De Delftse studentenwereld kent veel organisaties en verenigingen. Sommige daarvan leiden een onopvallend bestaan. Vandaag:Tubantia.
Wie lid wordt van Tubantia, begint als Ei. Vervolgens kun je via Kuuck’n opklimmen naar de status van Boer en Heer’nboer. Het in 1927 opgerichte dispuut van DSC is in principe voor Twentenaren, maar Zwollenaren worden ook gedoogd, meldt Burgemeester Derk Velthuis. “Als je maar van de goede kant van de IJssel vandaan komt. We hebben er nu zelfs iemand uit het noorden van Overijssel bij. Zijn ouders hebben een trekker, daar scoor je punten mee.”
Elke vijf jaar wordt een complete boerderie nagebouwd op het lustrumterrein van DSC. Met bakstenen muren, houten balken en rieten dak. Daar wordt een goede, stevige hap geserveerd. Stamppot, maar ook ‘avg’tjes’, aardappelen-, vlees- en groentemaaltijden.
Tijdens de Tubantia-borrels worden de karakteristieke boerencliché’s omarmd. “Dan praten we in dialect. Iedereen komt op klompen, met grijze sokken en een ‘tukdoek’, een rode boerenzakdoek. We vinden het mooi om, als Tukkers onder elkaar, een beetje plat te praten en de boer uit te hangen. We zingen het Twents volkslied, en we zuup’n en ott’n.”
Dat eten bestaat uit moos. In ‘poldertaal’, zoals Tubantianen het Nederlands noemen, boerenkool. “Vóór het eten houden we stilte voor het gewas. Messen gebruiken we niet, we eten alleen met vork.”
Een andere traditie is derde kerstdag, een toertocht door Twente met de trekker en de kar. Met veel foessel, brandewijn van Mispelblom, en knalpotten, ofwel Grolsch-beugels. In het Wapen van Beckum wordt koffie met krentenwegge genuttigd. Er is immers maar één weg en dat is de krentenweg. Na het klootschieten en de stamppot bij ’t Stien ’n Boer te Haaksbergen volgt tot slot een lange nacht in een van de kroegen van Hengelo of Enschede. (JT)
Tijdens de Tubantia-borrels worden de karakteristieke boerencliché’s omarmd. (Foto: Tubantia)
>
Wie lid wordt van Tubantia, begint als Ei. Vervolgens kun je via Kuuck’n opklimmen naar de status van Boer en Heer’nboer. Het in 1927 opgerichte dispuut van DSC is in principe voor Twentenaren, maar Zwollenaren worden ook gedoogd, meldt Burgemeester Derk Velthuis. “Als je maar van de goede kant van de IJssel vandaan komt. We hebben er nu zelfs iemand uit het noorden van Overijssel bij. Zijn ouders hebben een trekker, daar scoor je punten mee.”
Elke vijf jaar wordt een complete boerderie nagebouwd op het lustrumterrein van DSC. Met bakstenen muren, houten balken en rieten dak. Daar wordt een goede, stevige hap geserveerd. Stamppot, maar ook ‘avg’tjes’, aardappelen-, vlees- en groentemaaltijden.
Tijdens de Tubantia-borrels worden de karakteristieke boerencliché’s omarmd. “Dan praten we in dialect. Iedereen komt op klompen, met grijze sokken en een ‘tukdoek’, een rode boerenzakdoek. We vinden het mooi om, als Tukkers onder elkaar, een beetje plat te praten en de boer uit te hangen. We zingen het Twents volkslied, en we zuup’n en ott’n.”
Dat eten bestaat uit moos. In ‘poldertaal’, zoals Tubantianen het Nederlands noemen, boerenkool. “Vóór het eten houden we stilte voor het gewas. Messen gebruiken we niet, we eten alleen met vork.”
Een andere traditie is derde kerstdag, een toertocht door Twente met de trekker en de kar. Met veel foessel, brandewijn van Mispelblom, en knalpotten, ofwel Grolsch-beugels. In het Wapen van Beckum wordt koffie met krentenwegge genuttigd. Er is immers maar één weg en dat is de krentenweg. Na het klootschieten en de stamppot bij ’t Stien ’n Boer te Haaksbergen volgt tot slot een lange nacht in een van de kroegen van Hengelo of Enschede. (JT)
Tijdens de Tubantia-borrels worden de karakteristieke boerencliché’s omarmd. (Foto: Tubantia)
>
Comments are closed.