Alsof de winterschilder bepaalt wanneer hij je voordeur schildert en in welke kleur.
“Ja, maar ik moet ook werken”, zei de man met de klopboormachine die om half tien in het trappenhuis stond te boren.
Ik had hem net verteld dat het geratel van zijn klopboor mij nogal stoorde in mijn werk. Ik wees hem fijntjes op het ‘boorprotocol’, een richtlijn waarin staat dat onder werktijd niet geboord mag worden. Het is natuurlijk bespottelijk dat een boorprotocol überhaupt noodzakelijk is. Zoals George Carlin ooit zei over het zesde gebod – ‘gij zult niet doden’ – was het wérkelijk nodig om dat in een stenen tafel te beitelen? Zou je het anders misschien vergéten? “Maar ik moet ook werken”, herhaalde de man met de klopboormachine. Toen moest ik helaas een discussie aangaan over wie er hier nu eigenlijk voor wie aan het werk was.
De man met de klopboor ging wat anders doen. Op weg terug naar mijn kamer zag ik het opgeluchte gezicht van een Chinese promovenda die dezelfde overlast had ondervonden, maar niet wist dat je zoiets niet hoeft te pikken. Ik weet best dat ik het de man met de klopboormachine niet kwalijk mag nemen, want hij is ook maar gestuurd door zijn baas, die op zijn beurt weer wordt aangestuurd door de facilitaire dienst. De verantwoordelijkheid ligt dus bij de facilitaire dienst.
Om 11 uur begon een andere bouwvakker met een boorhamer de tegels van de pantry op de tweede verdieping af te bikken. Ook die staakte na een korte woordenwisseling zijn activiteiten. Het is toch van de zotte dat ik de hele dag achter herrie makende bouwvakkers aan moet jagen? Ik had de afgelopen twee weken al een half dozijn maal geklaagd bij het Servicepunt, dat mijn klachten netjes had overbracht naar de facilitaire dienst.
Een paar maal kreeg ik slappe excuses en een halfslachtige belofte tot beterschap. Maar nu was ik het echt zát. Ik belde de directeur facilitair management en vastgoed (FMVG – de logica van die ‘G’ ontgaat mij), maar zij was op vakantie – how convenient. Degene die ik wel te spreken kreeg, was blijkbaar niet bekend met het motto dat FMVG op zijn website huldigt: ‘De medewerkers van de directie FMVG maken zich dagelijks sterk voor het leveren van hoogwaardige producten en diensten die aansluiten op de vraag vanuit de universitaire gemeenschap.’ Hahahaha – yeah, right! “We hebben inderdaad een boorprotocol, maar daar houden we ons in deze periode niet aan”, werd mij te verstaan gegeven. Want het was nu vakantie. De laatste keer dat ik keek, was niet FMVG maar ikzelf degene die bepaalde wanneer ik met vakantie ging.
Het is kenmerkend voor het algemene beeld dat de facilitaire dienst uitstraalt. Van faciliteren is in het geheel geen sprake. FMVG heeft een eigen koninkrijk opgebouwd en regeert van daaruit naar eigen believen de gehele TU-gemeenschap zonder enige consideratie voor de mensen die ze zouden moeten faciliteren, ondersteunen en helpen. Ooit heeft het wetenschappelijk personeel deze mensen aangetrokken om ze te helpen bij de minder wetenschappelijke klusjes. Maar inmiddels zijn deze veredelde conciërges uitgegroeid tot gewetenloze dictators die hun broodheren naar believen terroriseren.
(Wordt ongetwijfeld vervolgd)
Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Comments are closed.