Opinion

[Column] Vergietverdriet

Het lijkt tegenwoordig wel of alle tradities en regels op de schop moeten. Ik hecht erg aan traditie, decorum en protocol. Het kledingvoorschrift van Sociëteit De Witte was voor mij een extra motivatie om lid te worden.

(Foto: Sam Rentmeester)

Het stoort me mateloos als ik op de sociëteit iemand zie in jasje-dasje met daaronder een willekeurige pantalon. Dat is prima in de kroeg, maar niet op de sociëteit waar Tenue de Ville is voorgeschreven. Dergelijke platte lieden dienen stante pede uit het pand verwijderd te worden, zou Markies De Canteclaer zeggen.


Zo’n beetje het enige protocol dat bij de TU Delft nog bestaat, is de promotieceremonie. Afstuderen mag helaas in tuinbroek, legging of hobbezak, maar voor een promovendus geldt een strikt kledingvoorschrift: een rokkostuum voor mannen en een lange galajurk voor vrouwen. Zelfs de kleur van de vlinderdas is voorgeschreven: in Delft moet die wit zijn, in Leiden zwart. Hoogleraren dragen een toga en een baret. Die toga verbergt de rest van de kleding, dus dat kan best een pyjama zijn, zolang aan de bovenzijde maar een boord en een stropdas zichtbaar zijn. In Leiden was er ooit een hoogleraar – ik meen zelfs dat het de promotor was – die weigerde om onder zijn toga een stropdas te dragen. De promotieplechtigheid dreigde toen niet door te gaan, en zo hoort het ook. Want als je aan de regels gaat morrelen, stort op een gegeven moment het hele bouwwerk in elkaar. Dat morrelen begint bij het toestaan van uitzonderingen op de regels.


Native_American.jpg

Helaas wordt op het kledingvoorschrift bij promoties af en toe een uitzondering gemaakt. Zo mogen buitenlandse promovendi ceremoniële kleding dragen van een vergelijkbare plechtigheid in hun eigen land, en is het militairen toegestaan om in legeruniform te promoveren. Ik betreur dat. Voor je het weet promoveert een Native American uitgedost met verentooi en tomahawk, of iemand uit Nieuw Guinea halfnaakt en voorzien van een peniskoker. Promoveren doe je in een pinguïnpak, vind ik.

Michael Afanasyev is promovendus aan de TU Delft en priester in de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.


Touched_by_His_Noodly_Appendage.jpg

Zijn officiële priestergewaad is een piratenpak en een vergiet als hoofddeksel. Tijdens zijn promotie wil hij dit ambtsgewaad dragen, maar dat staat de TU Delft niet toe. Volkomen terecht, want het promotiereglement maakt gelukkig geen uitzonderingen voor religieuze fratsen. Wel accepteert men oogluikend ‘religieuze accenten’ zoals een zwarte hoofddoek voor moslima’s.

Dus dat betekent dat Michael een stemmig zwart vergiet als hoofddeksel mag dragen, tenzij de TU Delft zich op het glibberige pad wil begeven van het niet erkennen van het pastafarisme als religie. Maar het piratenpak kan dus in de kast blijven. Michael heeft de zaak voorgelegd aan het College voor de Rechten van de Mens. Dat lijkt me een kansloze zaak. Was iemand aan de TU Delft ooit gepromoveerd in een boerka of een ander religieus gewaad, dan had hij een sterk argument gehad, maar dat is niet het geval.


Overigens sympatiseer ik met de pastafari in hun strijd voor gelijke behandeling als religieuze stroming. Die strijd moet echter niet via het promotiereglement van de TU Delft worden uitgevochten, want daarin zijn gelukkig geen religieuze uitzonderingen opgenomen.


Lees ook: Genderneutrale kledingvoorschriften voor promoties

Columnist Dap Hartmann

Do you have a question or comment about this article?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.