,,Die ist nicht gut”, kreeg prof.ir. A. Krijgsman te horen toen hij een Duitse collega naar zijn mening vroeg over de nieuwe Erasmusbrug in Rotterdam.
Logisch: civielers houden niet van franje. Krijgsman, ook civieler van origine, denkt er anders over. ,,Tegenwoordig is ook schoonheid een randvoorwaarde.” ‘De Zwaan’ is het resultaat.
De gisteren geopende Erasmusbrug vormt de nieuwe verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van Rotterdam. Het ontwerp, afkomstig van architect Ben van Berkel èn vele ingenieurs, heeft inmiddels uitgebreide erkenning gekregen. Het wordt ‘moedig’ genoemd, en het ‘bewijst dat dromen werkelijkheid kunnen worden’. Eén van die ‘dromers’ was prof.ir. A. Krijgsman, hoogleraar bij de vakgroep bouwtechnologie van Bouwkunde en directeur van ABT, adviesbureau voor bouwtechniek. Hij werd in 1990 als extern deskundige betrokken bij het ontwerpen van de nieuwe brug.
,,Ze vroegen mij om commentaar te leveren op de ontwerpplannen van Gemeentewerken Rotterdam”, vertelt Krijgsman. ,,Ik aanvaardde die opdracht, onder de voorwaarde dat ik nog andere deskundigen mocht raadplegen, waaronder architecten. Dat mocht. Dus zat ik overdag met de ingenieurs van Gemeentewerken rond de tafel, en ‘s avonds zat ik op mijn kantoor in Delft, met een paar architecten, waaronder Ben van Berkel, en dan droomden we over een nieuwe brug.”
De dienst Gemeentewerken was op dat moment al een paar jaar bezig met ontwerpstudies. Enkele keuzes waren al gemaakt; zo stond vast dat het een tuibrug moest worden. Burgemeester en wethouders van Rotterdam toonden zich met name enthousiast voor de zogeheten vier-stokkenbrug, met twee hoge en twee lage pylonen. Krijgsman, per slot van rekening aangetrokken omdat de brug bijzonder moest worden, initieerde op aandringen van de directeur stadsontwikkeling Riek Bakker ook een éénpyloonsvariant.
Krijgsman: ,,Toen kwam ik dus met een grof model van een éénpyloonsbrug, een huis-, tuin- en keukenmaquêtte zeg maar, en dat was de eerste aanzet voor ‘De Zwaan’. Van Berkel was meteen enthousiast. Hij is die zomer aan de slag gegaan en kwam een paar maanden later met een meer gedetailleerd model. Eén pyloon, zwaar achteroverhellend, met een scherpe knik en nog zonder achtertuien. Een onmogelijk plan. Desondanks kreeg het veel belangstelling. Ik had dus een probleem: het was onder mijn verantwoordelijkheid ingediend, maar het kon helemaal niet.”
De knoop
Vervolgens gingen zowel Gemeentewerken als ABT, het bureau van Krijgsman, aan het werk. In de weekeinden zaten Van Berkel en Krijgsman in het huis van de laatste in Bennekom te sleutelen, te studeren en te schetsen aan het ontwerp, waarna computers van Gemeentewerken en ABT dat dan door de week doorrekenden.Zo ontstond uiteindelijk het huidige model van de Erasmusbrug: mèt achtertuien, minder achteroverhellend en met een afgezwakte knik. ,,Toen was mijn taak volbracht”, vervolgt Krijgsman. ,,Een jaar lang had ik het ontwerpproces begeleid, wat dus uiteindelijk resulteerde in twee goed uitvoerbare alternatieven: de Zwaan en de vier-stokkenbrug.”
In november 1991 hakt de Rotterdamse gemeenteraad de knoop door: ‘de Zwaan’ wordt definitief uitgewerkt. De brug wordt veertig miljoen gulden duurder dan de hoogste raming een paar jaar daarvoor, maar de raadsleden worden overtuigd door het argument dat je ‘best wat meer geld mag uitgeven voor een ding waar je honderd jaar tegenaan moet kijken’.
,,De tijden zijn veranderd”, vindt Krijgsman. ,,Vroeger stonden het functioneren en de constructie voorop. Nu echter is er zoveel kennis op het constructief gebied beschikbaar, dat je ook rekening kan houden met andere randvoorwaarden, zoals esthetische en stedebouwkundige. En om daaraan te kunnen voldoen heb je architecten nodig – naast de constructeurs natuurlijk. Dat is voor veel civielen wel een omschakeling. Die vinden dat onnodig. Die zeggen: die Zwaan is een grap maar voor een grap veel te duur. Ja, natuurlijk zijn er ook genoeg civielen die hem wel mooi vinden. Ik bijvoorbeeld.”
,,Die ist nicht gut”, kreeg prof.ir. A. Krijgsman te horen toen hij een Duitse collega naar zijn mening vroeg over de nieuwe Erasmusbrug in Rotterdam. Logisch: civielers houden niet van franje. Krijgsman, ook civieler van origine, denkt er anders over. ,,Tegenwoordig is ook schoonheid een randvoorwaarde.” ‘De Zwaan’ is het resultaat.
De gisteren geopende Erasmusbrug vormt de nieuwe verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van Rotterdam. Het ontwerp, afkomstig van architect Ben van Berkel èn vele ingenieurs, heeft inmiddels uitgebreide erkenning gekregen. Het wordt ‘moedig’ genoemd, en het ‘bewijst dat dromen werkelijkheid kunnen worden’. Eén van die ‘dromers’ was prof.ir. A. Krijgsman, hoogleraar bij de vakgroep bouwtechnologie van Bouwkunde en directeur van ABT, adviesbureau voor bouwtechniek. Hij werd in 1990 als extern deskundige betrokken bij het ontwerpen van de nieuwe brug.
,,Ze vroegen mij om commentaar te leveren op de ontwerpplannen van Gemeentewerken Rotterdam”, vertelt Krijgsman. ,,Ik aanvaardde die opdracht, onder de voorwaarde dat ik nog andere deskundigen mocht raadplegen, waaronder architecten. Dat mocht. Dus zat ik overdag met de ingenieurs van Gemeentewerken rond de tafel, en ‘s avonds zat ik op mijn kantoor in Delft, met een paar architecten, waaronder Ben van Berkel, en dan droomden we over een nieuwe brug.”
De dienst Gemeentewerken was op dat moment al een paar jaar bezig met ontwerpstudies. Enkele keuzes waren al gemaakt; zo stond vast dat het een tuibrug moest worden. Burgemeester en wethouders van Rotterdam toonden zich met name enthousiast voor de zogeheten vier-stokkenbrug, met twee hoge en twee lage pylonen. Krijgsman, per slot van rekening aangetrokken omdat de brug bijzonder moest worden, initieerde op aandringen van de directeur stadsontwikkeling Riek Bakker ook een éénpyloonsvariant.
Krijgsman: ,,Toen kwam ik dus met een grof model van een éénpyloonsbrug, een huis-, tuin- en keukenmaquêtte zeg maar, en dat was de eerste aanzet voor ‘De Zwaan’. Van Berkel was meteen enthousiast. Hij is die zomer aan de slag gegaan en kwam een paar maanden later met een meer gedetailleerd model. Eén pyloon, zwaar achteroverhellend, met een scherpe knik en nog zonder achtertuien. Een onmogelijk plan. Desondanks kreeg het veel belangstelling. Ik had dus een probleem: het was onder mijn verantwoordelijkheid ingediend, maar het kon helemaal niet.”
De knoop
Vervolgens gingen zowel Gemeentewerken als ABT, het bureau van Krijgsman, aan het werk. In de weekeinden zaten Van Berkel en Krijgsman in het huis van de laatste in Bennekom te sleutelen, te studeren en te schetsen aan het ontwerp, waarna computers van Gemeentewerken en ABT dat dan door de week doorrekenden.Zo ontstond uiteindelijk het huidige model van de Erasmusbrug: mèt achtertuien, minder achteroverhellend en met een afgezwakte knik. ,,Toen was mijn taak volbracht”, vervolgt Krijgsman. ,,Een jaar lang had ik het ontwerpproces begeleid, wat dus uiteindelijk resulteerde in twee goed uitvoerbare alternatieven: de Zwaan en de vier-stokkenbrug.”
In november 1991 hakt de Rotterdamse gemeenteraad de knoop door: ‘de Zwaan’ wordt definitief uitgewerkt. De brug wordt veertig miljoen gulden duurder dan de hoogste raming een paar jaar daarvoor, maar de raadsleden worden overtuigd door het argument dat je ‘best wat meer geld mag uitgeven voor een ding waar je honderd jaar tegenaan moet kijken’.
,,De tijden zijn veranderd”, vindt Krijgsman. ,,Vroeger stonden het functioneren en de constructie voorop. Nu echter is er zoveel kennis op het constructief gebied beschikbaar, dat je ook rekening kan houden met andere randvoorwaarden, zoals esthetische en stedebouwkundige. En om daaraan te kunnen voldoen heb je architecten nodig – naast de constructeurs natuurlijk. Dat is voor veel civielen wel een omschakeling. Die vinden dat onnodig. Die zeggen: die Zwaan is een grap maar voor een grap veel te duur. Ja, natuurlijk zijn er ook genoeg civielen die hem wel mooi vinden. Ik bijvoorbeeld.”
Comments are closed.