Opinion

Corruptie

Vraag de gemiddelde Nederlander wat het grootste hedendaagse probleem is en hoogstwaarschijnlijk komen er antwoorden waarin het woord ‘crisis’ centraal staat, afgewisseld met de bijvoeglijke naamwoorden ‘krediet’, ‘klimaat’ en ‘voedsel’.

Ik durf er mijn doctortitel onder te verwedden dat niemand het probleem ‘corruptie’ noemt. En toch is dat het grootste probleem dat Nederland teistert en dat beslist niet alleen in exotische landen en andere bananenrepublieken voorkomt.
Wie is er corrupt? Corruptie in Nederland is een ziekte die voornamelijk heerst onder de topmensen: bestuurders, politici en directeuren. Allereerst zijn dat de directeuren van veel beursgenoteerde ondernemingen die graag hun eigen marktwerking gang zetten. De redenering is dat ze zichzelf veel geld moeten toebedelen (‘de markt vraagt daarom’) omdat ze anders worden weggekocht door buitenlandse bedrijven. De huidige ophoging van de salarissen moet dat dus voorkomen. Dit zou betekenen dat de jaren daarvoor veel Nederlandse topbestuurders zijn weggegaan en zitting hebben in de boards van buitenlandse bedrijven. Dat lijkt me niet het geval. Nederlandse topmanagers zijn geen Nederlandse topvoetballers. Nederlandse topmanagers hebben last van ‘verkeerde causaliteit’. Je bent niet goed in je werk omdat je veel betaald krijgt, maar je wordt goed betaald als je goed je werk doet. Maar nog steeds bedient men zich van deze drogredenering en is men bang dat lagere salarissen zullen leiden tot grootschalig vertrek. Goodbye!, zouden Laurel en Hardy zeggen.
Maar denk daarnaast aan notarissen die je goud geld laten betalen voor het invullen van templates, makelaars die zowel huizenverkopers als -kopers systematisch en consequent voorliegen over de huizenprijsontwikkeling, CDA-wethouders die de kassen van hun eigen vriendjes spekken met gemeenschapsgeld en bouwbedrijven die offerte-aanvragen onderling bespreken. 
Corruptie ontstaat doordat mensen niet meer onafhankelijk zijn. Vaak presenteren mensen trots hun ellenlange cv dat bol staat van de nevenfuncties en bijbanen. Hiermee probeert men natuurlijk te laten zien hoe groot het eigen netwerk is of hoe goed men weet wat er op straat leeft. Echter, in het bestuur zitten van een of andere maatschappelijke organisatie wil niet zeggen dat je echt weet wat in de praktijk speelt. De beste manier om op de hoogte te blijven van wat de gemiddelde Nederlander vindt en doet, is met het openbaar vervoer reizen, zelf je boodschappen doen en naar verjaardagen gaan en dan je strategisch positioneren tussen ome Henk en tante Annie. Zelfs wereldberoemde trendwatchers bedienen zich van deze beproefde methode. Een goed gesprek aan de borreltafel kan meer zeggen dan het lezen van tientallen overheidsrapporten.
Minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) gaat onderzoeken ‘wat voor soort integriteitsproblemen in de afgelopen vijf jaar hebben gespeeld in gemeenten en provincies’. Of dat goed nieuws is weet ik niet, omdat het sterk afhangt van wie dat zal onderzoeken. Een herhaling van de commissie-Tabaksblat mag zich niet voordoen. Laat mensen niet over zichzelf of over hun ‘vriendjes’ oordelen. Je vraagt ook niet aan de kalkoen wat ie met Kerst wil eten. Dus een echte neutrale commissie met leden waar nog nooit iemand van heeft gehoord en die een juiste afspiegeling vormen van de Nederlandse bevolking. Dat klinkt inderdaad als een volkstribunaal maar ik heb er alle hoop in dat de wisdom of the crowds krachtiger is dan the corruption of the few.

Overigens ben ik van mening dat Geert Wilders een vergelijking mag trekken tussen de Koran en Mein Kampf.

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

U wilt ‘Arctische engineering’ ontwikkelen. Wat drijft ons naar het barre Noorden?
”Er ligt daar een enorme toekomst voor de offshore-industrie. De olie- en gasvoorraden in het noorden maken ongeveer 25 procent uit van de wereldreserves. Gezien de honger naar energie zal er een drive ontstaan om die gebieden te ontginnen.”

Wat maakt Delft daarvoor geschikt?
”We hebben al veel dingen onderzocht op het gebied van Arctic engineering. We hebben veel ervaring met het ontwerp van grote constructies in staal en beton. We weten van ijsmechanica, dynamica en geotechniek. Al die elementen heb je in Arctic engineering ook, maar dan meer toegespitst.”

Ik dacht dat onze laatste bemoeienis met de Noordpool uit de tijd van Willem Barentsz stamde. Kunt u eens wat voorbeelden noemen van onze Arctische expertise?
”We hebben binnen de offshore-groep studies gedaan met het bedrijfsleven. Met Shell bijvoorbeeld doen we een diepgaande studie naar constructies in brekend ijs. Het blijkt dat platforms soms in trilling raken door het ijs. Dat is een punt van grote aandacht en zorg. Wij maken wiskundige modellen om dat te analyseren.”

Maar weten de Noren dat allemaal niet veel beter dan wij?
”Ik stel ook voor om een samenwerkingsverband aan te gaan met de Noren, met name met de universiteit van Trondheim. Mijn idee is om het bestaande samenwerkingsverband met de TU te intensiveren rond Arctisch onderzoek.”

U heeft het over milieuvriendelijke oplossingen. De vraag is natuurlijk wel in hoeverre een bedrijf als Gazprom zich daar wat van aantrekt.
”Het gas dat zij exporteren moet afgenomen worden door Europese partijen. Meer en meer heerst het idee van duurzaamheid, fair trade enzovoort. Ik denk dat de Russen er niet mee wegkomen als ze de milieueisen helemaal aan de laars zouden lappen.”

Het meest milieuvriendelijk zou natuurlijk zijn wat Greenpeace voorstaat: er wegblijven.
”Ja, maar we willen toch auto blijven rijden en plastics maken.”

U vindt een poolmoratorium weinig realistisch?
”Ik vind Greenpeace waardevol als partij die voor een balans in de discussie zorgt. Ik ben wel gevoelig voor hun argumenten, maar ik zie ook de behoefte van de samenleving aan energie. Ik zou zeggen: laten we zuinig op zijn op het poolgebied, maar we hebben de energie wel nodig. We kunnen ons niet permitteren er op voorhand weg te blijven.”

Want er is veel geld te verdienen?
”Ja, maar waarom is dat zo? Omdat er veel vraag is. Er is een grote maatschappelijke behoefte aan die energievoorraden.”

En daar gaat u aan bijdragen?
”Ik denk dat we als Delft daar een rol in kunnen spelen. We hebben een groot aanbod van offshore-studenten. We hebben toegang tot vele faculteiten met brede kennis op allerlei terreinen. We hebben een geïnteresseerde industrie en premier Balkenende heeft een samenwerkingscontract getekend met de Russen over de inzet van Nederlandse technologie. Dat sluit allemaal prima aan bij mijn voorstel voor een Delfts Center of Excellence.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.