Een paar computers verbinden kan iedereen, maar geld verdienen met je pc-vaardigheden, dat vereist connecties. De groothandel van je vader is in elk geval een handig opstapje.
Philippe Piatkiewitz (werktuigbouw) en Bram Streefkerk (IO) hebben ongeveer een jaar om tienduizend sanitairartikelen aan zesduizend plaatjes te koppelen in een gebruiksvriendelijke digitale catalogus. Maar eerst moet de almanak van Minerva nog even naar de drukker.
Waarom heeft een Leidse studentenvereniging twee Delftse computercowboys nodig voor een veredelde ledenlijst? ,,In Delft is het haast vanzelfsprekend dat je goed met computers kunt omgaan, maar als je in Leiden iets vanuit Windows kunt openen, ben je al heel wat”, verklaart Streefkerk. ,,Toen Philippe ter plekke even een bestandje converteerde waren ze al snel onder de indruk.”
De ledenlijst van drieduizend gescande plaatjes voorzien, was het grootste probleem ook niet. Wel dat de hele operatie in 24 uur moest worden afgerond èn middenin de tentamenperiode viel. Dubbele stress voor de studenten die normaal vrij rustig aan doen. Piatkiewitz: ,,Je zit hier toch om te studeren. Dat bedrijf ernaast is aardig maar als opdrachtgevers je overvragen moet de rem er maar even op.”
De tweemanszaak wordt gerund vanuit een studentenhuis en is opgebouwd rond een computernetwerkje met scanfaciliteiten.
Het begon toen Streefkerks vader hem vroeg ,,of hij een paar plaatjes in WordPerfect kon zetten.” Streefkerk senior wilde voor een inkoopcombinatie met drie andere sanitairgroothandelaren een gemeenschappelijke database met plaatjes, die wel aanpasbaar was aan de individuele behoeften van de deelnemende bedrijven. Piatkiewitz en Streefkerk hebben toen snel een programma ,,in elkaar geflanst” en doorstonden de vergelijking met professionele datapublishers. En daarmee was de vennootschap onder firma, vof Piatkiewitz & Streefkerk Data Publishing, een feit.
,,Onze aanpak was een stuk flexibeler en dat gaf de doorslag. Bovendien ben ik het zoontje van, daarmee houden ze ook een vinger in de pap”, aldus Streefkerk. ,,Je gaat toch met vertrouwelijke informatie om.” Het koppel heeft zich contractueel verplicht tot het ontwikkelen van een custom-made softwarepakket, waarmee de koppeling tussen een gegevens- en plaatjesbestand geautomatiseerd wordt. Bram: ,,Gewoonlijk zou je zoiets eenmalig in een opmaakprogramma doen. Dat is in dit geval niet mogelijk omdat er continu artikelen toegevoegd en verwijderd worden. Het systeem moet kunnen groeien.”
De vrijblijvendheid van het begin is er nu wel vanaf. Het idee een contract af te moeten sluiten was aanvankelijk ,,best eng”, maar de zekerheid dat het produkt straks wordt afgenomen maakte wel de nodige investeringen mogelijk. Naast een Duitse computer met een harddisk van één Gigabyte, moest ook legale software worden aangeschaft. ,,Eigenlijk hadden we alle software al liggen, gekopieerd van vriendjes”, bekentStreefkerk, ,,maar als bedrijf kan je het niet maken om met gejatte software zelf software te ontwerpen, en dan te gaan zeuren als anderen jouw produkt jatten.”
Het langlopende database-project wordt afgewisseld met kleinere opdrachten, die de twee studenten hoofdzakelijk via mond-op-reclame verkrijgen. Piatkiewitz: ,,Soms zijn vrienden en kennissen enthousiaster over ons bedrijf dan ikzelf. Die gaan er echt voor. De opdracht voor Minerva heb ik bijvoorbeeld via vrienden van het corps.”
Hoewel beide studenten beweren ,,wel wat aan sommige vakken gehad te hebben” en keuzevakken volgden om meer over user-interfaces te weten te komen, komt de meeste kennis toch uit de praktijk. ,,Door contacten met professionals kom je echt veel te weten”, aldus Streefkerk. ,,Maar je hebt wel kruiwagens nodig. Wij hebben het voordeel dat we via-via al connecties binnen de drukkerij- en datapublishing-wereld hadden.” Het tweetal erkent dan ook dat ze vanuit een vrij luxe positie gestart zijn. ,,We hebben zeker een goede kans gehad”, geeft Philippe toe en vervolgt: ,,Maar als je tijdens je studie iets kan opzetten dan moet je dat ook aanpakken. Als student ben je vaak erg concurrerend.”
Een bedrijf voeren in een studentenhuis heeft ook zijn nadelen. ,,We hebben hier maar één telefoonlijn. Als je zit te faxen en een van die narren neemt de telefoon op, kan je weer overnieuw beginnen”, verzucht Streefkerk. ,,Een extra aansluiting kost voor een bedrijf opeens 210 gulden, dus we doen het er maar mee. Voorlopig.” (R.O.)
Een paar computers verbinden kan iedereen, maar geld verdienen met je pc-vaardigheden, dat vereist connecties. De groothandel van je vader is in elk geval een handig opstapje. Philippe Piatkiewitz (werktuigbouw) en Bram Streefkerk (IO) hebben ongeveer een jaar om tienduizend sanitairartikelen aan zesduizend plaatjes te koppelen in een gebruiksvriendelijke digitale catalogus. Maar eerst moet de almanak van Minerva nog even naar de drukker.
Waarom heeft een Leidse studentenvereniging twee Delftse computercowboys nodig voor een veredelde ledenlijst? ,,In Delft is het haast vanzelfsprekend dat je goed met computers kunt omgaan, maar als je in Leiden iets vanuit Windows kunt openen, ben je al heel wat”, verklaart Streefkerk. ,,Toen Philippe ter plekke even een bestandje converteerde waren ze al snel onder de indruk.”
De ledenlijst van drieduizend gescande plaatjes voorzien, was het grootste probleem ook niet. Wel dat de hele operatie in 24 uur moest worden afgerond èn middenin de tentamenperiode viel. Dubbele stress voor de studenten die normaal vrij rustig aan doen. Piatkiewitz: ,,Je zit hier toch om te studeren. Dat bedrijf ernaast is aardig maar als opdrachtgevers je overvragen moet de rem er maar even op.”
De tweemanszaak wordt gerund vanuit een studentenhuis en is opgebouwd rond een computernetwerkje met scanfaciliteiten.
Het begon toen Streefkerks vader hem vroeg ,,of hij een paar plaatjes in WordPerfect kon zetten.” Streefkerk senior wilde voor een inkoopcombinatie met drie andere sanitairgroothandelaren een gemeenschappelijke database met plaatjes, die wel aanpasbaar was aan de individuele behoeften van de deelnemende bedrijven. Piatkiewitz en Streefkerk hebben toen snel een programma ,,in elkaar geflanst” en doorstonden de vergelijking met professionele datapublishers. En daarmee was de vennootschap onder firma, vof Piatkiewitz & Streefkerk Data Publishing, een feit.
,,Onze aanpak was een stuk flexibeler en dat gaf de doorslag. Bovendien ben ik het zoontje van, daarmee houden ze ook een vinger in de pap”, aldus Streefkerk. ,,Je gaat toch met vertrouwelijke informatie om.” Het koppel heeft zich contractueel verplicht tot het ontwikkelen van een custom-made softwarepakket, waarmee de koppeling tussen een gegevens- en plaatjesbestand geautomatiseerd wordt. Bram: ,,Gewoonlijk zou je zoiets eenmalig in een opmaakprogramma doen. Dat is in dit geval niet mogelijk omdat er continu artikelen toegevoegd en verwijderd worden. Het systeem moet kunnen groeien.”
De vrijblijvendheid van het begin is er nu wel vanaf. Het idee een contract af te moeten sluiten was aanvankelijk ,,best eng”, maar de zekerheid dat het produkt straks wordt afgenomen maakte wel de nodige investeringen mogelijk. Naast een Duitse computer met een harddisk van één Gigabyte, moest ook legale software worden aangeschaft. ,,Eigenlijk hadden we alle software al liggen, gekopieerd van vriendjes”, bekentStreefkerk, ,,maar als bedrijf kan je het niet maken om met gejatte software zelf software te ontwerpen, en dan te gaan zeuren als anderen jouw produkt jatten.”
Het langlopende database-project wordt afgewisseld met kleinere opdrachten, die de twee studenten hoofdzakelijk via mond-op-reclame verkrijgen. Piatkiewitz: ,,Soms zijn vrienden en kennissen enthousiaster over ons bedrijf dan ikzelf. Die gaan er echt voor. De opdracht voor Minerva heb ik bijvoorbeeld via vrienden van het corps.”
Hoewel beide studenten beweren ,,wel wat aan sommige vakken gehad te hebben” en keuzevakken volgden om meer over user-interfaces te weten te komen, komt de meeste kennis toch uit de praktijk. ,,Door contacten met professionals kom je echt veel te weten”, aldus Streefkerk. ,,Maar je hebt wel kruiwagens nodig. Wij hebben het voordeel dat we via-via al connecties binnen de drukkerij- en datapublishing-wereld hadden.” Het tweetal erkent dan ook dat ze vanuit een vrij luxe positie gestart zijn. ,,We hebben zeker een goede kans gehad”, geeft Philippe toe en vervolgt: ,,Maar als je tijdens je studie iets kan opzetten dan moet je dat ook aanpakken. Als student ben je vaak erg concurrerend.”
Een bedrijf voeren in een studentenhuis heeft ook zijn nadelen. ,,We hebben hier maar één telefoonlijn. Als je zit te faxen en een van die narren neemt de telefoon op, kan je weer overnieuw beginnen”, verzucht Streefkerk. ,,Een extra aansluiting kost voor een bedrijf opeens 210 gulden, dus we doen het er maar mee. Voorlopig.” (R.O.)
Comments are closed.