Intelligente steden zijn het antwoord, maar wat is de vraag? zei hoogleraar Arjan van Timmeren tijdens de diesrede afgelopen vrijdagmiddag, tijdens het 173ste verjaardagsfeest van de TU Delft.
Dat steden steeds slimmer moeten worden, was een de dingen die vast werd gesteld tijdens de verjaardag van onze universiteit. Niet gek, als je bedenkt dat de intelligente-steden-beweging in 2008 ontstond. In dat jaar woonden er voor het eerst meer mensen in steden dan op het platteland. Ook hebben sindsdien meer mensen een mobiele dan een vaste telefoon en zijn meer dingen dan mensen met elkaar verbonden. Dat laatste wordt ook wel the internet of things genoemd; denk bijvoorbeeld aan de bus die aan je doorgeeft wanneer hij bij je halte arriveert.
“Met een paar collega’s rekende ik uit dat als we keihard rennen, we er precies 57 seconden over doen om de metro onder ons gebouw te halen”, zei Anthony Townsend, die uit New York over was gekomen om een eredoctoraat te ontvangen tijdens de diesviering. “Als ik op mijn telefoon een app open die laat zien wanneer de eerstvolgende metro aankomt en ik zie daar staan: één minuut, dan weet ik dat het tijd is om mijn laptop dicht te klappen en het op een hollen te zetten.” Daarmee gaf de Amerikaan een van de vele voorbeelden van apps, die ons helpen om slimmer in een stad te navigeren.
Het was overigens een van de weinige concrete voorbeelden van de slimme stad, die ter sprake kwam. Townsend ontving zijn benoeming voor zijn pionerende onderzoek naar de rol van internet en grote dataverzamelingen als platform voor stedelijke ontwikkelingen. Hij schreef er een van de eerste boeken over, getiteld ‘Smart Cities: Big Data, Civic Hackers, and the Quest for a New Utopia’. Volgens hem zijn intelligente steden hard nodig, omdat overal ter wereld steeds meer mensen in metropolen gaan wonen. De uitdaging is om in al die drukte te zorgen dat een stad leefbaar blijft. Dat betekent dat we op een duurzame manier voor water, voedsel, energie, transport en communicatie dienen te zorgen.
Maar hoe dan? Door iets superslims te doen met de enorme hoeveelheid informatie die wij stadsbewoners over onszelf delen met de rest van de wereld. “Het romantische ideaal dat je naar een stad kunt gaan om anoniem te zijn, verdwijnt. Je moet je daarvoor tegenwoordig onder een boom op het platteland verstoppen”, zei Townsend. Tijdens het symposium dat voorafgaand aan de Dies Natalis bij de faculteit Bouwkunde plaatsvond, werd duidelijk dat we alleen nog niet zo goed weten wat we met deze big data moeten doen. Wel beseffen we dat we daar nieuwe technologie, systemen en algoritmes voor nodig hebben. “Al moeten we beseffen dat alleen techniek ons niet zal redden. We hebben inzichten uit de psychologie, antropologie en sociologie nodig”, besloot Arjan van Timmeren, hoogleraar environmental technology & design. Dat intelligente steden het antwoord waren, stond dus vast, maar wat ingenieurs dan precies moeten ontwerpen, blijft nog de grote vraag.
Meer informatie
– Programma seminar ‘Intelligent Cities: sustainability and big data’: http://www.tudelft.nl/over-tu-delft/geschiedenis/dies-natalis/programme-seminar-intelligent-cities-sustainability-and-big-data/
– Programma 173ste Dies: http://www.tudelft.nl/over-tu-delft/geschiedenis/dies-natalis/programme-academic-ceremony/
– Dies terugkijken op collegerama: https://collegerama.tudelft.nl/Mediasite/Play/15a5bf214ff24996829cdbf6acb99faa1d
– Anthony Townsend: http://anthonymobile.com/
Comments are closed.