Campus

De melkkoe – Freelance fotograaf

Robert van Kanten (29) kwam zes jaar geleden van Suriname naar Nederland. De nieuwe omgeving gaf hem inspiratie voor zijn bijbaan: fotograferen.

“Mijn moeder was tekenlerares. Zij leerde me kijken naar verhoudingen en composities. Vooral als we op vakantie gingen naar het binnenland van Suriname. Daar was zoveel moois te zien.” Van Kanten, student bouwkunde, vertelt over het prille begin waar de interesse voor fotografie werd gewekt. En het vervolg. “Toen ik een jaar of vijftien was, kwam mijn oom uit Nederland op bezoek. Hij had een spiegelreflexcamera bij zich. Dat maakte indruk. Voor het eerst kon ik ermee spelen, zelf scherp stellen door aan de ring te draaien.”
In 2003 kwam Van Kanten naar Delft om te studeren. Een grote stap voor een 23-jarige uit Suriname. “Je laat je hele sociale leven achter. Hier in Nederland moest ik mijn nieuwe omgeving leren waarderen. Ik besefte dat als je ergens een band mee wilde krijgen, je er ook beter naar moest leren kijken.” Veel dingen bleken anders. Het fotograferen werd er door gestimuleerd. “De seizoenen bijvoorbeeld, die waren nieuw voor me. De herfst heeft zoveel sprekende kleuren. Het is qua fotografie mijn favoriete jaargetijde.”
Een bijbaan die voortvloeit uit een passie: Van Kanten is freelance fotograaf. “De eerste opdracht was voor een vriend, die dj is en zichzelf wilde promoten. Daarna kwamen de festivals en nu doe ik ook fotoshoots. Daarbij probeer ik altijd uit te leggen dat je moet blijven bewegen. Het komt anders zo gemaakt over. Ik zie in iedereen iets goeds. Soms moet je iemand uit zijn nestje lokken om dat eruit te krijgen. Dan laat ik ze eerst even ‘over de top’ rondspringen om aan de camera te wennen. Al snel zien ze dat het meevalt.”
“Het grappige is dat ik als student bouwkunde in mijn vrije tijd nauwelijks architectuur fotografeer. Zo’n gebouw wil ik liever in drie dimensies ervaren. Eromheen lopen ook. De factor tijd speelt dus een rol. Het ergste vind ik trouwens als mijn foto’s eruit zien als een ‘postcard’. Dan ben je op vakantie en neem je een foto die al duizend keer is gemaakt. Dan kun je net zo goed meteen een souvenirwinkel binnenlopen.”

Bijbaan: Freelance fotograaf
Verdiensten: Ongeveer €50 per uur
Opvallend: Vindt gebouwen niet zo interessant om vast te leggen

De eerste keer dat Grard Blankers samen met de lokale chief op een rotspunt in Ghana stond om van hem te horen hoe groot de havens en kades in zijn dorp moesten worden, strekte het dorpshoofd beide armen ver uit. Hij wilde golfbrekers vijf kilometer links van hem en vijf kilometer rechts van hem. Minstens. “De kades en de haven moesten net zo groot worden als de Maasvlakte”, grinnikt Blankers als hij aan het voorval terugdenkt. “Het geeft goed aan hoe enthousiast de mensen zijn als ze weten dat jij hun nieuwe haven ontwerpt, maar ook dat ze weinig verstand hebben van waterbouw”, zegt Blankers. “Toen wij hen het ontwerp voor de kades en de havens lieten zien, hebben ze zelf de verkeerde foto’s op de brochure geplakt. Ze hadden er blijkbaar geen idee van hoe hun dorp er vanuit de lucht uitzag en hoe hun haven er straks uit zou komen te zien.”
Blankers is bij DHV gaan werken omdat het Ghanese project hem zo aansprak. “Er was helemaal geen haven of aanlegplaats voor de Ghanese vissers”, zegt de waterbouwkundige. “Hun kano’s zijn vrij eenvoudig. Ze zijn gemaakt van massief hout voor de onderkant en aan de zijkant zijn planken bevestigd. Als er hoge golven zijn, moeten ze met hun boten door de branding heen worstelen om hun vis op het strand te krijgen. Soms slaat daarbij hun boot om, of zinkt. Dat is echt een ramp voor die vissers. Ze verdrinken of raken al hun vangst, en zo hun geld kwijt. Ze vechten zo hard op zee om die vis te vangen, dat het echt nodig was om hen door middel van een haven tegen de golven te beschermen.”
Het ingenieurshart van Blankers begon harder te kloppen bij het ontwerpen van de nieuwe havens. “Er zijn aardig grote golven aan de Ghanese kust, dus je moet goede berekeningen maken. Bovendien moet je relatief eenvoudige oplossingen bedenken bij het ontwerp.” Zo kozen Blankers en zijn collega’s voor een blokkenmuur als kade, in plaats van bijvoorbeeld caissons. “In een meer ontwikkeld land zou je misschien eerder voor caissons hebben gekozen, maar caissons kunnen niet overal in Ghana worden gemaakt. Je moet ze honderden kilometers over zee verslepen en dat is geen doen.” Daarom koos Blankers ook voor natuursteen uit plaatselijke groeves om de vissersbevolking tegen de golven te beschermen. “De vissers verdienen maar weinig met hun visvangst. Ze hebben dus maar weinig geld om de havens te onderhouden. De Ghanese regering heeft geld beschikbaar gesteld voor het maken van de havens en daarom bouwen we deze havens nu zo degelijk mogelijk. Zodat er maar weinig onderhoud nodig is. Want als het kapot gaat, heeft vrijwel niemand de kennis en de financiële middelen om de havens weer op te knappen.”

Inwijdingsceremonie
Maar niet alleen de Ghanese bevolking kon wat leren van de waterbouwkundigen. De waterbouwers van DHV leerden ook veel van hen. “Ze maakten ons al snel duidelijk dat wij een gast in hun gemeenschap waren en dat we ons ook zo dienden te gedragen.” In het begin zeiden Blankers en zijn collega’s de bewoners alleen gedag en gaven een uitleg van wat ze aan het doen waren. “Zij vonden dat niet netjes genoeg. We moesten ons netjes voorstellen en de basisetiquette goed in stand houden. Ze begrepen wel dat wij niet uit Afrika kwamen en we ons niet aan alle gebruiken hielden, maar die basis vonden ze erg belangrijk. Als je bij de chief op bezoek gaat, hoor je een fles jenever mee te nemen. Het liefst Nederlandse, want daar zijn ze dol op. Bij de inwijdingsceremonie sprenkelen ze de jenever ook op de grond. Het brengt geluk.”
Blankers werkt ook aan een project in Gibraltar, in het uiterste zuiden van Spanje. Er is een groot gebrek aan ruimte in dit gebied, vandaar dat nieuw land in zee wordt opgespoten. De haven van de politie en de marine ligt daarbij in de weg en wordt verplaatst. Het oorspronkelijke ontwerp voor een nieuwe steiger bestond uit caissons met een steenbestorting ervoor. “Maar dat was te duur. Wij hebben toen een goedkoper alternatief ontworpen.”
De waterbouwkundige bedacht een innovatieve steiger met vijf meter lange schotten aan de zijkanten. Een ongebruikelijke oplossing om golven te dempen. “Maar het werkt wel”, zegt Blankers. “We hebben allerlei golven in het lab nagebootst en de steiger hield de korte golven volledig tegen en ook de langere werden goed genoeg opgevangen. Ook bij een hevige storm.” Blankers was erg opgelucht dat zijn onorthodoxe methode werkte. “Het is wel spannend als je zoiets probeert. Je steekt toch je nek uit en dan moet het wel werken. Je kunt niet zo’n steiger bouwen en miljoenen euro’s verder ontdekken dat er iets mis is. Vandaar dat ik erg blij was dat toen de eerste golf tegen het schaalmodel ging, er heel kleine golfjes weer vandaan kabbelden. Het werkte dus.”
Blankers was als kind al geïnteresseerd in alles wat met water te maken had. “Vroeger wilde ik schipper worden, tot mijn moeder zei dat ik dan naar de kostschool moest.” Zeilen en vlotten bouwen en de liefde voor techniek dreven hem op de hts richting weg- en waterbouwkunde. Daarna ging hij naar de TU Delft. “In het begin vond ik de studie civiele techniek taai. Waarschijnlijk omdat de hts zo praktisch was. Systematisch ontwerpen vond ik bijvoorbeeld verschrikkelijk, maar achteraf besefte ik hoe goed en inhoudelijk die colleges waren en hoeveel ik eraan heb gehad.”
Wat Blankers wel vreemd vindt is dat aardrijkskunde, net als wiskunde en natuurkunde, geen verplicht vak is. “Mijn vader is aardrijkskundeleraar en ik heb van hem geleerd hoe belangrijk dit vak voor een waterbouwkundige is. Je moet met de natuur werken in plaats van ertegen. In Ghana bijvoorbeeld, spoelde een gebied aan de kust in de regentijd helemaal weg. Daar kun je dan beter geen haven aanleggen, ook al zegt iedereen dat de haven dan zo gezellig dicht bij het café ligt. Bij fysische geografie leer je alles over sedimententransporten en dynamische kusten. Als je daar geen rekening mee houdt, maak je het jezelf onnodig moeilijk. Toch zijn er genoeg voorbeelden in de geschiedenis te noemen van steden die door steeds weer dichtslibbende havens ten onder zijn gegaan. Blijkbaar weet niet iedere waterbouwkundige genoeg van dit soort natuurlijke fenomenen.”
De ouders van Blankers kwamen het werk van zijn zoon dan ook ‘inspecteren’ tijdens een vakantie in Ghana. “Ze hebben een rondreis gemaakt en alle havens bezocht en vonden het fantastisch”, zegt Blankers. “Mijn moeder is bejaardenverzorgster, maar die begon zich ineens ook met mijn ontwerpen te bemoeien. Dat vond ik erg leuk.”
De waterbouwkundige voelt zich helemaal op zijn plek. “Ik vind het geweldig om dit soort projecten te doen en om met constructies bezig te zijn. Sommige mensen vinden het geweldig om wegen en bruggen te ontwerpen, ik raak helemaal enthousiast van de dynamiek van steigers, havens en kades bouwen. Havens ademen een avontuurlijke sfeer. Schepen komen uit Australië of Karachi, overal vandaan. Dat gecombineerd met de berekeningen en mechanica, maakt het voor mij zo ideaal. Ik probeer achteraf dan ook bij alle projecten waar ik aan heb meegewerkt langs te gaan, om te zien hoe het er af uitziet. Ik ben in vijf weken heel Ghana door gefietst en als de steiger in Gibraltar over anderhalf jaar klaar is, ga ik daar ook zeker heen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.