Naam: Ava Wagter (19, industrieel ontwerpen)Merk: MotobecaneGekocht voor: Veertig euro, afkomstig van oudersOpvallend: Voorzien van een Bovag-keurmerkEen beetje saai is de grijze fiets van Ava Wagter wel, dat vindt zij zelf ook.
“Mijn andere fiets heb ik dood gefietst helaas. Jammer, want die was veel mooier.” Sinds een week rijdt Wagter noodgedwongen op haar ‘stationsfiets van thuis’. Wagter: “Mijn eigen fiets, een eerstejaarsweekend fiets was roze en wit gespoten.” Om toch nog een beetje op te vallen, heeft ze de grijze bolide voorzien van een rood slot. “Maar het blijft jammer”, aldus Wagter, die hoopt ooit weer op haar eigen fiets te rijden. “Mijn vader gaat ernaar kijken, het achterwiel moet vervangen worden, ik hoop dat hij er tijd voor vindt”, zegt Wagter bezorgd. “Misschien had ik het beter in Delft kunnen laten oplossen, er lopen hier genoeg fietsenmakers rond.” Mocht Wagter toch veroordeeld zijn tot deze fiets dan zou ze hem graag weer roze spuiten. “Als iemand een spuitbus over heeft mogen ze zich melden.”
Hartmann houdt slechts datgene voor waar wat met natuurwetenschappelijk bewijs gestaafd is. Van God is volgens hem niets te merken, want de jaloerse God van het oude testament verdedigt Zichzelf niet meer. Ontgaat het Hartmann dat God Zich wél verdedigt? Ziet hij niet dat geen atheïstische retoriek en logica de Godsdienst ooit zal kunnen uitbannen? Want dat de mens van nature godsdienstig is, hoeft denk ik geen omstreden conclusie van de menswetenschappen te heten. Alle mensen zijn zin-zoekend van aard. Maar ‘zin’ is geen natuurwetenschappelijk begrip, het is niet bewezen, het is niet te meten.
Ik twijfel er niet aan of Hartmann beoogt goed te doen door de on-zin van godsdienst te willen demonstreren. Maar ‘goed’ is ook geen natuurwetenschappelijk begrip. En daar ligt de armzaligheid van de logisch positivisten. Zij willen leven met vreugde en liefde, ze proberen goed te doen, maar weigeren deze begrippen in hun beschrijving van de werkelijkheid op te nemen. Het is, geloof ik, niet lastig te beseffen dat de natuurwetenschap geen inzicht verleent in wat goed is of hoe mooi liefde is. Is het zó moeilijk of irrationeel om aan te nemen dat er een menselijk, persoonlijk, ethisch gebied van de werkelijkheid bestaat waar de natuurwetenschap niets over te zeggen heeft? De mens is zo gemaakt dat hij meer dan het strikt bewezene als echt ervaart. God verdedigt Zich anders dan Hartmann zich voorstelt.
Ervaring van God of liefde is geen bewijs dat ze bestaan, dat is waar. Even waar is het dat zintuiglijke waarneming op zichzelf geen strikt bewijs vormt (de vooronderstelling van de betrouwbaarheid van de zintuigen is immers nodig). Maar binnen het christendom wordt aan alle ervaringen recht gedaan, zonder dat er tegenspraken ontstaan. God is zowel de Schepper van de orde in de natuur als de Persoon die zich laat zien in de Bijbel en in de levens van mensen.
Christenen nemen alle natuurwetenschap aan als betrouwbare bron voor waarheidsvinding. Daarnaast denken zij dat er andere gebieden van de werkelijkheid bestaan die op andere wijze kunnen worden gekend. Voor hen zijn de fenomenen zwaartekracht en goedheid even werkelijk. Van Newton leren ze het eerste, het tweede leren ze van Jezus. Zo blijven de wetenschap en techniek in gezond en redelijk perspectief staan tot de rest van het leven. Zo ontstaat een vollediger blik op de werkelijkheid. Dat is een grote verdienste van de reformatorische wijsbegeerte. Ik heb bij het college van Marc de Vries de verhouding en wisselwerking tussen technisch-wetenschappelijke en ethisch-godsdienstige begrippen leren kennen. En dat is heel wezenlijk voor de relevantie van techniek voor het leven van gewone mensen. Voor de vorming van bewuste en verantwoordelijke technici is, lijkt mij, de reformatorische wijsbegeerte bij de TU precies aan het juiste adres.
Student Dennis Leenman volgt momenteel de colleges reformatorische wijsbegeerte die Dap Hartmann wil afschaffen.
Comments are closed.