Jeroen van Wessem studeert sinds dit jaar bouwkunde en woont in Huize Lakennijverheid, direct achter het station. In dit voormalige winkelpand wonen nu zes DSC-studenten.
Omdat het huis binnenkort in de verkoop gaat, zijn er twee onderhuurders. Als HJ moet Van Wessem stofzuigen en de deur open doen, maar die taken combineren slecht: als je aan het stofzuigen bent, hoor je de deurbel niet. Het hertengewei in zijn kamer is een cadeau van zijn moeder en is inderdaad bedoeld om dassen aan te hangen.
Deze column moet wel over de financiële crisis gaan. Het kan namelijk niemand meer ontgaan zijn: ook de TU Delft verkeert in zeer slecht weer. Ik vernam zelfs dat we in december moeten lenen om ons eigen salaris uit te betalen. Daar schrik je toch wel even van. Wie ook schrikken zijn mensen buiten de TU aan wie ik dit vertel om hen te laten inzien dat werken bij de overheid echt niet altijd even gemakkelijk is. In de marktsector kent men geen gedwongen winkelnering, maar in de publieke sector dwaalt voortdurend het spook der bezuinigingen.
Het absurde is dat wij goede dingen doen. Ik bedoel: in de marktsector krijg je het zwaar als je verkeerde producten levert of verkeerde klanten bedient. Maar bij de TU krijg je op je kop omdat de centrale overheid zich heeft laten oplichten door een aantal criminele bankiers en omdat voormalige bestuursleden nogal gehecht waren aan mooie, nieuwe gebouwen. Het onrechtvaardige van economische crises is dat de financiële schuldenaars vaak niet de echte schuldenaars zijn. Het afwentelen van schuld is de kern van ons kapitalistisch systeem. Het gaat te ver om ons economisch systeem een piramidespel te noemen, maar een stoelendans is het zeker. Vorig jaar had het Nederlandse bedrijfsleven geen stoel, nu is het de beurt aan de Nederlandse overheid, inclusief de Nederlandse universiteiten.
Maar het is niet anders. Bestuurlijke ongehoorzaamheid heeft geen zin. Ook ik heb bij mij zelf sinds kort het verlof ingetrokken. Naarstig op zoek in mijn eigen netwerk naar opdrachten en geld. Vage kennissen zijn nu ineens mogelijke geldschieters geworden. Waar ik voorheen ‘nummer onbekend’ en onbeduidende 06-nummers onbeantwoord liet, neem ik ze nu wel op. Niet te snel natuurlijk, anders kan een potentiële klant denken dat ik niets te doen heb en dat is niet goed voor de hoogte van het offertebedrag. Ook schroom ik sinds kort niet om onvoorbereide gesprekspartners tijdens oriënterende en informatieve gesprekken te polsen over een mogelijk project waarbij ‘de TU Delft natuurlijk veel waarde aan uw organisatie kan toevoegen’. Ik geef toe, het is niet de meest ideale situatie voor een wetenschapper maar ik vind enige troost in de woorden van de befaamde Russische filmregisseur Andrei Tarkovski die zei dat een kunstenaar nooit onder ideale omstandigheden werkt. Nu ben ik weliswaar geen kunstenaar maar als diegene die boven mij staan al praktische en artistieke compromissen moeten sluiten dan ben ik nederig, dankbaar en uitermate klantvriendelijk.
Uiteindelijk is er maar één remedie: goede dingen doen. Goed onderzoek verrichten, goed onderwijs geven, goede projecten doen en een goede bedrijfsvoering hebben. Maar of goed voldoende is? Wetenschappelijk onderzoek is per definitie te onzeker en te experimenteel om van te voren betrouwbare kwaliteitsgaranties af te geven. Recent vertelde een redacteur van een uitgeverij mij over een nieuw aangestelde directeur. De goede man was voorheen werkzaam in een andere sector. Na gedegen eigen onderzoek stelde hij in de maidenspeech aan zijn nieuwe collega’s een strategische beleidswijziging voor: voortaan zouden ze alleen maar bestsellers uitgeven. Ik bedoel maar.
Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Comments are closed.