Education

De kick van een polsbandje

Miljoenen feestgangers dragen zijn polsbandjes. Ir. Taco Carlier levert entreebewijzen aan de grote popfestivals van Nederland, zoals Lowlands en Pinkpop. De industrieel ontwerper kreeg het ondernemen met de paplepel ingegoten.

De maandag na Lowlands was voor Carlier tijdens de laatste jaren van zijn studie de mooiste dag van het jaar. Om hem heen wreven studenten humeurig de slaap uit hun ogen, maar Carlier stapte met een opgewekte glimlach door het gebouw van industrieel ontwerpen. “De helft van IO gaat naar Lowlands”, zegt hij. “En de maandag na Lowlands hadden al die studenten de polsbandjes nog om, die ik had gemaakt. Dat gaf ieder jaar weer een geweldige kick.”

Terwijl Carlier eigenlijk met zijn neus in de studieboeken had moeten zitten, kroop het bloed waar het niet gaan kon. In plaats van nieuwe ontwerpen te maken, begon hij op zijn tweeëntwintigste zijn eigen bedrijf. “Ik had een studentenbaantje bij een bedrijf dat de logistiek verzorgt van Lowlands. Daar kreeg ik de tip dat een ander bedrijf, dat de polsbandjes voor Lowlands leverde, ermee wilde stoppen. Toen heb ik dat bedrijf overgenomen. Ik zag dat polsbandjes meer waren dan alleen een soort entreekaartje. Mensen liepen er soms nog jarenlang mee rond. Het werd een modebeeld. Dat vond ik interessant.”

Gaten in de markt ontdekken zit Carlier in het bloed. Het ondernemen kreeg hij met de paplepel ingegoten. “Mijn vader heeft een evenementenbureau. Twee neven hebben een soort Pimp my Ride-garage. Zij bouwen oude Eenden om tot sportauto’s. Een andere neef organiseert feesten in de achterhoek, zoals de Zwarte Cross.”

Als kind vond Carlier alles wat met zakendoen te maken had al razend interessant. “Toen ik zes was luisterde ik met mijn vader mee bij vergaderingen. Dat vond ik helemaal niet saai. Toen ik tien was begon ik mijn eigen boomkwekerij”, zegt hij trots. “Daarna een loterij. En op alles maakte ik winst. De kunst van iets opstarten waarmee je veel mensen bereikt, vond ik toen al geweldig.”

Dat Carlier een eigen bedrijf zou beginnen, wist hij al heel jong. Maar voor de hand liggende studies als economie, management of bedrijfskunde leken hem helemaal niks. “Ik wil niet alleen managen”, zegt de industrieel ontwerper. “Ik ontwikkel liever polsbandjes dan dat ik in aandelen handel. De technische ontwikkeling vind ik spannend. Het gaat mij niet om het geld. Ik wil iets toevoegen aan de markt.”
Basis

Industrieel ontwerpen in Delft was dus een logische keuze. Carlier kon er creatief met zijn handen werken, nieuwe producten ontwikkelen en tegelijkertijd bedenken hoe hij ze op de markt zou kunnen zetten. “IO is de ideale basis voor een ondernemer. Je bent creatief aan het werk en je kent de materialen waar je mee werkt. Daarnaast denk je na over de marketing. Van mijn kennis van producten heb ik nog iedere dag voordeel. Bijvoorbeeld als ik een nieuw product bedenk, maar ook als ik met klanten praat.”

Tegelijkertijd ziet Carlier zichzelf niet als een ‘echte IO’er’. “Ik heb niet het geduld om urenlang verschillende opties tegen elkaar af te wegen. Daar ben ik veel te onrustig voor. Ik ben veel meer een uitvinder.”

Carlier werkt daarom al vanaf het begin van polsbandbedrijf Dutchband samen met zijn broer en mts’er Ties. “Mijn broer kan van een cassetterecorder een brommer maken. Hij is ongelooflijk handig.” Een paar jaar later kwam daar IO’er Jean-Paul Nielissen bij. Hij studeerde af bij Dutchband en bleef er plakken. “Hij is wel een echte IO’er en kan urenlang voors en tegen van producten afwegen en verschillende concepten maken en uitwerken.”

Carlier zet daardoor samen met zijn broer vooral de grote lijnen uit binnen het bedrijf. Carlier tekent voor de theoretische kant, broer Ties voor de praktische. “Zo bedachten we al snel, dat het makkelijker is als mensen automatisch een polsbandje omgeschoven krijgen door een machine. Dan kan iedereen veel sneller doorlopen. Vervolgens gaat Jean-Paul met dat idee aan de slag. Hij bedenkt hoe die machine er het beste uit kan zien.”

Dit jaar ontwikkelde Dutchband een muntenpinautomaat voor Lowlands. “Ik zag jarenlang mensen met muntjes klooien. Er stonden altijd lange rijen en dan liet iemand weer zijn munten vallen. En als je honderd munten bestelde, moesten die in een zakje gepropt worden. Ik vond het onhandig. Daarom heb ik het muntenapparaat bedacht. De munten zitten aan elkaar vast op een rol. Geen moeilijk gedoe meer.”

Vijf jaar lang liep Carlier met dat idee rond. “Er spelen altijd wel tien ideeën in mijn hoofd. Maar het duurt vaak even voordat alles op zijn plaats valt. Dat muntenapparaat ontstond uit ergernis, maar ik wist niet precies hoe ik het probleem van de losse, vallende munten op moest lossen. We hebben uiteindelijk alles zelf ontwikkeld aan de machine, van de software tot het apparaat.”
Robbie Williams

De ontwikkeling van de polsbandjes staat ondertussen niet stil. Inmiddels maakt Dutchband een keur aan bandjes. Van doodgewone polsbandjes voor een hockeyfeest tot splinternieuwe rfid-bandjes, waarbij de computer met een eenvoudige scan informatie uit de bandjes kan aflezen. En ze worden in alle kleuren van de regenboog gemaakt.

Dat polsbandjes niet meer alleen in het ziekenhuis en zwembad worden gedragen maar ook als mode, maakt een blik op de polsen van Carlier duidelijk. Op de ene staat ‘let me‘ op de andere ‘entertain you‘. “Die zijn van een exclusief concert van Robbie Williams in Paradiso”, zegt hij. “Daar hebben we er maar een paar honderd van gemaakt. Als je in de trein iemand met hetzelfde bandje tegenkomt heb je elkaar wel wat te vertellen.”

Carlier was bewust niet aanwezig bij dat concert. “Ik vind het onprofessioneel om gratis naar concerten te gaan. Dat mag bij ons niet. Daar ben ik heel streng in tegen iedereen die bij ons werkt. Iedereen moet kaartjes kopen, wij ook.”

Carlier vindt leiding geven het lastigste aan zijn werk. “Ik ben een chaoot. Maar richting anderen moet ik juist heel duidelijk zijn. Dat is lastig en daar heb ik in het begin erg hard aan moeten werken.”

Inmiddels is Dutchband een florerend bedrijf. “De omzet is ieder jaar verdubbeld. Wat we eerst in een jaar hadden als omzet, verdienen we nu in een week. Vanaf de eerste dag was Dutchband winstgevend. Dat vind ik heel belangrijk. Er zijn ook zat mensen die eerst tonnen lenen en daarmee een bedrijf opzetten. Dat is zeker niet mijn manier. Ik ben er trots op dat we nog nooit geld hebben geleend. Een bedrijf moet geld opleveren. En dat investeer je vervolgens weer in de ontwikkeling van de producten.”

Daar is niet veel voor nodig, betoogt de industrieel ontwerper. Met flexibele werktijden en goede ideeën, kom je volgens hem al een heel eind. “Studenten zijn flexibel met hun tijd. Daarom moeten ze juist al tijdens hun studententijd ondernemen, niet te lang wachten. Vaak zeggen net afgestudeerden dat ze eerst een paar jaar bij een bedrijf gaan werken om ervaring op te doen. Nooit doen. Die blijven daar altijd werken.”

Als je een eigen bedrijf start, moet je simpel denken, vindt Carlier. “Delftenaren willen heel graag de meest waanzinnige dingen bedenken, maar doen te moeilijk. Dus begin niet met een nieuw softwaresysteem voor de een effectievere luchtvaart, maar met een balpen. Als je iets simpels kunt verkopen, dan leer je de markt kennen. Dan ben je een speler, verdien je kapitaal en dat investeer je in de ontwikkeling van je product. Het oogt heel eenvoudig, maar na een paar jaar pluk je de vruchten.”

www.dutchband.com

Naam: Taco Carlier

Leeftijd: 29 jaar

Woonplaats: Amsterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd

Studie: Industrieel ontwerpen

Afgestudeerd: 2004

Afstudeeronderwerp: Milieueffecten van verpakkingen bij Corus

Loopbaan: In 1999 zette Taco Carlier, met zijn broer Ties, Dutchband op. Inmiddels maken ze polsbandjes voor vrijwel alle grote evenementen in Nederland, onder meer Pinkpop en Lowlands. Dit jaar bedachten ze een muntenapparaat, waarbij consumptiemunten gepind konden worden. Daarnaast importeert Carlier Strida vouwfietsen.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

De maandag na Lowlands was voor Carlier tijdens de laatste jaren van zijn studie de mooiste dag van het jaar. Om hem heen wreven studenten humeurig de slaap uit hun ogen, maar Carlier stapte met een opgewekte glimlach door het gebouw van industrieel ontwerpen. “De helft van IO gaat naar Lowlands”, zegt hij. “En de maandag na Lowlands hadden al die studenten de polsbandjes nog om, die ik had gemaakt. Dat gaf ieder jaar weer een geweldige kick.”

Terwijl Carlier eigenlijk met zijn neus in de studieboeken had moeten zitten, kroop het bloed waar het niet gaan kon. In plaats van nieuwe ontwerpen te maken, begon hij op zijn tweeëntwintigste zijn eigen bedrijf. “Ik had een studentenbaantje bij een bedrijf dat de logistiek verzorgt van Lowlands. Daar kreeg ik de tip dat een ander bedrijf, dat de polsbandjes voor Lowlands leverde, ermee wilde stoppen. Toen heb ik dat bedrijf overgenomen. Ik zag dat polsbandjes meer waren dan alleen een soort entreekaartje. Mensen liepen er soms nog jarenlang mee rond. Het werd een modebeeld. Dat vond ik interessant.”

Gaten in de markt ontdekken zit Carlier in het bloed. Het ondernemen kreeg hij met de paplepel ingegoten. “Mijn vader heeft een evenementenbureau. Twee neven hebben een soort Pimp my Ride-garage. Zij bouwen oude Eenden om tot sportauto’s. Een andere neef organiseert feesten in de achterhoek, zoals de Zwarte Cross.”

Als kind vond Carlier alles wat met zakendoen te maken had al razend interessant. “Toen ik zes was luisterde ik met mijn vader mee bij vergaderingen. Dat vond ik helemaal niet saai. Toen ik tien was begon ik mijn eigen boomkwekerij”, zegt hij trots. “Daarna een loterij. En op alles maakte ik winst. De kunst van iets opstarten waarmee je veel mensen bereikt, vond ik toen al geweldig.”

Dat Carlier een eigen bedrijf zou beginnen, wist hij al heel jong. Maar voor de hand liggende studies als economie, management of bedrijfskunde leken hem helemaal niks. “Ik wil niet alleen managen”, zegt de industrieel ontwerper. “Ik ontwikkel liever polsbandjes dan dat ik in aandelen handel. De technische ontwikkeling vind ik spannend. Het gaat mij niet om het geld. Ik wil iets toevoegen aan de markt.”
Basis

Industrieel ontwerpen in Delft was dus een logische keuze. Carlier kon er creatief met zijn handen werken, nieuwe producten ontwikkelen en tegelijkertijd bedenken hoe hij ze op de markt zou kunnen zetten. “IO is de ideale basis voor een ondernemer. Je bent creatief aan het werk en je kent de materialen waar je mee werkt. Daarnaast denk je na over de marketing. Van mijn kennis van producten heb ik nog iedere dag voordeel. Bijvoorbeeld als ik een nieuw product bedenk, maar ook als ik met klanten praat.”

Tegelijkertijd ziet Carlier zichzelf niet als een ‘echte IO’er’. “Ik heb niet het geduld om urenlang verschillende opties tegen elkaar af te wegen. Daar ben ik veel te onrustig voor. Ik ben veel meer een uitvinder.”

Carlier werkt daarom al vanaf het begin van polsbandbedrijf Dutchband samen met zijn broer en mts’er Ties. “Mijn broer kan van een cassetterecorder een brommer maken. Hij is ongelooflijk handig.” Een paar jaar later kwam daar IO’er Jean-Paul Nielissen bij. Hij studeerde af bij Dutchband en bleef er plakken. “Hij is wel een echte IO’er en kan urenlang voors en tegen van producten afwegen en verschillende concepten maken en uitwerken.”

Carlier zet daardoor samen met zijn broer vooral de grote lijnen uit binnen het bedrijf. Carlier tekent voor de theoretische kant, broer Ties voor de praktische. “Zo bedachten we al snel, dat het makkelijker is als mensen automatisch een polsbandje omgeschoven krijgen door een machine. Dan kan iedereen veel sneller doorlopen. Vervolgens gaat Jean-Paul met dat idee aan de slag. Hij bedenkt hoe die machine er het beste uit kan zien.”

Dit jaar ontwikkelde Dutchband een muntenpinautomaat voor Lowlands. “Ik zag jarenlang mensen met muntjes klooien. Er stonden altijd lange rijen en dan liet iemand weer zijn munten vallen. En als je honderd munten bestelde, moesten die in een zakje gepropt worden. Ik vond het onhandig. Daarom heb ik het muntenapparaat bedacht. De munten zitten aan elkaar vast op een rol. Geen moeilijk gedoe meer.”

Vijf jaar lang liep Carlier met dat idee rond. “Er spelen altijd wel tien ideeën in mijn hoofd. Maar het duurt vaak even voordat alles op zijn plaats valt. Dat muntenapparaat ontstond uit ergernis, maar ik wist niet precies hoe ik het probleem van de losse, vallende munten op moest lossen. We hebben uiteindelijk alles zelf ontwikkeld aan de machine, van de software tot het apparaat.”
Robbie Williams

De ontwikkeling van de polsbandjes staat ondertussen niet stil. Inmiddels maakt Dutchband een keur aan bandjes. Van doodgewone polsbandjes voor een hockeyfeest tot splinternieuwe rfid-bandjes, waarbij de computer met een eenvoudige scan informatie uit de bandjes kan aflezen. En ze worden in alle kleuren van de regenboog gemaakt.

Dat polsbandjes niet meer alleen in het ziekenhuis en zwembad worden gedragen maar ook als mode, maakt een blik op de polsen van Carlier duidelijk. Op de ene staat ‘let me‘ op de andere ‘entertain you‘. “Die zijn van een exclusief concert van Robbie Williams in Paradiso”, zegt hij. “Daar hebben we er maar een paar honderd van gemaakt. Als je in de trein iemand met hetzelfde bandje tegenkomt heb je elkaar wel wat te vertellen.”

Carlier was bewust niet aanwezig bij dat concert. “Ik vind het onprofessioneel om gratis naar concerten te gaan. Dat mag bij ons niet. Daar ben ik heel streng in tegen iedereen die bij ons werkt. Iedereen moet kaartjes kopen, wij ook.”

Carlier vindt leiding geven het lastigste aan zijn werk. “Ik ben een chaoot. Maar richting anderen moet ik juist heel duidelijk zijn. Dat is lastig en daar heb ik in het begin erg hard aan moeten werken.”

Inmiddels is Dutchband een florerend bedrijf. “De omzet is ieder jaar verdubbeld. Wat we eerst in een jaar hadden als omzet, verdienen we nu in een week. Vanaf de eerste dag was Dutchband winstgevend. Dat vind ik heel belangrijk. Er zijn ook zat mensen die eerst tonnen lenen en daarmee een bedrijf opzetten. Dat is zeker niet mijn manier. Ik ben er trots op dat we nog nooit geld hebben geleend. Een bedrijf moet geld opleveren. En dat investeer je vervolgens weer in de ontwikkeling van de producten.”

Daar is niet veel voor nodig, betoogt de industrieel ontwerper. Met flexibele werktijden en goede ideeën, kom je volgens hem al een heel eind. “Studenten zijn flexibel met hun tijd. Daarom moeten ze juist al tijdens hun studententijd ondernemen, niet te lang wachten. Vaak zeggen net afgestudeerden dat ze eerst een paar jaar bij een bedrijf gaan werken om ervaring op te doen. Nooit doen. Die blijven daar altijd werken.”

Als je een eigen bedrijf start, moet je simpel denken, vindt Carlier. “Delftenaren willen heel graag de meest waanzinnige dingen bedenken, maar doen te moeilijk. Dus begin niet met een nieuw softwaresysteem voor de een effectievere luchtvaart, maar met een balpen. Als je iets simpels kunt verkopen, dan leer je de markt kennen. Dan ben je een speler, verdien je kapitaal en dat investeer je in de ontwikkeling van je product. Het oogt heel eenvoudig, maar na een paar jaar pluk je de vruchten.”

www.dutchband.com

Naam: Taco Carlier

Leeftijd: 29 jaar

Woonplaats: Amsterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd

Studie: Industrieel ontwerpen

Afgestudeerd: 2004

Afstudeeronderwerp: Milieueffecten van verpakkingen bij Corus

Loopbaan: In 1999 zette Taco Carlier, met zijn broer Ties, Dutchband op. Inmiddels maken ze polsbandjes voor vrijwel alle grote evenementen in Nederland, onder meer Pinkpop en Lowlands. Dit jaar bedachten ze een muntenapparaat, waarbij consumptiemunten gepind konden worden. Daarnaast importeert Carlier Strida vouwfietsen.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.