Campus

,,Chemisch magazine is mijn beste klant”

Hij is snel in alles: op zijn zeventiende studeerde hij al in Delft, werd lector op zijn achtentwintigste, tentamens nakijken doet hij in een week tijd.

Maar ook zijn manier van praten en zijn tred naar de koffie-automaat zijn snel. Prof.dr.ir. H. van Bekkum is één van de mensen die drie keer zoveel met hun tijd schijnen te kunnen doen als anderen. Komende maandag ontvangt de 63-jarige hoogleraar organische chemie de leermeesterprijs.


Figuur 1 Van Bekkum: ,,Mijn secretaresse houdt mij op de been, samen met mijn sigaren”

Met de leermeesterprijs (25.000 gulden en 10.000 aan vliegtickets) wil Van Bekkum lezingen geven in Cuba, de Antillen en Noord- en Zuid-Amerika. ,,Deze keuzes zijn eigenlijk gegroepeerd om Cuba”, verklaart Van Bekkum. ,,Cuba staat al heel lang op mijn verlanglijstje. Vanwege de suikeractiviteiten en de sigaren die er vandaan komen. Maar ook vanwege de voormalig wereldkampioen schaken Capablanca, die vele postzegels siert.” Een vereniging van vier grote liefdes in één land: chemie, sigaren, schaken en schaakpostzegels.

,,Die laatste hobby is gelukkig niet erg tijdrovend.” Maar Van Bekkum spaart niet alleen schaak- en scheikundepostzegels, soms verzint hij ze ook zelf. Van 1974 tot en met 1991 is hij bezig geweest Nederlands Nobelprijswinnaar en chemicus Van ‘t Hoff op de postzegel te krijgen en daar is hij uiteindelijk ook in geslaagd. ,,Nu ben ik een actie begonnen om schaakwereldkampioen Max Euwe (1901) in 2001 op de postzegel te krijgen, en dat gaat ook lukken.”

Zijn vijfde passie is de Alfa Romeo. Binnenkort is hij al aan de tiende Alfa toe. Drie van de vorige negen zijn op de schroothoop geëindigd. ,,Twee keer buiten mijn schuld om, maar die derde keer niet. Toen zat ik in hevige regen onder het rijden te piekeren over een schaakopstelling”, vertelt Van Bekkum. ,,De volgende dag moest mijn team namelijk een Europacup-wedstrijd schaken. Plotseling zie ik bij een splitsing twee auto’s links en rechts naast me en ik rijd zo de vangrail op. Ik klim uit die auto en denk nog ‘dit is niet best’, ook al omdat ik een glas whisky op had. Nog voordat de politie kwam heb ik toen een dosis nat gras gegeten om de zaak te maskeren. Dat is gelukt, maar de auto was wel verloren.”
Hoofdklasse

Dat je niet altijd twee dingen tegelijk goed kunt doen, wist Van Bekkum al sinds zijn studententijd. Hij studeerde van 1949 tot 1956 scheikunde, maar daarnaast was hij erg actief met volleybal en schaken. Startend bij studentenvolleybalvereniging Punch eindigde hij in het Nederlands team. ,,Ik heb twee jaar in de nationale selectie gezeten. Ik was een aanvaller van 1.80 meter lang, dat kon toen nog. Tegenwoordig zijn ze allemaal twee meter.”

Ook met schaken zat hij in de hoofdklasse. ,,Ik kwam soms in deknoei. Dan moest ik om twee uur schaken en om acht uur volleyballen. Ik speelde nooit twee goede wedstrijden op een dag. Toen heb ik wel geleerd dat je niet alles tegelijk kan doen.”

Maar die bedrijvigheid zit nu eenmaal in de aard van het beestje. Eenmaal hoogleraar in Delft was er vrij snel de uitdaging om er het rectoraat bij te doen. In 1974-1975 bekleedde Van Bekkum (toen ook al decaan van de faculteit STM en conrector van de universiteit) een jaar deze functie. Hij was een soort tussenrector.

,,Het ging niet zo goed met de universitaire top”, herinnert hij zich. ,,Het vijfkoppig bestuur mocht elkaar op persoonlijk vlak wel, maar was niet bepaald eendrachtig. De invloed van de partij Demokratisch Beleid was ook te groot. In de pauze van de vergaderingen van ons college van bestuur werden sommige leden nog geïnstrueerd door hun partijgenoten. In die tijd heb ik meegeholpen met de oprichting van TH Akkoord. Dat was de enige manier waarop we dachten de boel weer een beetje in balans te kunnen krijgen.”

Na dat bestuursjaar was Van Bekkum twee jaar actief voor TH Akkoord in de raad: ,,Ik heb in die vier jaren veel geleerd over de universiteit, over hoe de samenhang tussen de faculteiten is en hoe belangrijk het is om als universiteit goed naar buiten op te treden. Maar ik had wel erg weinig tijd voor onderwijs en onderzoek. Hoogleraren zijn in de regel ook geen echte bestuurders. Ik ben blij uiteindelijk weer voor het gewoon hoogleraarschap gekozen te hebben.”
Sigaren

Zijn steun en toeverlaat is al jaren secretaresse Mieke van der Kooij. ,,Een fantastische dame. Zij houdt mij op de been, samen met mijn sigaren.” Van Bekkum opent de deur van zijn kantoor en laat glunderend zijn rookverbod-ontheffingssticker zien, die aan de buitenkant prijkt.

Mieke is de enige die in zijn kantoor wegwijs kan. Van Bekkum heeft met zijn vier grote tafels waarschijnlijk het grootste bureau-oppervlak van de hele TU-gemeenschap, maar toch heeft hij nauwelijks plaats om te werken. Behalve hijzelf en Mieke is er niemand die binnen een kwartier tijd een artikel uit de ruim dertig stapels van gemiddeld tien centimeter dik kan opsnorren. Ook het ronde tafeltje van zijn zitje blijft niet gespaard.

Van Bekkum krijgt maandag de leermeesterprijs niet voor niets. Eén van de vakken die volgens Van Bekkum zelf een groot succes is bij de studenten is ‘chemie van de industriële producten’. Ongeveer de helft van de colleges geeft hij zelf en voor de overige uren nodigt hij gastsprekers uit die afkomstig zijn van verschillende industrietakken. ,,Zo komt elk jaar bijvoorbeeld dr. Lida Schoen uit de cosmetische industrie, die tijdens zo’n gastcollege in een wervelende show shampoo en dergelijke maakt. De studenten komen in groten getale naar die colleges.”

Er is ook geen gewoon tentamen aan verbonden. Na de colleges mogen de studenten zelf een onderwerp kiezen waarover ze dan een soort miniscriptie moeten schrijven. ,,Dat houdt in literatuuronderzoek, bedrijfscontact, een bezoek aan de octrooiraad etcetera. Binnen tweeëneenhalve week zijn ze allemaal expert op hun kleine gebiedje, bijvoorbeeld sportdrank, of alcoholvrij bier of een medicijn dat destudent zelf gebruikt. Uit de scripties die ingeleverd zijn, selecteer ik de beste en dan ga ik de redactie bellen van het chemisch magazine. Op die manier heeft al tien keer een student zijn eerste publicatie verworven. Ofschoon ik zelf slechts als intermediair optreed, ben ik steeds weer reuze trots. Het is tijdrovend, deze manier van werken, maar wel veel interessanter voor beide partijen. Chemisch magazine is wat dat betreft mijn beste klant.”

Joyce Ouwerkerk

Hij is snel in alles: op zijn zeventiende studeerde hij al in Delft, werd lector op zijn achtentwintigste, tentamens nakijken doet hij in een week tijd. Maar ook zijn manier van praten en zijn tred naar de koffie-automaat zijn snel. Prof.dr.ir. H. van Bekkum is één van de mensen die drie keer zoveel met hun tijd schijnen te kunnen doen als anderen. Komende maandag ontvangt de 63-jarige hoogleraar organische chemie de leermeesterprijs.


Figuur 1 Van Bekkum: ,,Mijn secretaresse houdt mij op de been, samen met mijn sigaren”

Met de leermeesterprijs (25.000 gulden en 10.000 aan vliegtickets) wil Van Bekkum lezingen geven in Cuba, de Antillen en Noord- en Zuid-Amerika. ,,Deze keuzes zijn eigenlijk gegroepeerd om Cuba”, verklaart Van Bekkum. ,,Cuba staat al heel lang op mijn verlanglijstje. Vanwege de suikeractiviteiten en de sigaren die er vandaan komen. Maar ook vanwege de voormalig wereldkampioen schaken Capablanca, die vele postzegels siert.” Een vereniging van vier grote liefdes in één land: chemie, sigaren, schaken en schaakpostzegels.

,,Die laatste hobby is gelukkig niet erg tijdrovend.” Maar Van Bekkum spaart niet alleen schaak- en scheikundepostzegels, soms verzint hij ze ook zelf. Van 1974 tot en met 1991 is hij bezig geweest Nederlands Nobelprijswinnaar en chemicus Van ‘t Hoff op de postzegel te krijgen en daar is hij uiteindelijk ook in geslaagd. ,,Nu ben ik een actie begonnen om schaakwereldkampioen Max Euwe (1901) in 2001 op de postzegel te krijgen, en dat gaat ook lukken.”

Zijn vijfde passie is de Alfa Romeo. Binnenkort is hij al aan de tiende Alfa toe. Drie van de vorige negen zijn op de schroothoop geëindigd. ,,Twee keer buiten mijn schuld om, maar die derde keer niet. Toen zat ik in hevige regen onder het rijden te piekeren over een schaakopstelling”, vertelt Van Bekkum. ,,De volgende dag moest mijn team namelijk een Europacup-wedstrijd schaken. Plotseling zie ik bij een splitsing twee auto’s links en rechts naast me en ik rijd zo de vangrail op. Ik klim uit die auto en denk nog ‘dit is niet best’, ook al omdat ik een glas whisky op had. Nog voordat de politie kwam heb ik toen een dosis nat gras gegeten om de zaak te maskeren. Dat is gelukt, maar de auto was wel verloren.”
Hoofdklasse

Dat je niet altijd twee dingen tegelijk goed kunt doen, wist Van Bekkum al sinds zijn studententijd. Hij studeerde van 1949 tot 1956 scheikunde, maar daarnaast was hij erg actief met volleybal en schaken. Startend bij studentenvolleybalvereniging Punch eindigde hij in het Nederlands team. ,,Ik heb twee jaar in de nationale selectie gezeten. Ik was een aanvaller van 1.80 meter lang, dat kon toen nog. Tegenwoordig zijn ze allemaal twee meter.”

Ook met schaken zat hij in de hoofdklasse. ,,Ik kwam soms in deknoei. Dan moest ik om twee uur schaken en om acht uur volleyballen. Ik speelde nooit twee goede wedstrijden op een dag. Toen heb ik wel geleerd dat je niet alles tegelijk kan doen.”

Maar die bedrijvigheid zit nu eenmaal in de aard van het beestje. Eenmaal hoogleraar in Delft was er vrij snel de uitdaging om er het rectoraat bij te doen. In 1974-1975 bekleedde Van Bekkum (toen ook al decaan van de faculteit STM en conrector van de universiteit) een jaar deze functie. Hij was een soort tussenrector.

,,Het ging niet zo goed met de universitaire top”, herinnert hij zich. ,,Het vijfkoppig bestuur mocht elkaar op persoonlijk vlak wel, maar was niet bepaald eendrachtig. De invloed van de partij Demokratisch Beleid was ook te groot. In de pauze van de vergaderingen van ons college van bestuur werden sommige leden nog geïnstrueerd door hun partijgenoten. In die tijd heb ik meegeholpen met de oprichting van TH Akkoord. Dat was de enige manier waarop we dachten de boel weer een beetje in balans te kunnen krijgen.”

Na dat bestuursjaar was Van Bekkum twee jaar actief voor TH Akkoord in de raad: ,,Ik heb in die vier jaren veel geleerd over de universiteit, over hoe de samenhang tussen de faculteiten is en hoe belangrijk het is om als universiteit goed naar buiten op te treden. Maar ik had wel erg weinig tijd voor onderwijs en onderzoek. Hoogleraren zijn in de regel ook geen echte bestuurders. Ik ben blij uiteindelijk weer voor het gewoon hoogleraarschap gekozen te hebben.”
Sigaren

Zijn steun en toeverlaat is al jaren secretaresse Mieke van der Kooij. ,,Een fantastische dame. Zij houdt mij op de been, samen met mijn sigaren.” Van Bekkum opent de deur van zijn kantoor en laat glunderend zijn rookverbod-ontheffingssticker zien, die aan de buitenkant prijkt.

Mieke is de enige die in zijn kantoor wegwijs kan. Van Bekkum heeft met zijn vier grote tafels waarschijnlijk het grootste bureau-oppervlak van de hele TU-gemeenschap, maar toch heeft hij nauwelijks plaats om te werken. Behalve hijzelf en Mieke is er niemand die binnen een kwartier tijd een artikel uit de ruim dertig stapels van gemiddeld tien centimeter dik kan opsnorren. Ook het ronde tafeltje van zijn zitje blijft niet gespaard.

Van Bekkum krijgt maandag de leermeesterprijs niet voor niets. Eén van de vakken die volgens Van Bekkum zelf een groot succes is bij de studenten is ‘chemie van de industriële producten’. Ongeveer de helft van de colleges geeft hij zelf en voor de overige uren nodigt hij gastsprekers uit die afkomstig zijn van verschillende industrietakken. ,,Zo komt elk jaar bijvoorbeeld dr. Lida Schoen uit de cosmetische industrie, die tijdens zo’n gastcollege in een wervelende show shampoo en dergelijke maakt. De studenten komen in groten getale naar die colleges.”

Er is ook geen gewoon tentamen aan verbonden. Na de colleges mogen de studenten zelf een onderwerp kiezen waarover ze dan een soort miniscriptie moeten schrijven. ,,Dat houdt in literatuuronderzoek, bedrijfscontact, een bezoek aan de octrooiraad etcetera. Binnen tweeëneenhalve week zijn ze allemaal expert op hun kleine gebiedje, bijvoorbeeld sportdrank, of alcoholvrij bier of een medicijn dat destudent zelf gebruikt. Uit de scripties die ingeleverd zijn, selecteer ik de beste en dan ga ik de redactie bellen van het chemisch magazine. Op die manier heeft al tien keer een student zijn eerste publicatie verworven. Ofschoon ik zelf slechts als intermediair optreed, ben ik steeds weer reuze trots. Het is tijdrovend, deze manier van werken, maar wel veel interessanter voor beide partijen. Chemisch magazine is wat dat betreft mijn beste klant.”

Joyce Ouwerkerk

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.