Education

De oneindige discussie over kernenergie

Iedereen heeft een mening over kernenergie. De grote zaal van Speakers was vorige week dan ook tot de nok toe gevuld met voor- en tegenstanders, studenten en experts.

Tijdens een discussieavond van Studium Generale probeerde de directeur van het Reactor Instituut Delft en een deskundige van Greenpeace het publiek te overtuigen van de voor- en nadelen van kernenergie.

Het is niet verrassend dat prof.dr.ir. Tim van der Hagen, hoogleraar reactorfysica, kernenergie als dé schone energiebron van de toekomst ziet, terwijl dr. Rianne Teule, stralingsexpert bij Greenpeace, onoverkomelijke problemen ziet.

Van der Hagen speelt een thuiswedstrijd en mag de spits afbijten. Met een vlotte babbel vliegt hij langs de geschiedenis en de techniek van kernenergie. Hij zet Nederland neer als de grote achterloper. In een tabel met de wereldverdeling van alle 440 kerncentrales, staat Nederland, met alleen Borssele, onderaan tussen landen als Armenië, Slovenië en Litouwen. De hierop volgende grinnik uit de zaal, maakt hem nog zelfverzekerder.

Van der Hagen benadrukt natuurlijk ook hoe goed, bijna overdreven goed, kerncentrales beveiligd zijn. Hij neemt alvast een voorschot op de techniek en vertelt over een nieuwe generatie kerncentrales die de twijfels over het kernafval wegnemen. Hij toont grafieken die laten zien dat de straling al na 250 jaar is afgebroken in plaats van de meestal genoemde 240 duizend jaar. En het gaat om zo’n minuscuul hoopje, dat we dat makkelijk kunnen inpakken en 250 jaar onder de grond kunnen stoppen.

Als je zijn verhaal hoort, denk je inderdaad dat we in Nederland gek zijn als we niet meteen tien van die centrales bouwen. Maar Teule heeft dit verhaal met kromme tenen aangehoord en toont graag de keerzijde van de medaille.

Ook zij heeft het idee dat de zaal is gevuld met voorstanders en begint haar betoog nogal onzeker. Teule probeert het publiek op haar hand te krijgen met foto’s van verminkte kinderen in Tsjernobyl, en door te laten zien hoe makkelijk kernafval in verkeerde handen terecht kan komen. Als ze aankomt bij het punt kernafval, krijgt Teule de zaal pas mee en deelt ze rake klappen uit. Die grafiekjes van Van der Hagen zijn allemaal leuk bedacht, maar die manier van afvalwerking wordt nog nergens toegepast, onthult ze. Het huidige kernafval is dus wel pas over 240 duizend jaar afgebroken. En het is ook niet zo weinig. Als we in Nederland uitsluitend kernenergie zouden gebruiken, levert dat volgens Van der Haagen slechts twee kubieke centimeter afval per persoon per jaar op, bijna niets dus. Maar als je dit omrekent naar wereldschaal en naar zijn genoemde opslagtijd van 250 jaar, komt dat neer op drie miljoen kubieke meter. En met de nu geldende afbraaktijden is dat zelfs bijna drie kubieke kilometer, of te wel 1,1 miljoen olympische zwembaden. Is dat nog steeds verwaarloosbaar?

Irene de Bel

(Illustratie: Floris Wiegerinck)

Iedereen heeft een mening over kernenergie. De grote zaal van Speakers was vorige week dan ook tot de nok toe gevuld met voor- en tegenstanders, studenten en experts. Tijdens een discussieavond van Studium Generale probeerde de directeur van het Reactor Instituut Delft en een deskundige van Greenpeace het publiek te overtuigen van de voor- en nadelen van kernenergie.

Het is niet verrassend dat prof.dr.ir. Tim van der Hagen, hoogleraar reactorfysica, kernenergie als dé schone energiebron van de toekomst ziet, terwijl dr. Rianne Teule, stralingsexpert bij Greenpeace, onoverkomelijke problemen ziet.

Van der Hagen speelt een thuiswedstrijd en mag de spits afbijten. Met een vlotte babbel vliegt hij langs de geschiedenis en de techniek van kernenergie. Hij zet Nederland neer als de grote achterloper. In een tabel met de wereldverdeling van alle 440 kerncentrales, staat Nederland, met alleen Borssele, onderaan tussen landen als Armenië, Slovenië en Litouwen. De hierop volgende grinnik uit de zaal, maakt hem nog zelfverzekerder.

Van der Hagen benadrukt natuurlijk ook hoe goed, bijna overdreven goed, kerncentrales beveiligd zijn. Hij neemt alvast een voorschot op de techniek en vertelt over een nieuwe generatie kerncentrales die de twijfels over het kernafval wegnemen. Hij toont grafieken die laten zien dat de straling al na 250 jaar is afgebroken in plaats van de meestal genoemde 240 duizend jaar. En het gaat om zo’n minuscuul hoopje, dat we dat makkelijk kunnen inpakken en 250 jaar onder de grond kunnen stoppen.

Als je zijn verhaal hoort, denk je inderdaad dat we in Nederland gek zijn als we niet meteen tien van die centrales bouwen. Maar Teule heeft dit verhaal met kromme tenen aangehoord en toont graag de keerzijde van de medaille.

Ook zij heeft het idee dat de zaal is gevuld met voorstanders en begint haar betoog nogal onzeker. Teule probeert het publiek op haar hand te krijgen met foto’s van verminkte kinderen in Tsjernobyl, en door te laten zien hoe makkelijk kernafval in verkeerde handen terecht kan komen. Als ze aankomt bij het punt kernafval, krijgt Teule de zaal pas mee en deelt ze rake klappen uit. Die grafiekjes van Van der Hagen zijn allemaal leuk bedacht, maar die manier van afvalwerking wordt nog nergens toegepast, onthult ze. Het huidige kernafval is dus wel pas over 240 duizend jaar afgebroken. En het is ook niet zo weinig. Als we in Nederland uitsluitend kernenergie zouden gebruiken, levert dat volgens Van der Haagen slechts twee kubieke centimeter afval per persoon per jaar op, bijna niets dus. Maar als je dit omrekent naar wereldschaal en naar zijn genoemde opslagtijd van 250 jaar, komt dat neer op drie miljoen kubieke meter. En met de nu geldende afbraaktijden is dat zelfs bijna drie kubieke kilometer, of te wel 1,1 miljoen olympische zwembaden. Is dat nog steeds verwaarloosbaar?

Irene de Bel

(Illustratie: Floris Wiegerinck)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.