Elke maand komt er wel een groep buitenlanders op bezoek voor een stoomcursus milieukundig ontwerpen. Vaak komen ze uit Derde Wereld-landen. Er zijn enorme mogelijkheden op dit terrein, denkt Brezet: ,,Die landen willen exporteren en krijgen dan te maken met onze milieu-eisen. Soms geeft dat problemen, maar er liggen ook veel kansen. Duurzaam verbouwde jute uit India bijvoorbeeld kan worden toegepast in autostoelen, meubels of kleding. Twee van mijn afstudeerders gaan naar China om voor kantoorinrichter Ahrend een project te doen met duurzame materialen voor kantoormeubels. Tegelijkertijd dragen ze daar de MPO-kennis van Ahrend over. Eigenlijk zou voor zoiets een overheidsprogramma moeten zijn, maar het ministerie van ontwikkelingssamenwerking heeft weinig aandacht voor produktontwikkeling.”

Beter te spreken is Brezet over de ministeries van Economische Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieu (VROM). De opmerkingen die Brezet in zijn intreerede maakte over VROM klonken kritisch maar waren opbouwend bedoeld, verzekert Brezet.

,,Het ministerie heeft een paar goede plannen op het gebied van produktontwikkeling, en die ondersteun ik. De produkt-informatieplicht bijvoorbeeld is een prima idee dat echt uitgevoerd moet worden. Ik heb alleen gezegd dat samenwerking binnen Europa nodig is om dubbel werk te voorkomen. En ik heb de tip gegeven om toch vooral eerst met het innovatieve deel van de industrie samen te werken. Als je voortrekkers hebt volgt de rest uiteindelijk wel”, weet Brezet uit ervaring. ,,Dat hebben we intussen wel geleerd. Want we hebben al heel wat projecten gedaan. Al proberen we onszelf te beperken. Dat is misschien wel het moeilijkst van alles, maar het moet. Als je alles door elkaar doet, verlies je je identiteit.”

Matthieu Gielen

‘Als een spin in het web’ voelt prof.dr.ir. J.C. Brezet zich in de sectie milieukunde van Industrieel Ontwerpen. Aan tal van milieuprogramma’s levert de sectie een bijdrage. Zijn vakgebied heeft de wind van de tijdgeest mee en trekt veel studenten aan. Vanwege die drukte liet zijn intreerede ruim drie jaar op zich wachten. Woensdag 10 januari was het eindelijk zover.

,,Ik ben erg tevreden over mijn studenten”, pocht Brezet. ,,Ze zijn kritisch over het milieu, kritisch over de lesstof en ze werken hard. Dat moet ook wel, want mijn vak is allang geen pretvak meer. Ik beloon de studenten daarom op het laatste college altijd met een saxofoonserenade. Ja, echt: ik heb ooit nog een tijd samen met de jongens van ‘het groot niet te vermijden…’ gespeeld!”

Die uitstap is deel van Brezets grote omweg vanaf voltooiing van de studie elektrotechniek, via sociologie, de Erasmus Universiteit, de Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek en zijn eigen bedrijf voor toegepaste milieu-economie naar de faculteit Industrieel Ontwerpen, waar hij zich bezighoudt met ‘eco-design’.


Figuur 1 Milieueconoom Brezet beloont zijn studenten op het laatste college met een saxofoonserenade

Brezet: ,,Ik zie deze faculteit als de schakel tussen de markt en de andere Delftse studies. We hebben goede contacten met andere faculteiten, en bij de recente landelijke milieuprojecten is onze sectie iedere keer betrokken. We zitten hier als een spin in ‘t web. Het enige minpuntje is het gebouw: alle creatieve inspanningen worden weggestopt in achteraf-kamertjes. We missen de uitstraling van een opleiding als de Italiaanse Domus-academie. En waar is het Delftse brainpark? We laten kansen liggen.”
Milieuwinst

Het zijn inzichten die Brezet heeft verworven in de afgelopen drie jaar, de tijd waarin hij zijn sectie milieukundige produktontwikkeling (MPO) opzette. In de sectie worden naast elkaar twee onderzoekslijnen opgezet. Voor de korte termijn worden er hulpmiddelen (zoals databases of analyseschema’s) ontwikkeld voor ontwerpers die de milieubelasting van hun produkten willen verminderen. Daarmee moet snel te realiseren milieuwinst behaald worden.

Brezet: ,,Dit soort hulpmiddelen wordt in toenemende mate geautomatiseerd. We ontwikkelen zelf bijvoorbeeld een database met milieugegevens van materialen en proberen daar informatie over produktietechnieken, kostprijs en dergelijke aan toe te voegen. Alleen zulke snel toepasbare informatie wordt door ontwerpers gebruikt.”

Naast de ontwikkeling van hulpmiddelen is er voor de lange termijn een onderzoekslijn gestart naar nieuwe concepten, bijvoorbeeld combinaties van produkten en diensten. Hoewel dat voor de faculteit een nieuw terrein is, blijkt het tot nu toe goed in het vakgebied inpasbaar.

Brezet: ,,Er is een afstudeerder geweest die een concept vangezamenlijk autogebruik, vergelijkbaar met Call-a-car, heeft ontworpen. Het ontwerpen van een dienst volgens het bij IO gebruikte produktinnovatiemodel bleek zeer goed mogelijk. ”
China

De sectie MPO is internationaal bekend. Elke maand komt er wel een groep buitenlanders op bezoek voor een stoomcursus milieukundig ontwerpen. Vaak komen ze uit Derde Wereld-landen. Er zijn enorme mogelijkheden op dit terrein, denkt Brezet: ,,Die landen willen exporteren en krijgen dan te maken met onze milieu-eisen. Soms geeft dat problemen, maar er liggen ook veel kansen. Duurzaam verbouwde jute uit India bijvoorbeeld kan worden toegepast in autostoelen, meubels of kleding. Twee van mijn afstudeerders gaan naar China om voor kantoorinrichter Ahrend een project te doen met duurzame materialen voor kantoormeubels. Tegelijkertijd dragen ze daar de MPO-kennis van Ahrend over. Eigenlijk zou voor zoiets een overheidsprogramma moeten zijn, maar het ministerie van ontwikkelingssamenwerking heeft weinig aandacht voor produktontwikkeling.”

Beter te spreken is Brezet over de ministeries van Economische Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieu (VROM). De opmerkingen die Brezet in zijn intreerede maakte over VROM klonken kritisch maar waren opbouwend bedoeld, verzekert Brezet.

,,Het ministerie heeft een paar goede plannen op het gebied van produktontwikkeling, en die ondersteun ik. De produkt-informatieplicht bijvoorbeeld is een prima idee dat echt uitgevoerd moet worden. Ik heb alleen gezegd dat samenwerking binnen Europa nodig is om dubbel werk te voorkomen. En ik heb de tip gegeven om toch vooral eerst met het innovatieve deel van de industrie samen te werken. Als je voortrekkers hebt volgt de rest uiteindelijk wel”, weet Brezet uit ervaring. ,,Dat hebben we intussen wel geleerd. Want we hebben al heel wat projecten gedaan. Al proberen we onszelf te beperken. Dat is misschien wel het moeilijkst van alles, maar het moet. Als je alles door elkaar doet, verlies je je identiteit.”

Matthieu Gielen

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.