Wiskundige vakbladen genieten geen reputatie van grote leesbaarheid. Een blik in bijvoorbeeld de International Journal of Mathematics and Mathematical Sciences voldoet om te weten dat dat terecht is.

De nationale en stedelijke infrastructuur sluiten soms op elkaar aan als een vis op een fiets. Bewuster gebruik van de openbare ruimte kan de kloof tussen deze verkeersnetwerken slechten, meent bouwkundig ingenieur Han Meyer.

De TU kickt op grote namen. Met Shell moet er samengewerkt worden, met Philips, Boeing, IBM. Dat is het gezelschap waar Delft bij hoort. Maar de èchte innovaties vinden vaak elders plaats, op een achterkamer, in een kleine werkplaats.

Geen dikke stapels papier, wel een grote deskundigheid en inzet op het gebied van enkele geselecteerde thema’s. Dat wordt van onderzoekers gevraagd die aan een interfacultair onderzoekscentrum willen meewerken.

Onderzoekscholen, onderzoekscentra of technologisch topinstituut – wat is het verschil? De (nieuwe) organisatievormen in het onderzoek op een rijtje:DIOCDeelnemers: Een hecht team van Delftse onderzoekers (die wel in externe samenwerkingsverbanden kunnen zitten).

In de trein van Delft naar Tilburg raadpleegt de reiziger Pita, zijn zakcomputer: ,,Op welk perron moet ik in Rotterdam overstappen en is mijn aansluitende trein op tijd?” ,,Perron zes”, antwoordt Pita in het Nederlands, ,,en hij heeft geen vertraging.’