Opinion

De dreigende terugkeer van de kwade jaren ’80

Schrap een faculteit Geneeskunde. Sluit vestigingen bij de talen, sterrenkunde en rechten. Beperk her en der het aantal studenten – en verdien 350 miljoen gulden.

Het uitlekken van dit recept van het ministerie van financiën heeft een schok door de universiteiten gejaagd. Voor sommigen was dat een schok van herkenning, want het is in de jaren tachtig allemaal al vertoond.

En Jo Ritzen was erbij: als jong econoom constateerde hij dat alleen met opheffingen en fusies goede taakverdeling tussen universiteiten te bereiken is. Probeer dat als minister maar eens tegen te spreken …

Precies acht jaar geleden kregen de universiteiten het laatst met opgelegde sluiting en fusie van studierichtingen te maken. Wie in die geschiedenis duikt, stuit op vele parallellen.

Zo zei Kamerlid Wallage (PvdA), onlangs onderhandelaar over het regeerakkoord, in oktober ’86: ,,De universiteiten hebben dit ingrijpen over zichzelf afgeroepen.” Ze hadden volgens hem zelf de versnippering moeten aanpakken. Ene Nuis van D66 pleitte voor bundeling van alle universiteiten in vijf regionale giganten. En econoom Ritzen sprak zich kritisch uit over het succes van een eerdere saneringsronde.
Snoeikarwei

Boeiender nog is het om te zien welke studies in de krimpplannen van 1986 stonden. Naast de sociale faculteiten en de ‘brug te ver’ met tandheelkunde zijn dat de talen, waaronder Duits en: geneeskunde. Bij Duits zag minister Deetman er later van af om dit vak in Leiden te schrappen – als de faculteit maar de geplande vijf ton opbracht. Bij geneeskunde dreigde hij wel met opheffing van één van de Randstad-faculteiten, maar was hij ten slotte tevreden met afslanking en samenwerking in de Amsterdamse combinatie en tussen Leiden en Rotterdam.

De vereiste bedragen – zoals twintig miljoen van geneeskunde – kwamen indertijd wel degelijk op tafel. Maar in het geheugen van de politiek kleeft ook aan Deetman’s krimp het imago van een onvoltooid karwei. Dus willen de ambtenaren van Zalm in 1994 het oude lijstje doodleuk verder afwerken. Daar zijn veel argumenten tegen te bedenken: er is al veel bezuinigd, de arbeidsmarkt verbetert, en elk massa-ontslag is verspillend door de hoge wachtgeldkosten.

Maar de historie leert dat niet de argumenten de doorslag geven, doch de politieke ‘stemming’ over de universiteiten. En die is nog steeds niet geweldig. Anno nu wordt die stemming beïnvloed door een net afgerond onderzoek (van de instituten IOO en CSHOB) waaruit zou blijken dat er in het hoger onderwijs door een meer efficiënte organisatie nog best te bezuinigen is. En ook dat doet denken aan acht jaar terug. Toen ging het om onderzoek van, inderdaad, Ritzen, waaruit bleek dat in de taakverdelingsronde van ’83 maar amper gericht was gesnoeid; in plaats daarvan hadden universiteiten stiekemde ‘kaasschaaf’ gehanteerd. Die conclusie was zeker niet keihard – en riep van de universiteiten fel protest op. Maar hun positie werd er niet sterker door.
Weerwerk

Uitspraken van de econoom Ritzen sterkten indertijd Deetman en de Kamer in hun idee dat het tijd was voor politiek opgelegde fusies en sluitingen. En dat is eindelijk een verschil met nu. De huidige minister – al is hij helaas diezelfde Ritzen – gelooft zelf niet dat het hoger onderwijs na vijftien jaar schraalhans zonder groot kwaliteitsverlies uit een nieuwe saneringsronde kan komen. Hij weet al te goed welke sluipende bezuinigingen er nog aan de gang zijn. Maar als het nu lopende ‘haalbaarheidsonderzoek’ naar de ideeën van Financiën tot minder afwijzende conclusies leidt, kan Ritzen dan nog de stemming doen omslaan? (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Schrap een faculteit Geneeskunde. Sluit vestigingen bij de talen, sterrenkunde en rechten. Beperk her en der het aantal studenten – en verdien 350 miljoen gulden. Het uitlekken van dit recept van het ministerie van financiën heeft een schok door de universiteiten gejaagd. Voor sommigen was dat een schok van herkenning, want het is in de jaren tachtig allemaal al vertoond.

En Jo Ritzen was erbij: als jong econoom constateerde hij dat alleen met opheffingen en fusies goede taakverdeling tussen universiteiten te bereiken is. Probeer dat als minister maar eens tegen te spreken …

Precies acht jaar geleden kregen de universiteiten het laatst met opgelegde sluiting en fusie van studierichtingen te maken. Wie in die geschiedenis duikt, stuit op vele parallellen.

Zo zei Kamerlid Wallage (PvdA), onlangs onderhandelaar over het regeerakkoord, in oktober ’86: ,,De universiteiten hebben dit ingrijpen over zichzelf afgeroepen.” Ze hadden volgens hem zelf de versnippering moeten aanpakken. Ene Nuis van D66 pleitte voor bundeling van alle universiteiten in vijf regionale giganten. En econoom Ritzen sprak zich kritisch uit over het succes van een eerdere saneringsronde.
Snoeikarwei

Boeiender nog is het om te zien welke studies in de krimpplannen van 1986 stonden. Naast de sociale faculteiten en de ‘brug te ver’ met tandheelkunde zijn dat de talen, waaronder Duits en: geneeskunde. Bij Duits zag minister Deetman er later van af om dit vak in Leiden te schrappen – als de faculteit maar de geplande vijf ton opbracht. Bij geneeskunde dreigde hij wel met opheffing van één van de Randstad-faculteiten, maar was hij ten slotte tevreden met afslanking en samenwerking in de Amsterdamse combinatie en tussen Leiden en Rotterdam.

De vereiste bedragen – zoals twintig miljoen van geneeskunde – kwamen indertijd wel degelijk op tafel. Maar in het geheugen van de politiek kleeft ook aan Deetman’s krimp het imago van een onvoltooid karwei. Dus willen de ambtenaren van Zalm in 1994 het oude lijstje doodleuk verder afwerken. Daar zijn veel argumenten tegen te bedenken: er is al veel bezuinigd, de arbeidsmarkt verbetert, en elk massa-ontslag is verspillend door de hoge wachtgeldkosten.

Maar de historie leert dat niet de argumenten de doorslag geven, doch de politieke ‘stemming’ over de universiteiten. En die is nog steeds niet geweldig. Anno nu wordt die stemming beïnvloed door een net afgerond onderzoek (van de instituten IOO en CSHOB) waaruit zou blijken dat er in het hoger onderwijs door een meer efficiënte organisatie nog best te bezuinigen is. En ook dat doet denken aan acht jaar terug. Toen ging het om onderzoek van, inderdaad, Ritzen, waaruit bleek dat in de taakverdelingsronde van ’83 maar amper gericht was gesnoeid; in plaats daarvan hadden universiteiten stiekemde ‘kaasschaaf’ gehanteerd. Die conclusie was zeker niet keihard – en riep van de universiteiten fel protest op. Maar hun positie werd er niet sterker door.
Weerwerk

Uitspraken van de econoom Ritzen sterkten indertijd Deetman en de Kamer in hun idee dat het tijd was voor politiek opgelegde fusies en sluitingen. En dat is eindelijk een verschil met nu. De huidige minister – al is hij helaas diezelfde Ritzen – gelooft zelf niet dat het hoger onderwijs na vijftien jaar schraalhans zonder groot kwaliteitsverlies uit een nieuwe saneringsronde kan komen. Hij weet al te goed welke sluipende bezuinigingen er nog aan de gang zijn. Maar als het nu lopende ‘haalbaarheidsonderzoek’ naar de ideeën van Financiën tot minder afwijzende conclusies leidt, kan Ritzen dan nog de stemming doen omslaan? (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.