Opinion

[Column] Eerste zin

’Precies om middernacht zorgde ik voor kortsluiting.Mijn vorige column begon met ‘ik’. Dat hoort niet, zei iemand. Geen idee wie die nonsens heeft verzonnen, maar zelfs de grootste schrijvers hebben ertegen gezondigd.

Met de vrieskou van dit moment is een warme sjaal geen overbodige luxe. De workshop ‘Breien voor dummies’ vorige week in het Cultuurcentrum kwam dan ook precies op tijd. En dat alleen oma’s de pennen hanteren, is allang niet meer waar. Breien is zelfs hip.

Zoals Multatuli, die zijn Max Havelaar begint met misschien wel de bekendste openingszin uit de Nederlandse literatuur: ‘Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No. 37.’ Ook onvergetelijk, maar niet bepaald van een grote schoonheid is ‘I am an invisible man’, de eerste zin van Invisible Man van Ralph Ellison.


Misschien is het teveel gevraagd om met één enkele zin indruk op de lezer te maken, en zijn er twee zinnen voor nodig. De eerste zin schetst bijvoorbeeld een beeld en de tweede zin contrasteert of relativeert dat beeld. Zoals Bill Bryson, die zijn onvolprezen debuut The Lost Continent opent met: ‘I come from Des Moines. Somebody had to.’ Ook Tropic of Cancer van Henry Miller begint met ‘ik’ en heeft in de derde zin een verrassende wending: ‘I am living at the Villa Borghese. There is not a crumb of dirt anywhere, not a chair misplaced. We are all alone here and we are dead.’


In twee of drie zinnen de aandacht van de lezer grijpen is een knappe prestatie. Zoals het ‘ik’-begin van Dostojevski’s Notes from Underground uit 1864. Ik ken geen Russisch en moet het doen met een vertaling. Helaas worden vertalers per woord betaald, dus tijd om je druk te maken over de mooiste formulering kost geld. Zo vind ik de vertaling van de Everyman’s Library editie: ‘I am a sick man… I am a spiteful man. I am an unattractive man. I think my liver is diseased’ veel beter dan die van Oxford University Press: ‘I am a sick man… I’m a spiteful man. I’m an unattractive man. I think there is something wrong with my liver.’ Die laatste zin is te lang, te wollig (‘something wrong’) en de verkorting van I am tot I’m verbreekt het staccato van de drievoudige repetitie. Nog mooier ware het geweest als er in plaats van ‘unattractive’ een woord van drie lettergrepen was gebruikt. Hoewel ik geen idee heb hoe het er in het Russisch staat, prefereer ik toch de eerste vertaling.


Of openingszinnen ook daadwerkelijk als eerste op papier kwamen, is te zien bij de bestudering van handgeschreven manuscripten. Zoals de Max Havelaar, die aus einem Guss geschreven lijkt te zijn, met geen enkele doorhaling op de eerste pagina. Daarom zijn handgeschreven manu-scripten zo boeiend, omdat je wel kunt doorhalen maar niet deleten. Herman Koch hecht zeer veel belang aan de eerste twee zinnen. In De ideale schoonzoon, een bundeling columns die hij voor het tijdschrift Esta schreef, vertelt hij: ‘Voor mij zijn boeken eigenlijk al af wanneer ik de eerste zin heb. Of beter gezegd: de eerste twee zinnen. In die eerste twee zinnen zit alles wat ik over het boek moet weten. Ik noem dit ook wel het DNA van het boek.’


Gek genoeg lijkt de laatste zin van een boek minder belangrijk. Ik zou er uit mijn hoofd maar één kunnen citeren.


‘Ik kom jullie halen.’


Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Do you have a question or comment about this article?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.