Interieurarchitectuur in de gezondheidszorg is een gevoelig onderwerp in de bouwkunde, stelt architect Elmar Koers (27), die voor zijn afstuderen hofjeswoningen ontwierp voor dementerende ouderen. “Alzheimerpatiënten wonen daar niet omdat ze het leuk vinden, maar meestal omdat er geen andere plek voor ze is. Creëer dan maar eens een omgeving waarin ze zich tóch prettig voelen.”
- Onderzoek: ‘Hofjes voor Dementie: Een collectieve woonvorm voor ouderen met dementie, in een besloten en herkenbare omgeving’
- Eindcijfer: 8,5
Architectenbureaus te over in Nederland, maar slechts enkelen wagen zich aan vernieuwing in de gezondheidszorg, een sector die wordt gedomineerd door regelgeving en evidence-based design. Een dankbaar onderwerp dus voor een masteronderzoek, en voor bachelor geneeskunde Elmar Koers een buitenkansje. “Ik kom uit een medische familie; dat ik geneeskunde ging studeren leek een logische keuze. Maar na mijn bachelor besloot ik dat een creatiever vak me beter paste. Afstuderen op een leefomgeving voor dementerende ouderen brengt mijn passies voor architectuur en geneeskunde perfect samen, en dan ook nog eens in een sociaal-maatschappelijk onderwerp.”
Bij de leerstoel architecture of the interior werkten meer studenten aan een thuis voor dementerenden. Een dementie- tehuis integreren in de stad, was de opdracht, en liefst op zo’n manier dat de stadsinwoners er ook van profiteren. Als locatie koos Koers een jaren-zeventig-verzorgingstehuis in Rotterdam Crooswijk, zonder beschermde binnentuinen. “Niet echt een veilige, herkenbare en intieme omgeving voor Alzheimerpatiënten”, zegt de architect. “En is er nog een probleem in die tehuizen: partners van patiënten kunnen er niet wonen. Opname betekent dus ook een gedwongen scheiding, en dat is nu precies wat dementerenden níet nodig hebben.”
Zijn idee: ontwerp hofjes voor deze kwetsbare groep. Een oude vinding in een nieuw jasje. “Rijke kooplieden in de zeventiende eeuw lieten ze al bouwen als liefdadigheid, zodat weduwen veilig samen konden leven in de stad. Een pre-moderne vorm van ouderenzorg, eigenlijk. Uit gesprekken die ik in het Alzheimercafé voerde met mantelzorgers, maakte ik op dat dementiepatiënten en hun partners behoefte hebben aan privacy. Voor hen zijn hofjes óók veilige, intieme enclaves in de stad.” Maar dan zonder de gebruikelijke poort naar de straat, dat moge duidelijk zijn.
Hoewel afstudeerders bij architecture of the interior juist de binnenruimtes gedetailleerd moeten vormgeven in maquettes, heeft Koers ook veel tijd gestoken in het ontwerp van het hofje: “een buitenruimte die eigenlijk de grootste kamer van het huis is. De dementerenden wonen in een groepswoning, maar elke wooneenheid aan het hofje heeft een eigen voordeur naar de gemeenschappelijke tuin. Zo wonen ze veilig, maar toch zelfstandig – eventueel in één van de partnerwoningen die ik erbij ontwierp.”
Natuurlijk droomt Koers stiekem van een toekomst in de medische architectuur, “maar het is een kleine markt”. Voorlopig zit hij gebeiteld bij een Haags architectenbureau. “Daar werk ik aan woningbouwprojecten – ergens óók een heel klein beetje sociaal.”
Comments are closed.