Zelfs het NOS-Journaal maakte er tijd voor vrij: de ondernemende studenten in Twente. Zij krijgen straks studiepunten als ze een bedrijf beginnen, meldde het Journaal.
Kort daarvoor haalde de Universiteit Twente ook al uitgebreid de landelijke media vanwege het major-minor-model. Kortweg komt dat er op neer dat studenten 21 studiepunten (de minor) mogen invullen met vakken buiten hun eigen studie. Hierdoor wordt hun vrije-keuzeruimte drastisch vergroot.
Niks nieuws, vindt de Delftse rector magnificus prof.ir. K.F. Wakker. Ook Delftse studenten kunnen binnekort twintig procent van hun laatste studiejaren vrij invullen. Wakker: ,,Ik denk dat er heel weinig verschil is tussen het programma in Twente en bij ons. Wij noemen het alleen geen major-minor. Daardoor is het wat onzichtbaarder.”
Eindhoven denkt er net zo over. ,,Ook bij ons bestaat een systeem van hoofd- en bijvakken”, zegt een woordvoerder. Studenten aan de TUE kunnen vijftien studiepunten kiezen in een vrije richting. Ook zij krijgen daarvoor een apart certificaat bij hun bul.
Eén van de vele Twentse minors heet ‘Ondernemen’. Studenten die hiervoor kiezen leren veel over bedrijfsvoering en marketing, maar zelf een onderneming beginnen vormt geen vast onderdeel van het programma. Studenten die dat wel doen, kunnen bij de UT aankloppen voor goedkope huisvesting, advies en misschien een lening. Maar studiepunten? Een woordvoerster van de UT moet dit inderdaad ontkennen. ,,Maar in de toekomst kunnen studenten die in tijdnood raken voor hun studie, misschien studiepunten aanvragen voor het business-plan van hun eigen bedrijf.”
Ook wij hebben speciale colleges en werkgroepen voor het starten van een bedrijf, reageren de Delftse en Eindhovense vertegenwoordigers. Compleet met het schrijven van een business-plan en al. En huisvesting, advies, en geld krijgen studenten die een bedrijf beginnen eveneens. Al moeten ze wel even wachten tot ze zijn afgestudeerd.
De verschillen lijken inderdaad niet groot, maar toch is het Twente dat de krantenkoppen haalt, en niet Delft of Eindhoven. ,,Media-aandacht is vooral een kwestie van hard roepen”, meent Wakker – en daar doet hij niet aan mee, want: ,,Een universiteit is geen bedrijf dat voortdurend aan marketing moet doen.” Maar enige jaloezie over de Twentse mediahandigheid valt ook wel te bespeuren.
Niks nieuws, vindt de Delftse rector magnificus prof.ir. K.F. Wakker. Ook Delftse studenten kunnen binnekort twintig procent van hun laatste studiejaren vrij invullen. Wakker: ,,Ik denk dat er heel weinig verschil is tussen het programma in Twente en bij ons. Wij noemen het alleen geen major-minor. Daardoor is het wat onzichtbaarder.”
Eindhoven denkt er net zo over. ,,Ook bij ons bestaat een systeem van hoofd- en bijvakken”, zegt een woordvoerder. Studenten aan de TUE kunnen vijftien studiepunten kiezen in een vrije richting. Ook zij krijgen daarvoor een apart certificaat bij hun bul.
Eén van de vele Twentse minors heet ‘Ondernemen’. Studenten die hiervoor kiezen leren veel over bedrijfsvoering en marketing, maar zelf een onderneming beginnen vormt geen vast onderdeel van het programma. Studenten die dat wel doen, kunnen bij de UT aankloppen voor goedkope huisvesting, advies en misschien een lening. Maar studiepunten? Een woordvoerster van de UT moet dit inderdaad ontkennen. ,,Maar in de toekomst kunnen studenten die in tijdnood raken voor hun studie, misschien studiepunten aanvragen voor het business-plan van hun eigen bedrijf.”
Ook wij hebben speciale colleges en werkgroepen voor het starten van een bedrijf, reageren de Delftse en Eindhovense vertegenwoordigers. Compleet met het schrijven van een business-plan en al. En huisvesting, advies, en geld krijgen studenten die een bedrijf beginnen eveneens. Al moeten ze wel even wachten tot ze zijn afgestudeerd.
De verschillen lijken inderdaad niet groot, maar toch is het Twente dat de krantenkoppen haalt, en niet Delft of Eindhoven. ,,Media-aandacht is vooral een kwestie van hard roepen”, meent Wakker – en daar doet hij niet aan mee, want: ,,Een universiteit is geen bedrijf dat voortdurend aan marketing moet doen.” Maar enige jaloezie over de Twentse mediahandigheid valt ook wel te bespeuren.
Comments are closed.