Campus

De ijskoude handen van Stalin

De jaarlijkse tournee voerde het Nederlandse Studenten Orkest vorige maand langs de beste concertzalen van Nederland én de universiteit van Boedapest, met een allesverschroeiende ‘Tiende’ van Sjostakovitsj als geheime wapen. Het orkest telt nu elf Delftse studenten. Allemaal strijkers.

De jaarlijkse tournee voerde het Nederlandse Studenten Orkest vorige maand langs de beste concertzalen van Nederland én de universiteit van Boedapest, met een allesverschroeiende ‘Tiende’ van Sjostakovitsj als geheime wapen. Het orkest telt nu elf Delftse studenten. Allemaal strijkers.

De zaal is vrijwel leeg, maar het podium ziet zwart van de muzikanten. Het Nederlands Studenten Orkest op tournee: als het vandaag zondag is, dan is dit Muziekcentrum Vredenburg. Nog zes uur te gaan voor het optreden. De spa blauw vloeit rijkelijk. Gisteren is weer tot diep in de nacht gefeest. Hier en daar zie je mensen vechten tegen de opkomende vermoeidheid. Veel orkestleden draaien zich regelmatig om voor een onderonsje. Door de zaal waait de onbestemde klankenhutspot die ontstaat als iedereen wat voor zich uit zit te oefenen, in afwachting van de dirigent.

Straks zal er andere muziek klinken. De ‘Festival Ouverture’ van Sjostakovitsj, krachtig genoeg om de slaperigste concertbezoeker recht overeind te doen schieten. Het voor 21ste-eeuwse oren overdadig romantische, maar destijds door de Sovjetautoriteiten zéér geapprecieerde ‘Concert voor Colaratuursopraan en orkest’ van de ‘Belgische Rus’ Glière. En als finale: de ‘Tiende Symfonie’ van Sjostakovitsj. Geschreven na de dood van Stalin. Een muzikaal portret, waarbij je soms de ijskoude hand van Stalin zachtjes je nek voelt masseren. Geen muziek om aan kinderen te laten horen, waarschuwde een criticus ooit.

Wat later dan gepland stapt dirigent Hans Leenders het podium op. En als iedereen zijn instrument tijdelijk het zwijgen heeft opgelegd, zegt hij: ,,Ik ben een beetje teleurgesteld over gisteravond.”

Leenders (33) is sinds 1999 assistent-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Gergjev is zijn belangrijkste leermeester, en zoals elke goede dirigent weet hij hoe hij een orkest moet bespelen.

,,Ik had gehoopt dat jullie na elk concert beter zouden gaan spelen. Maar gisteravond heb ik veel rare dingen gehoord”, verzucht Leenders. ,,Het orkest sloeg af en toe bijna op hol. Ik kreeg er geen grip op.” Rechts op het podium schuiven de cellisten en contrabassisten nog wat met hun stoelen heen en weer, op zoek naar de beste positie.

,,Jullie kunnen heel goed spelen, dat is het probleem niet”, prikkelt Leenders het muzikale eergevoel. ,,Maar omdat jullie de routine missen van een professioneel orkest, hoeft er maar iets te gebeuren en de onzekerheid slaat toe. Daarom: concentratie!”

En dan kan het repeteren echt beginnen.

Leenders dirigeert zonder grote gebaren: hij hoeft de achterste rijen niet te bereiken, want daar zit vanmiddag toch niemand. Hij staat bij de orkestleden bekend als iemand die respect afdwingt, maar in de pauzes van de drukke repetitieweek ook gezellig meevoetbalde.

,,Het is te lief. Ik wil dat het extremer klinkt”, zegt hij nu tegen een tubaspeler. De jongen speelt zijn solo opnieuw, veel ruiger, en het hele orkest juicht en joelt.

De gedreven dirigent krijgt het warm en trekt zijn trui uit. Aanwijzing volgt op aanwijzing. ,,Jullie rusten te lang op de achtste tel.” ,,Vastbijten in die noten, het moet niet te vluchtig worden!” En, heel typerend voor zijn aanpak: ,,Speel niet zonder mij. Ik doe het stuk nu iets langzamer, en ik weet dat niet iedereen het daar mee eens is, maar ik wil contact houden.”
Meisjes

,,Een prachtige, warme orkestklank”, schreef een criticus vorige maand naar aanleiding van een optreden van het Nederlands Studenten Orkest. Misschien zou die klank beduidend dunner uitvallen als het Delftse deel van het orkest de strijkstok neer zou leggen. Dit jaar spelen elf Delftse studenten mee in het Nationaal Studenten Orkest: vier eerste violisten, vier cellisten, twee altviolisten en één tweede violist. Voer voor statistici: het zijn bijna allemaal meisjes, en voor meer dan de helft bouwkundestudenten. Ze spelen vaak al jarenlang in Krashna Musica, het Delfts studentenmuziekgezelschap.

Camilla van der Kooij speelt eerste viool, en combineert een opleiding aan het conservatorium met een studie technische natuurkunde. Kan ze bij het spelen van een lastig stuk als de Tiende Symfonie van Sjostakovitsj nog zelf genieten van de muziek? ,,Natuurlijk geniet ik van het spelen”, reageert ze. ,,Veel meer zelfs dan van het passieve luisteren naar een interpretatie van iemand anders. Okee, tijdens de repetitieperiode ben je nog te veel bezig met de partituur om echt te genieten, maar nu valt het allemaal op zijn plaats. Soms zou je willen dat je in de zaal zat en kon horen hoe dit orkest klinkt.”

Elke keer als het orkest begint aan de Tiende Symfonie van Sjostakovitsj, ziet Van der Kooij een berg voor zich, vertelt ze. ,,Je zegt tegen jezelf: we gaan er weer tegenaan. Na afloop voel je euforie.”

,,Zeker voor strijkers is de Tiende Symfonie een geweldig stuk om te spelen, met al die stemmingswisselingen en snelle tempo’s”, vertelt altvioliste Marjolein van Esch (bouwkunde). ,,Je moet wel uitkijken voor blessures. Gelukkig was er tijdens de repetities een Mensendiecktherapeute aanwezig.”

Hectisch is de tournee niet echt, zegt Van der Kooij. ,,Bijna alles is voor je geregeld.” Maar dag in dag uit vroeg opstaan en laat in bed kruipen leidt wel eens tot een minder geslaagd concert. ,,Na afloop voel je je dan schuldig. Dit slopende ritme is de achilleshielvan het Nederlands Studenten Orkest. Maar het niveau is hoog en de inzet enorm. Mensen repeteren dagenlang tien uur per dag, niet omdat het moet, maar omdat ze het graag willen. En als ze niet goed waren, zouden ze het niet volhouden.”

Beide studentes zien raakvlakken tussen hun studie en de muziek. Van Esch: ,,Muziek is wiskunde plus expressie, net als architectuur.” Van der Kooij: ,,Muziektheorie doet me vaak sterk denken aan wiskunde.”

Van der Kooij sluit een loopbaan als beroepsmusicus niet uit. Van Esch wel: ,,Ik word stedenbouwkundige, al zal ik het spelen nooit opgeven. Ik ben altijd bang geweest dat ik mijn plezier in muziek maken zou verliezen, als ik naar het conservatorium zou gaan.” Van der Kooij: ,,Ik heb diezelfde angst gehad. Maar ik merkte dat ik achteruit ging als ik niet heel veel oefende. Nu bevalt het conservatorium me wel. Al mis ik daar soms de intellectuele uitdaging. Lekker sommen maken.”
Radio

Een dag later speelt het Nederlands Studenten Orkest in de Doelen in Rotterdam. Vanavond kan het orkest zich geen dipje veroorloven: het concert wordt uitgezonden op Radio 4. De zaal zit voor viervijfde vol.

Hans Leenders dirigeert nu met nadrukkelijke, heftige gebaren, een heel verschil met de repetitie. Het orkest maakt ook een andere indruk. Zelfs hardnekkige hoesters, de gesel van menig klassiek concert, kunnen de concentratie niet verstoren. Laten we het maar onder ogen zien: dit symfonieorkest heeft, als het zijn tanden laat zien, meer power dan Rage Against The Machine, Queens of the Stone Age, Metallica en Frans Bauer samen.

Het publiek loopt weg met het experimentele stuk ‘Plutonic’, precies zoals Van der Kooij en Van Esch hadden voorspeld. De jonge componist Floran Maier mag op het podium een ovatie in ontvangst nemen.

Na de wurgende spanning van de Tiende Symfonie is de toegift een ontlading: de doldwaze sabeldans van Khachaturian. Verkleed als instrumentenkoffers, duiveltjes en Magere Heinen rennen de studenten over het podium. Het doek ‘Sexy Cello’ wordt ontrold. Een manshoge teddybeer maakt bijna een stagedive in het publiek. En de geest van Stalin? Die slaat misschien wel op de vlucht.

www.nso.nl . .

Het Nederlands Studenten Orkest wisselt elk jaar van samenstelling. Dat betekent pittige audities, gevolgd door % als je goed genoeg bent – slopende repetities. Je moet er maar tijd voor kunnen vrijmaken. Kortom: misschien staan de Delftse studenten die dit jaar in het NSO meespeelden, volgend jaar niet meer op het podium. Maar niet getreurd: deze strijkers spelen ook mee in het orkest van Krashna Musica, het Delfts studentenmuziekgezelschap. Voor het voorjaar staat een groot concert gepland.

spike.oli.tudelft.nl/krashna/ . .

De jaarlijkse tournee voerde het Nederlandse Studenten Orkest vorige maand langs de beste concertzalen van Nederland én de universiteit van Boedapest, met een allesverschroeiende ‘Tiende’ van Sjostakovitsj als geheime wapen. Het orkest telt nu elf Delftse studenten. Allemaal strijkers.

De zaal is vrijwel leeg, maar het podium ziet zwart van de muzikanten. Het Nederlands Studenten Orkest op tournee: als het vandaag zondag is, dan is dit Muziekcentrum Vredenburg. Nog zes uur te gaan voor het optreden. De spa blauw vloeit rijkelijk. Gisteren is weer tot diep in de nacht gefeest. Hier en daar zie je mensen vechten tegen de opkomende vermoeidheid. Veel orkestleden draaien zich regelmatig om voor een onderonsje. Door de zaal waait de onbestemde klankenhutspot die ontstaat als iedereen wat voor zich uit zit te oefenen, in afwachting van de dirigent.

Straks zal er andere muziek klinken. De ‘Festival Ouverture’ van Sjostakovitsj, krachtig genoeg om de slaperigste concertbezoeker recht overeind te doen schieten. Het voor 21ste-eeuwse oren overdadig romantische, maar destijds door de Sovjetautoriteiten zéér geapprecieerde ‘Concert voor Colaratuursopraan en orkest’ van de ‘Belgische Rus’ Glière. En als finale: de ‘Tiende Symfonie’ van Sjostakovitsj. Geschreven na de dood van Stalin. Een muzikaal portret, waarbij je soms de ijskoude hand van Stalin zachtjes je nek voelt masseren. Geen muziek om aan kinderen te laten horen, waarschuwde een criticus ooit.

Wat later dan gepland stapt dirigent Hans Leenders het podium op. En als iedereen zijn instrument tijdelijk het zwijgen heeft opgelegd, zegt hij: ,,Ik ben een beetje teleurgesteld over gisteravond.”

Leenders (33) is sinds 1999 assistent-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Gergjev is zijn belangrijkste leermeester, en zoals elke goede dirigent weet hij hoe hij een orkest moet bespelen.

,,Ik had gehoopt dat jullie na elk concert beter zouden gaan spelen. Maar gisteravond heb ik veel rare dingen gehoord”, verzucht Leenders. ,,Het orkest sloeg af en toe bijna op hol. Ik kreeg er geen grip op.” Rechts op het podium schuiven de cellisten en contrabassisten nog wat met hun stoelen heen en weer, op zoek naar de beste positie.

,,Jullie kunnen heel goed spelen, dat is het probleem niet”, prikkelt Leenders het muzikale eergevoel. ,,Maar omdat jullie de routine missen van een professioneel orkest, hoeft er maar iets te gebeuren en de onzekerheid slaat toe. Daarom: concentratie!”

En dan kan het repeteren echt beginnen.

Leenders dirigeert zonder grote gebaren: hij hoeft de achterste rijen niet te bereiken, want daar zit vanmiddag toch niemand. Hij staat bij de orkestleden bekend als iemand die respect afdwingt, maar in de pauzes van de drukke repetitieweek ook gezellig meevoetbalde.

,,Het is te lief. Ik wil dat het extremer klinkt”, zegt hij nu tegen een tubaspeler. De jongen speelt zijn solo opnieuw, veel ruiger, en het hele orkest juicht en joelt.

De gedreven dirigent krijgt het warm en trekt zijn trui uit. Aanwijzing volgt op aanwijzing. ,,Jullie rusten te lang op de achtste tel.” ,,Vastbijten in die noten, het moet niet te vluchtig worden!” En, heel typerend voor zijn aanpak: ,,Speel niet zonder mij. Ik doe het stuk nu iets langzamer, en ik weet dat niet iedereen het daar mee eens is, maar ik wil contact houden.”
Meisjes

,,Een prachtige, warme orkestklank”, schreef een criticus vorige maand naar aanleiding van een optreden van het Nederlands Studenten Orkest. Misschien zou die klank beduidend dunner uitvallen als het Delftse deel van het orkest de strijkstok neer zou leggen. Dit jaar spelen elf Delftse studenten mee in het Nationaal Studenten Orkest: vier eerste violisten, vier cellisten, twee altviolisten en één tweede violist. Voer voor statistici: het zijn bijna allemaal meisjes, en voor meer dan de helft bouwkundestudenten. Ze spelen vaak al jarenlang in Krashna Musica, het Delfts studentenmuziekgezelschap.

Camilla van der Kooij speelt eerste viool, en combineert een opleiding aan het conservatorium met een studie technische natuurkunde. Kan ze bij het spelen van een lastig stuk als de Tiende Symfonie van Sjostakovitsj nog zelf genieten van de muziek? ,,Natuurlijk geniet ik van het spelen”, reageert ze. ,,Veel meer zelfs dan van het passieve luisteren naar een interpretatie van iemand anders. Okee, tijdens de repetitieperiode ben je nog te veel bezig met de partituur om echt te genieten, maar nu valt het allemaal op zijn plaats. Soms zou je willen dat je in de zaal zat en kon horen hoe dit orkest klinkt.”

Elke keer als het orkest begint aan de Tiende Symfonie van Sjostakovitsj, ziet Van der Kooij een berg voor zich, vertelt ze. ,,Je zegt tegen jezelf: we gaan er weer tegenaan. Na afloop voel je euforie.”

,,Zeker voor strijkers is de Tiende Symfonie een geweldig stuk om te spelen, met al die stemmingswisselingen en snelle tempo’s”, vertelt altvioliste Marjolein van Esch (bouwkunde). ,,Je moet wel uitkijken voor blessures. Gelukkig was er tijdens de repetities een Mensendiecktherapeute aanwezig.”

Hectisch is de tournee niet echt, zegt Van der Kooij. ,,Bijna alles is voor je geregeld.” Maar dag in dag uit vroeg opstaan en laat in bed kruipen leidt wel eens tot een minder geslaagd concert. ,,Na afloop voel je je dan schuldig. Dit slopende ritme is de achilleshielvan het Nederlands Studenten Orkest. Maar het niveau is hoog en de inzet enorm. Mensen repeteren dagenlang tien uur per dag, niet omdat het moet, maar omdat ze het graag willen. En als ze niet goed waren, zouden ze het niet volhouden.”

Beide studentes zien raakvlakken tussen hun studie en de muziek. Van Esch: ,,Muziek is wiskunde plus expressie, net als architectuur.” Van der Kooij: ,,Muziektheorie doet me vaak sterk denken aan wiskunde.”

Van der Kooij sluit een loopbaan als beroepsmusicus niet uit. Van Esch wel: ,,Ik word stedenbouwkundige, al zal ik het spelen nooit opgeven. Ik ben altijd bang geweest dat ik mijn plezier in muziek maken zou verliezen, als ik naar het conservatorium zou gaan.” Van der Kooij: ,,Ik heb diezelfde angst gehad. Maar ik merkte dat ik achteruit ging als ik niet heel veel oefende. Nu bevalt het conservatorium me wel. Al mis ik daar soms de intellectuele uitdaging. Lekker sommen maken.”
Radio

Een dag later speelt het Nederlands Studenten Orkest in de Doelen in Rotterdam. Vanavond kan het orkest zich geen dipje veroorloven: het concert wordt uitgezonden op Radio 4. De zaal zit voor viervijfde vol.

Hans Leenders dirigeert nu met nadrukkelijke, heftige gebaren, een heel verschil met de repetitie. Het orkest maakt ook een andere indruk. Zelfs hardnekkige hoesters, de gesel van menig klassiek concert, kunnen de concentratie niet verstoren. Laten we het maar onder ogen zien: dit symfonieorkest heeft, als het zijn tanden laat zien, meer power dan Rage Against The Machine, Queens of the Stone Age, Metallica en Frans Bauer samen.

Het publiek loopt weg met het experimentele stuk ‘Plutonic’, precies zoals Van der Kooij en Van Esch hadden voorspeld. De jonge componist Floran Maier mag op het podium een ovatie in ontvangst nemen.

Na de wurgende spanning van de Tiende Symfonie is de toegift een ontlading: de doldwaze sabeldans van Khachaturian. Verkleed als instrumentenkoffers, duiveltjes en Magere Heinen rennen de studenten over het podium. Het doek ‘Sexy Cello’ wordt ontrold. Een manshoge teddybeer maakt bijna een stagedive in het publiek. En de geest van Stalin? Die slaat misschien wel op de vlucht.

www.nso.nl . .

Het Nederlands Studenten Orkest wisselt elk jaar van samenstelling. Dat betekent pittige audities, gevolgd door % als je goed genoeg bent – slopende repetities. Je moet er maar tijd voor kunnen vrijmaken. Kortom: misschien staan de Delftse studenten die dit jaar in het NSO meespeelden, volgend jaar niet meer op het podium. Maar niet getreurd: deze strijkers spelen ook mee in het orkest van Krashna Musica, het Delfts studentenmuziekgezelschap. Voor het voorjaar staat een groot concert gepland.

spike.oli.tudelft.nl/krashna/ . .

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.