De echt grote doorbraken moeten nog komen, maar intussen heeft de genetische technologie de wind er best leuk onder. Zoveel werd duidelijk tijdens het lustrumsymposium van de Delfts-Leidse studievereniging Life.
De vereniging van de studie life science and technology bestaat vijf jaar, en vierde dat onlangs met een symposium met de ronkende titel ‘Breakthroughs in genomics’. Die ‘breakthroughs‘ zijn echter vooral toekomstmuziek, zo vernam een goed gevulde aula van zes genodigde toponderzoekers. “Dit is geen veld van snelle resultaten. Het vereist vooral een lange adem”, zei directeur Peter Folstar van het Netherlands Genomics Initiative.
Wie eenmaal weet welke genen wa’t doen, kan het leven in theorie naar zijn hand zetten. Genetische ziektes als kanker zijn dan misschien te genezen, nieuwe gewassen zijn op de tekentafel te ontwerpen, bacteriën kunnen ‘op maat’ worden gemaakt om bijvoorbeeld verontreiniging op te ruimen.
In de boeiendste lezing van de dag vertelde de Amsterdamse kankeronderzoeker René Bernards hoe hij er samen met zijn collega’s van het Nederlands Kanker Instituut (NKI) in is geslaagd een venijnige hoofdhuidkanker genaamd cylindromatose te ontrafelen. Bernards deed dat op de ‘mechanistische’ manier, door grondig uit te pluizen welke eiwitten en genen de ziekte veroorzaken. Prompt stuitte hij op een verrassend simpele remedie: de tumor is te genezen met aspirine. Een succes voor de gentechnologie, maar wel een heel relatief succes, want cylindromatose is ontzettend zeldzaam. Patiënten met borst-, long- of darmkanker hebben niets aan aspirine. “Bovendien hebben we veel geluk gehad”, gaf Bernards ruiterlijk toe.
Waar gentechnologen als Bernards de machinerie van het leven molecuultje voor molecuultje proberen te ontrafelen, geven anderen er gewoon een flinke trap tegen. Neem de hoofdgast van het symposium, de speciaal vanuit Californië overgevlogen biochemicus Willem Stemmer. De Nederlandse Amerikaan besloot tien jaar geleden om het gepriegel met afzonderlijke genen en levensmoleculen te verruilen voor een grootsere, meeslepender, Amerikaanse aanpak met lange stukken dna en grove technieken. Het resultaat is een methode genaamd ‘dna shuffling‘. Die komt erop neer dat Stemmer complete genen aan gruzelementen schiet, en ze vervolgens weer in willekeurige volgorde aan elkaar laat groeien. Daarna kijkt hij of er toevallig genen zijn ontstaan die beter werken dan het origineel. Zo oogstte Stemmer onder meer opgevoerde eiwitten, nieuwe antistoffen en zelfs complete ‘superbacteriën’ die lactose aanmaken of arsenicum afbreken. Stemmer geeft de evolutie eigenlijk een schop onder het achterste, legde hij uit. “De natuur heeft honderden miljoenen jaren ervaring met het werken met dna. Daarvan proberen we gebruik te maken.”
Er staat ons nog wat te wachten, daarvan is ook Bernards overtuigd. “Ooit hoop ik mijn kleinkinderen mee te nemen naar een wetenschapsmuseum en ze te vertellen hoe we vroeger aderlatingen en schedelboringen verrichten – én hoe we chemokuren gebruikten die alles doodden wat leeft. Het is toch ongelooflijk dat we dat deden?, zal ik dan tegen mijn kleinkinderen zeggen.”
Zoveel werd duidelijk tijdens het lustrumsymposium van de Delfts-Leidse studievereniging Life. De vereniging van de studie life science and technology bestaat vijf jaar, en vierde dat onlangs met een symposium met de ronkende titel ‘Breakthroughs in genomics’. Die ‘breakthroughs‘ zijn echter vooral toekomstmuziek, zo vernam een goed gevulde aula van zes genodigde toponderzoekers. “Dit is geen veld van snelle resultaten. Het vereist vooral een lange adem”, zei directeur Peter Folstar van het Netherlands Genomics Initiative.
Wie eenmaal weet welke genen wa’t doen, kan het leven in theorie naar zijn hand zetten. Genetische ziektes als kanker zijn dan misschien te genezen, nieuwe gewassen zijn op de tekentafel te ontwerpen, bacteriën kunnen ‘op maat’ worden gemaakt om bijvoorbeeld verontreiniging op te ruimen.
In de boeiendste lezing van de dag vertelde de Amsterdamse kankeronderzoeker René Bernards hoe hij er samen met zijn collega’s van het Nederlands Kanker Instituut (NKI) in is geslaagd een venijnige hoofdhuidkanker genaamd cylindromatose te ontrafelen. Bernards deed dat op de ‘mechanistische’ manier, door grondig uit te pluizen welke eiwitten en genen de ziekte veroorzaken. Prompt stuitte hij op een verrassend simpele remedie: de tumor is te genezen met aspirine. Een succes voor de gentechnologie, maar wel een heel relatief succes, want cylindromatose is ontzettend zeldzaam. Patiënten met borst-, long- of darmkanker hebben niets aan aspirine. “Bovendien hebben we veel geluk gehad”, gaf Bernards ruiterlijk toe.
Waar gentechnologen als Bernards de machinerie van het leven molecuultje voor molecuultje proberen te ontrafelen, geven anderen er gewoon een flinke trap tegen. Neem de hoofdgast van het symposium, de speciaal vanuit Californië overgevlogen biochemicus Willem Stemmer. De Nederlandse Amerikaan besloot tien jaar geleden om het gepriegel met afzonderlijke genen en levensmoleculen te verruilen voor een grootsere, meeslepender, Amerikaanse aanpak met lange stukken dna en grove technieken. Het resultaat is een methode genaamd ‘dna shuffling‘. Die komt erop neer dat Stemmer complete genen aan gruzelementen schiet, en ze vervolgens weer in willekeurige volgorde aan elkaar laat groeien. Daarna kijkt hij of er toevallig genen zijn ontstaan die beter werken dan het origineel. Zo oogstte Stemmer onder meer opgevoerde eiwitten, nieuwe antistoffen en zelfs complete ‘superbacteriën’ die lactose aanmaken of arsenicum afbreken. Stemmer geeft de evolutie eigenlijk een schop onder het achterste, legde hij uit. “De natuur heeft honderden miljoenen jaren ervaring met het werken met dna. Daarvan proberen we gebruik te maken.”
Er staat ons nog wat te wachten, daarvan is ook Bernards overtuigd. “Ooit hoop ik mijn kleinkinderen mee te nemen naar een wetenschapsmuseum en ze te vertellen hoe we vroeger aderlatingen en schedelboringen verrichten – én hoe we chemokuren gebruikten die alles doodden wat leeft. Het is toch ongelooflijk dat we dat deden?, zal ik dan tegen mijn kleinkinderen zeggen.”
Comments are closed.