De TU had donderdag 13 oktober voor één dag een andere collegevoorzitter: Tim Haarlemmer. Afgestudeerd in global business stakeholder management mocht hij zijn visie op toekomstig leiderschap verkondigen.
Haarlemmer werd samen met negentien andere studenten door TEDx Rotterdam geselecteerd om ‘CEO for one day’ te zijn, in dit geval collegevoorzitter van de TU. Niet om een dagje mee te lopen of om belangrijke besluiten te nemen, maar om zijn visie aan het college van bestuur over te dragen. ‘Een frisse blik op de instelling’ zoals hij het zelf noemt.
Om dat te kunnen doen verdiepte Haarlemmer zich uitvoerig in de universiteit. Ook had hij een week eerder een sessie met Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal Economische Raad, over future leadership.
Haarlemmer vindt dat de leider van de toekomst moet denken in kansen. “Hij is dienend, heeft een positief mensbeeld en geeft mensen vertrouwen om hun rol zo goed mogelijk te vervullen. Bovendien moet die zichzelf overstijgen en niet afgeleid worden door persoonlijke ambities en ijdelheid. Ik denk dat een leider succesvol is als hij zichzelf overbodig heeft gemaakt.”
Zijn dag als collegevoorzitter begon met een ontbijt met de ‘echte’ collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg. Daarna sprak hij met enkele leidinggevenden en de studentenraad. Hij bezocht het Science Centre en presenteerde zijn visie aan onder meer rector Karel Luyben en collegelid Paul Rullmann.
Haarlemmer pleitte er onder meer voor om als TU duidelijker te maken waarin de universiteit zich onderscheidt van andere universiteiten. Ook vond hij dat de TU valorisatie beter moet aanpakken, onder meer door een open source systeem voor bijvoorbeeld onderzoek dat nog loopt. “Iedereen kan dan nuttige feedback geven, ook internationaal. Dat kan zorgen voor synergie, generalisatie en crowd funding.”
Aan het eind van zijn dag als collegevoorzitter kon Haarlemmer zijn ervaringen kwijt bij TEDx Rotterdam. Zijn dag bij de TU vond hij ‘ontzettend gaaf’. “Echt kicken. Ik hoop dat ik indirect invloed heb gehad.”
Wim Agterof, voormalig hoofd research van Shell en Unilever en emeritus hoogleraar van de Universiteit Twente, schreef daarover vorige week een opinieartikel in de Volkskrant. Hij zou er niet wakker van liggen als de overheid niet alleen op kunst en cultuur zou bezuinigen, maar ook op universiteiten.
Aanjagen
“Begrijp me niet verkeerd: ik ben geenszins tegen fundamentele research”, benadrukt Agterof in het artikel. “Ik pleit ervoor dat helder wordt welk deel van de overheidsfondsen daarvoor bestemd is.” Wat hem betreft mag hooguit veertig procent van de NWO-onderzoekssubsidies voor de bètarichtingen vrij worden besteed. De rest gaat naar toegepast onderzoek en moet de kenniseconomie aanjagen.
Prikkelend
“Het is altijd prikkelend als iemand de discussie over de besteding van publieke middelen op gang brengt”, zegt NWO-voorzitter Jos Engelen, “maar Agterofs bewering lijkt me niet op grondige analyse gestoeld. Een bedrijf als Philips heeft juist ook een goed wetenschapssysteem nodig in het land van vestiging. Wetenschap, politiek en bedrijfsleven kunnen niet zonder elkaar en spelen alle drie hun eigen rol.”
Rookworst
Engelen denkt bovendien dat jonge talenten minder interesse hebben in toegepast onderzoek. “Jongeren spitsen hun oren als je zegt: in de wetenschap worden grenzen verlegd. Ze verliezen hun belangstelling als je zegt: wetenschappers ontwikkelen een betere rookworst voor Unilever. Maar sommige wetenschappers zullen uiteindelijk zo’n verbeterde rookworst maken. Innovatie houdt ons gaande; dat onderschrijft NWO. Maar het is een misvatting dat je innovatie kunt bestellen. Uitgaven aan fundamenteel onderzoek zijn geen weggegooid geld. Vrij onderzoek heeft een zekere omvang nodig.”
Wakker liggen
“Agterof en ik hebben antipolaire slaappatronen, want ik zou wel wakker liggen van zulke bezuinigingen op de universiteiten”, reageert ook Hans Chang, voorheen directeur van onderzoeksinstituut FOM en nu van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Vier jaar geleden was hij voorzitter van de commissie-Dynamisering, die voor een forse overheidsinvestering van één miljard euro in wetenschappelijk onderzoek pleitte. Dat moest het ‘gestolde wantrouwen’ tussen universiteiten, bedrijven en overheid doorbreken.
Zuur
Volgens Chang is Agterof niet meer ‘in touch’ met de huidige universiteiten. “Het belang van innovatie kan niet genoeg benadrukt worden. Daar zijn universiteiten dan ook veel mee bezig. Agterof doet er zuur over en lijkt er niet trots op dat het Nederlandse onderzoek tot de top vijf van de wereld behoort. Ik wel. Shell en Unilever zullen het trouwens ook niet met hem eens zijn.”
Niet afgestoten
Dat kan Unilever bevestigen. “Wij hebben ons fundamentele onderzoek niet afgestoten”, laat Unilever-topman Emmo Meijer via zijn woordvoerder weten. “Het heeft alleen een andere vorm gekregen. Het is juist belangrijk dat universiteiten fundamenteel onderzoek doen. Wij werken veel met hen samen. Binnen Unilever is het van belang dat wij de capaciteit in huis hebben om de resultaten van dergelijk fundamenteel onderzoek te absorberen.”
Groot belang
Regeringspartij VVD ziet eveneens weinig in het voorstel van Agterof. “Fundamenteel onderzoek is van groot belang voor onze kenniseconomie”, meent kamerlid Anne-Wil Lucas. “Maar door te investeren in samenwerking tussen universiteiten, hogescholen, kennisinstellingen en bedrijfsleven kunnen we het rendement van onderzoek verhogen. Momenteel blijven investeringen van bedrijfsleven in onderzoek achter. Daar moeten we wel mee aan de slag, zeker nu de overheid fors moet bezuinigen.”
Comments are closed.