Drie maanden na verschijning gaat deze maand gaat in Het Filmhuis ‘A Bronx Tale’ van Robert De Niro in première. Voor het zover is eerst nog een paar klassiekers waarin de regie-debutant een hoofdrol vertolkt.
Dit weekend staan ‘Mad Dog and Glory’ van John McNaughton en ‘Goodfellas’ van Martin Scorcese op het programma.
‘As far as I can remember, I always wanted to be a gangster’, is de legendarische openingszin van ‘Goodfellas’ (1990) waarmee Scorcese een kroon zette op zijn toch al zo bejubelde filmcarrière. En wederom met Robert De Niro als de lepe, gevaarlijke, prettig gestoorde tough guy in een glansrol. Goodfellas, horen we halverwege de film, zijn eigenlijk brave jongens die oké zijn, die je kunt vertrouwen.
Vanaf het begin volgen we in wervelende beeldopnamen het wedervaren van een stel buurtjongens die net zoals alle New Yorkers maar één droom koesteren: ze willen zo snel mogelijk rijk worden. Gebaseerd op het boek ‘Wiseguy: life in a mafia family’ van Nicholas Pileggi gaat het niet om mannen aan de top van het syndicaat, maar om het grut dat eromheen draait. Zeg maar de kleine jongens met grote bek die onnodig veel bloed vergieten, in te dikke cadillacs rondrijden en er te opzichtig geklede minaressen op na houden. En allemaal willen ze zo zijn als Jimmy alias De Niro, de held die niet kijkt op een dooie meer of minder.
Maar zoals het altijd gaat met de middenstanders onder de criminelen: als ze uiteindelijk de slag van hun leven slaan zijn sommige goodfellas eigenlijk helemaal niet zo goed te vertrouwen, zodat Jimmy genoodzaakt is om ze één voor één op een stukje lood te trakteren.
‘Goodfellas’ is een schitterende film waarin het milieu op hilarische wijze op de korrel wordt genomen. De rol van De Niro staat in schril contrast met die hij heeft in ‘Mad Dog and Glory’ (1992) van John McNaughton. Ook hier had Scorcese een aandeel omdat hij de regisseur van ‘Henry: Portrait of a Serial Killer’ hoogstpersoonlijk naar Hollywood haalde en zelf de produktie voor zijn rekening nam.
Ditmaal is De Niro, die toch langzamerhand ook wat grijzer aan de slapen begint te worden, een uitgebluste politiefotograaf die zijn leven lijkt uit te zingen. Maar er komt een verandering in zijn gezapig bestaan als hij op een dag min of meer toevallig het leven redt van een gangster.
Als dank voor deze dienst schenkt hij De Niro een week lang een mooie vrouw (Uma Thurman). De lobbes weet eerst niet wat hij met deze schoonheid moet aanvangen, maar na een week is hij toch wel een beetje aan haar gehecht. Uiteraard eist zijn weldoener haar weer op, want afspraak is afspraak.
Ook in deze film laat De Niro zich van zijn beste kant zien. Hij heeft niet dat onberekenbare, maar wel weer dat grootse gevoel voor understatement van een sympathieke loser. (M.v.d.L)
Figuur 1 De Niro in ‘Mad Dog and Glory’
Drie maanden na verschijning gaat deze maand gaat in Het Filmhuis ‘A Bronx Tale’ van Robert De Niro in première. Voor het zover is eerst nog een paar klassiekers waarin de regie-debutant een hoofdrol vertolkt. Dit weekend staan ‘Mad Dog and Glory’ van John McNaughton en ‘Goodfellas’ van Martin Scorcese op het programma.
‘As far as I can remember, I always wanted to be a gangster’, is de legendarische openingszin van ‘Goodfellas’ (1990) waarmee Scorcese een kroon zette op zijn toch al zo bejubelde filmcarrière. En wederom met Robert De Niro als de lepe, gevaarlijke, prettig gestoorde tough guy in een glansrol. Goodfellas, horen we halverwege de film, zijn eigenlijk brave jongens die oké zijn, die je kunt vertrouwen.
Vanaf het begin volgen we in wervelende beeldopnamen het wedervaren van een stel buurtjongens die net zoals alle New Yorkers maar één droom koesteren: ze willen zo snel mogelijk rijk worden. Gebaseerd op het boek ‘Wiseguy: life in a mafia family’ van Nicholas Pileggi gaat het niet om mannen aan de top van het syndicaat, maar om het grut dat eromheen draait. Zeg maar de kleine jongens met grote bek die onnodig veel bloed vergieten, in te dikke cadillacs rondrijden en er te opzichtig geklede minaressen op na houden. En allemaal willen ze zo zijn als Jimmy alias De Niro, de held die niet kijkt op een dooie meer of minder.
Maar zoals het altijd gaat met de middenstanders onder de criminelen: als ze uiteindelijk de slag van hun leven slaan zijn sommige goodfellas eigenlijk helemaal niet zo goed te vertrouwen, zodat Jimmy genoodzaakt is om ze één voor één op een stukje lood te trakteren.
‘Goodfellas’ is een schitterende film waarin het milieu op hilarische wijze op de korrel wordt genomen. De rol van De Niro staat in schril contrast met die hij heeft in ‘Mad Dog and Glory’ (1992) van John McNaughton. Ook hier had Scorcese een aandeel omdat hij de regisseur van ‘Henry: Portrait of a Serial Killer’ hoogstpersoonlijk naar Hollywood haalde en zelf de produktie voor zijn rekening nam.
Ditmaal is De Niro, die toch langzamerhand ook wat grijzer aan de slapen begint te worden, een uitgebluste politiefotograaf die zijn leven lijkt uit te zingen. Maar er komt een verandering in zijn gezapig bestaan als hij op een dag min of meer toevallig het leven redt van een gangster.
Als dank voor deze dienst schenkt hij De Niro een week lang een mooie vrouw (Uma Thurman). De lobbes weet eerst niet wat hij met deze schoonheid moet aanvangen, maar na een week is hij toch wel een beetje aan haar gehecht. Uiteraard eist zijn weldoener haar weer op, want afspraak is afspraak.
Ook in deze film laat De Niro zich van zijn beste kant zien. Hij heeft niet dat onberekenbare, maar wel weer dat grootse gevoel voor understatement van een sympathieke loser. (M.v.d.L)
Figuur 1 De Niro in ‘Mad Dog and Glory’

Comments are closed.