Campus

De rebelse architectuur van Team 10

Weg met de functionele architectuur! was de boodschap van het eigenzinnige Team 10 begin jaren vijftig. Hun eerste overzichtstentoonstelling (1953-1981) is nu te zien in het Nederlands Architectuurinstituut (NAi).

Op het negende Congrés Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM) in 1953 opende een groep ‘angry young men’ de frontale aanval op de naoorlogse architectuur. Bij de wederopbouw was te onzorgvuldig gebouwd. Mensen moesten weer centraal staan in de ontwerpen, stelden ze. De architecten van CIAM waren onder de indruk: de rebellen mochten het volgende (tiende) congres organiseren. Team 10 was geboren.

“De modernisering na de tweede wereldoorlog maakte van het bouwen een technische aangelegenheid”, zegt prof.ir. Max Risselada van Bouwkunde, die de tentoonstelling ‘utopie van het heden’ mede samenstelde. “De nieuwe wooncomplexen zorgden voor vervreemding. Dat stelde Team 10 aan de orde.”

Delft is sinds lange tijd verbonden met het gedachtegoed van deze ploeg. Vooraanstaande leden Aldo van Eyck (1918-1999) en Jaap Bakema (1914-1981) waren hoogleraar aan de TU. Risselada was een van hun leerlingen.

De jonge architecten, waar ook Peter Smithson en Giancarlo DeCarlo bij hoorden, gruwden van gebouwen die lukraak in de steden werden neergezet. Architecten dienden rekening te houden met de context . waar een gebouw kwam te staan en door wie het zou worden gebruikt. “Van Eyck en Bakema vroegen zich af hoe een bewoner de wereld toe kan eigenen,” zegt Risselada. “Het weeshuis van Aldo van Eyck in Amsterdam is een goed voorbeeld, omdat Van Eyck bouwde met een thematiek van herhalingen.” Het weeshuis (1955-1960) bestaat uit verschillende gebouwen die met de randen aan elkaar grenzen. Zo ontstaan er binnenplaatsen met tuinen en terrassen, waar kinderen kunnen spelen. Door de grote ramen valt in elke kamer licht naar binnen.

Kinderen keren vaak terug in de ontwerpen van Team 10. De vervreemding te lijf gaan, begon door kinderen weer buiten te laten spelen, stelde Van Eyck, die verschillende speelplaatsen ontwierp in Amsterdam. “The playground as core and extension of the doorstep.”

De tentoonstelling geeft een rijk overzicht: naast schetsen en foto’s van bijeenkomsten (‘family meetings’), zijn er maquettes te zien en artikelen van de teamleden te lezen. Hoogtepunten zijn videobeelden van Van Eyck en Bakema, waarin de oude meesters zelf aan het woord zijn.

Minder geslaagde gebouwen van leden van Team 10, zoals de sociale woningbouw, ontbreken niet. “Die gebouwen verdienen geen schoonheidsprijs”, zegt Risselada. “Maar de druk van de aannemer die de nieuwe technologie goedkoop wilde gebruiken, was vaak te groot.”

De Lijnbaan in Rotterdam werd lange tijd wel als een van de successen van Team 10 beschouwd. “De autovrije Lijnbaan gaf voetgangers een plek terug in de stad,” zegt Risselada. “Vrije tijd en consumeren stonden er centraal. Maar dat is verloren gegaan. De Lijnbaan verloedert, door het eenzijdige winkelaanbod. Het is steeds minder een plek voor ontmoetingen geworden.”

De teloorgang van de Lijnbaan staat symbool voor de afnemende invloed van Team 10, die al voor de opheffing (1981) inzette. “Team 10 kreeg tot een paar jaar geleden weinig aandacht”, zegt Risselada. “Maar dat verandert. Ik mis tegenwoordig vooral de kritische houding van Team 10. Er wordt te weinig gediscussieerd; te veel artikelen beamen wat anderen hebben geschreven, maar misschien is dat het verhaal van een oude man. Ik hoop dat door deze tentoonstelling Team 10 weer als voorbeeld dient voor een komende generatie.”

Op het negende Congrés Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM) in 1953 opende een groep ‘angry young men’ de frontale aanval op de naoorlogse architectuur. Bij de wederopbouw was te onzorgvuldig gebouwd. Mensen moesten weer centraal staan in de ontwerpen, stelden ze. De architecten van CIAM waren onder de indruk: de rebellen mochten het volgende (tiende) congres organiseren. Team 10 was geboren.

“De modernisering na de tweede wereldoorlog maakte van het bouwen een technische aangelegenheid”, zegt prof.ir. Max Risselada van Bouwkunde, die de tentoonstelling ‘utopie van het heden’ mede samenstelde. “De nieuwe wooncomplexen zorgden voor vervreemding. Dat stelde Team 10 aan de orde.”

Delft is sinds lange tijd verbonden met het gedachtegoed van deze ploeg. Vooraanstaande leden Aldo van Eyck (1918-1999) en Jaap Bakema (1914-1981) waren hoogleraar aan de TU. Risselada was een van hun leerlingen.

De jonge architecten, waar ook Peter Smithson en Giancarlo DeCarlo bij hoorden, gruwden van gebouwen die lukraak in de steden werden neergezet. Architecten dienden rekening te houden met de context . waar een gebouw kwam te staan en door wie het zou worden gebruikt. “Van Eyck en Bakema vroegen zich af hoe een bewoner de wereld toe kan eigenen,” zegt Risselada. “Het weeshuis van Aldo van Eyck in Amsterdam is een goed voorbeeld, omdat Van Eyck bouwde met een thematiek van herhalingen.” Het weeshuis (1955-1960) bestaat uit verschillende gebouwen die met de randen aan elkaar grenzen. Zo ontstaan er binnenplaatsen met tuinen en terrassen, waar kinderen kunnen spelen. Door de grote ramen valt in elke kamer licht naar binnen.

Kinderen keren vaak terug in de ontwerpen van Team 10. De vervreemding te lijf gaan, begon door kinderen weer buiten te laten spelen, stelde Van Eyck, die verschillende speelplaatsen ontwierp in Amsterdam. “The playground as core and extension of the doorstep.”

De tentoonstelling geeft een rijk overzicht: naast schetsen en foto’s van bijeenkomsten (‘family meetings’), zijn er maquettes te zien en artikelen van de teamleden te lezen. Hoogtepunten zijn videobeelden van Van Eyck en Bakema, waarin de oude meesters zelf aan het woord zijn.

Minder geslaagde gebouwen van leden van Team 10, zoals de sociale woningbouw, ontbreken niet. “Die gebouwen verdienen geen schoonheidsprijs”, zegt Risselada. “Maar de druk van de aannemer die de nieuwe technologie goedkoop wilde gebruiken, was vaak te groot.”

De Lijnbaan in Rotterdam werd lange tijd wel als een van de successen van Team 10 beschouwd. “De autovrije Lijnbaan gaf voetgangers een plek terug in de stad,” zegt Risselada. “Vrije tijd en consumeren stonden er centraal. Maar dat is verloren gegaan. De Lijnbaan verloedert, door het eenzijdige winkelaanbod. Het is steeds minder een plek voor ontmoetingen geworden.”

De teloorgang van de Lijnbaan staat symbool voor de afnemende invloed van Team 10, die al voor de opheffing (1981) inzette. “Team 10 kreeg tot een paar jaar geleden weinig aandacht”, zegt Risselada. “Maar dat verandert. Ik mis tegenwoordig vooral de kritische houding van Team 10. Er wordt te weinig gediscussieerd; te veel artikelen beamen wat anderen hebben geschreven, maar misschien is dat het verhaal van een oude man. Ik hoop dat door deze tentoonstelling Team 10 weer als voorbeeld dient voor een komende generatie.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.