,,Het voelt alsof ik thuiskom. Ook al ben ik hiervoor nog nooit in Delft geweest.” Prof.dr. Byron D. Tapley werd vrijdag tot eredoctor gekroond.
Ruimtevaart
Hij is ,,een expert van wereldfaam”, aldus zijn promotor prof.ir. K.F. Wakker. In de jaren zestig was Tapley betrokken bij het Apollo-maanproject. Hij was verantwoordelijk voor een aantal meetprocedures waarmee de baan van het ruimtevaartuig bepaald en begeleid kon worden.
,,Very exciting”, zegt Tapley. ,,We wisten zo weinig, we wilden zoveel. We leerden met grote sprongen tegelijk. Later is alles veel complexer geworden; de vooruitgang verloopt nu veel geleidelijker. Maar de uitdaging en ook de voldoening zijn nog net zo groot. Ik zou dan ook niet meer terug hoeven naar de Apollo-tijd. Het is nu net zo opwindend.”
Tapley houdt zich sinds de jaren zeventig bezig met aardobservatie-satellieten. Hij richtte zijn aandacht bijvoorbeeld op de laser altimetry, waarbij satellieten de afstand van hun baan tot het aardoppervlak meten. Die waarnemingen gebruikte Tapley onder meer voor onderzoek naar de bewegingen van de aardkorst, variaties in de rotatiesnelheid van de aarde, en voor oceanografische toepassingen als het in kaart brengen van wervels en stromingen. ,,Tapley is een pionier op dit gebied”, meent Wakker, hoogleraar astrodynamica en satellietsystemen, die hem heeft voorgedragen voor het eredoctoraat. Wakkers eigen onderzoek is sterk geïnspireerd door dat van Tapley.
De toepassingen van de altimetrie vereisen dat de banen van de satellieten zo nauwkeurig mogelijk berekend worden. Tapley ontwikkelde daarvoor een groot aantal wiskundige, numerieke en statistische trucs en technieken. Zo is de nauwkeurigheid van de waarnemingen in vijftien jaar teruggebracht van enkele meters tot enkele centimeters. Door die hoge precisie lijkt het nu mogelijk te worden om ook de eventuele door het broeikaseffect veroorzaakte zeespiegelstijging te meten. Momenteel is Tapley daarmee bezig.
,,Het is een bekend dilemma in de ruimtevaart: moet je op ontdekkingsreis, richting andere planeten, of moet je je vooral richten op je eigen planeet. In de jaren zestig was ik caught up in the dream om naar de maan te gaan, en sinds we daar geweest zijn is de vraag: waarheen nu? Aan de andere kant is er nog heel veel op aarde dat we niet weten en dat we wel te weten kunnen komen met behulp van satellieten. Beide soorten ruimtevaart vind ik fantastisch en het liefst zou ik geen keuze maken. Maar als er een beperkte hoeveelheid geld is dan zeg ik toch: own planet first. Er zijn serieuze problemen op aarde. We hebben nu nog de kans er iets aan te doen en het zou een vergissing zijn dat niet te doen”, zegt Tapley. Hij doelt op mogelijke klimaatveranderingen door het broeikaseffect. Die zouden beter begrepen kunnen worden met behulp van modellen die invloeden van atmosfeer, oceanen, ijsen vegetatie aan elkaar koppelen; daarbij spelen satellieten een belangrijke rol.
Tapley, oorspronkelijk werktuigbouwkundige, is als hoogleraar verbonden aan het Department of Aerospace Engineering van de Universiteit van Texas te Austin. In 1968 werd hij daar hoogleraar, en begin jaren tachtig richtte hij er het Center for Space Research op, waarvan hij nog steeds directeur is. Het CSR is een favoriet stageobject van Delftse ruimtevaartstudenten.
,,Nee, ik schrijf zelf geen code meer”, zegt Tapley. ,,Van die moderne programmeertalen snap ik niet veel meer. Redelijk frustrerend, maar een mens moet zijn beperkingen kennen. Ik ben nog steeds wel bij het werk betrokken, maar op een meer pragmatische manier. Ik vind het altijd geweldig om met studenten te discussiëren. Daar leren beide partijen van.
Maar de echte harde wetenschap heb ik op een gegeven moment achter me gelaten. Ik was te zeer geïnteresseerd in te veel dingen. Wetenschappelijke vooruitgang wordt nu niet meer door mijzelf geboekt maar door mijn studenten. Aan de andere kant: dat is alleen mogelijk door beslissingen die ík maak. In die zin help ik de wetenschap nog steeds vooruit, alleen indirect.”
Ruimtevaart
Hij is ,,een expert van wereldfaam”, aldus zijn promotor prof.ir. K.F. Wakker. In de jaren zestig was Tapley betrokken bij het Apollo-maanproject. Hij was verantwoordelijk voor een aantal meetprocedures waarmee de baan van het ruimtevaartuig bepaald en begeleid kon worden.
,,Very exciting”, zegt Tapley. ,,We wisten zo weinig, we wilden zoveel. We leerden met grote sprongen tegelijk. Later is alles veel complexer geworden; de vooruitgang verloopt nu veel geleidelijker. Maar de uitdaging en ook de voldoening zijn nog net zo groot. Ik zou dan ook niet meer terug hoeven naar de Apollo-tijd. Het is nu net zo opwindend.”
Tapley houdt zich sinds de jaren zeventig bezig met aardobservatie-satellieten. Hij richtte zijn aandacht bijvoorbeeld op de laser altimetry, waarbij satellieten de afstand van hun baan tot het aardoppervlak meten. Die waarnemingen gebruikte Tapley onder meer voor onderzoek naar de bewegingen van de aardkorst, variaties in de rotatiesnelheid van de aarde, en voor oceanografische toepassingen als het in kaart brengen van wervels en stromingen. ,,Tapley is een pionier op dit gebied”, meent Wakker, hoogleraar astrodynamica en satellietsystemen, die hem heeft voorgedragen voor het eredoctoraat. Wakkers eigen onderzoek is sterk geïnspireerd door dat van Tapley.
De toepassingen van de altimetrie vereisen dat de banen van de satellieten zo nauwkeurig mogelijk berekend worden. Tapley ontwikkelde daarvoor een groot aantal wiskundige, numerieke en statistische trucs en technieken. Zo is de nauwkeurigheid van de waarnemingen in vijftien jaar teruggebracht van enkele meters tot enkele centimeters. Door die hoge precisie lijkt het nu mogelijk te worden om ook de eventuele door het broeikaseffect veroorzaakte zeespiegelstijging te meten. Momenteel is Tapley daarmee bezig.
,,Het is een bekend dilemma in de ruimtevaart: moet je op ontdekkingsreis, richting andere planeten, of moet je je vooral richten op je eigen planeet. In de jaren zestig was ik caught up in the dream om naar de maan te gaan, en sinds we daar geweest zijn is de vraag: waarheen nu? Aan de andere kant is er nog heel veel op aarde dat we niet weten en dat we wel te weten kunnen komen met behulp van satellieten. Beide soorten ruimtevaart vind ik fantastisch en het liefst zou ik geen keuze maken. Maar als er een beperkte hoeveelheid geld is dan zeg ik toch: own planet first. Er zijn serieuze problemen op aarde. We hebben nu nog de kans er iets aan te doen en het zou een vergissing zijn dat niet te doen”, zegt Tapley. Hij doelt op mogelijke klimaatveranderingen door het broeikaseffect. Die zouden beter begrepen kunnen worden met behulp van modellen die invloeden van atmosfeer, oceanen, ijsen vegetatie aan elkaar koppelen; daarbij spelen satellieten een belangrijke rol.
Tapley, oorspronkelijk werktuigbouwkundige, is als hoogleraar verbonden aan het Department of Aerospace Engineering van de Universiteit van Texas te Austin. In 1968 werd hij daar hoogleraar, en begin jaren tachtig richtte hij er het Center for Space Research op, waarvan hij nog steeds directeur is. Het CSR is een favoriet stageobject van Delftse ruimtevaartstudenten.
,,Nee, ik schrijf zelf geen code meer”, zegt Tapley. ,,Van die moderne programmeertalen snap ik niet veel meer. Redelijk frustrerend, maar een mens moet zijn beperkingen kennen. Ik ben nog steeds wel bij het werk betrokken, maar op een meer pragmatische manier. Ik vind het altijd geweldig om met studenten te discussiëren. Daar leren beide partijen van.
Maar de echte harde wetenschap heb ik op een gegeven moment achter me gelaten. Ik was te zeer geïnteresseerd in te veel dingen. Wetenschappelijke vooruitgang wordt nu niet meer door mijzelf geboekt maar door mijn studenten. Aan de andere kant: dat is alleen mogelijk door beslissingen die ík maak. In die zin help ik de wetenschap nog steeds vooruit, alleen indirect.”
Comments are closed.