Schaamhaar? Kom op, dat is toch iets uit de jaren zeventig en hartstikke passé? Helemaal waar, maar wel zo veilig. Voor je het weet overlijd je aan zo’n kale jongeheer.
Een beetje student is een beest in bed. Wetenschappelijk bewezen. En tja, een beetje student is dus kaal – daar, ja. Want dat is nu eenmaal de norm. Alleen, dát wisten twee achttienjarige Antwerpse studenten niet, in het najaar van 2004. In volle, ongerepte glorie vertrokken ze naar hun introductieweek. Daar hadden de ouderejaars van hun nieuwe vereniging iets wel heel experimenteels bedacht – zich overigens van geen kwaad bewust. Bij wijze van ontgroening moesten de feuten hun geslachtsdelen insmeren met ontharingscrème, en daar twee uur mee rondlopen. Dat jeukt. Brandt. Maar erger nog: het is levensgevaarlijk. Want langer dan tien minuten doorlopen met die crème, kan brandwonden opleveren. Dan is zo’n ontgroeningsgrap opeens niet zo grappig meer, en wereldwijd nieuws. Eén van de studenten liep derdegraads brandwonden op aan zijn geslachtsdeel en vocht dagenlang voor zijn leven. Hij herstelde, maar moest wel een huidtransplantatie ondergaan. De andere feuten raakten alleen maar lichtgewond, zo berichtte de Gazet van Antwerpen.
Dat is schrikken. Maar is het verhaal niet een beetje overdreven, een ordinair broodje aap? Talloze mensen ontharen hun geslachtsdelen, en een deel van hen doet dat al jarenlang zonder problemen met ontharingscrème. Feit is dat de chemische samenstelling van die crèmes de haren eigenlijk ‘wegsmelt’. Laat dat proces iets te lang doorgaan, en de toch al zo gevoelige huid in je kruis raakt behoorlijk beschadigd. Tot derdegraads brandwonden aan toe. Chemische brandwonden die zo diep zijn, beschadigen zenuwen, bloedvaten en andere huidbestanddelen. En dat kan dodelijk zijn, zelfs al zitten ze alleen maar op zo’n klein oppervlak als je piemel. Het gevaar voor infectie is namelijk heel groot bij zo’n ernstige wond. En dat is precies waaraan de meeste brandwondenslachtoffers overlijden.
Ondanks de sensationele lading van dit verhaal, lijkt het dus allesbehalve een broodje aap. Het bericht is in zo’n beetje alle kranten verschenen en nog jaren naverteld, maar hoe het is afgelopen met de jongen en zijn genitale huidtransplantatie, staat nergens meer vermeld. Geen nieuws is goed nieuws, zullen we maar hopen. Maar gebruik voorlopig maar gewoon een scheermes.
Sinds enkele jaren maakt Vermolen samen met biomechanici van de universiteit van Zaragoza (Spanje) wiskundige modellen voor wondheling.
Onlangs ontdekte Vermolen iets wat ook vanuit historisch oogpunt interessant is.
“Stervormige wonden – zoals vroeger veelvuldig aangebracht tijdens martelingen – blijken twee á driemaal minder snel te helen dan ronde of langwerpige verwondingen van vergelijkbare grootte”, aldus Vermolen.
“Hoe snel een wond geneest is onder meer afhankelijk van de kromming van de wond”, legt de wiskundige uit. “Rondom het hart van een zeestervormige wond is die kromming negatief. Dat betekent dat huidcellen die zich daar verplaatsen vanuit het gezonde weefsel naar de wond zich moeten verdelen over een groot oppervlak. Het duurt daardoor langer voordat de wond dichtgroeit.”
Het doel van het wondenonderzoek is uiteraard niet om middeleeuwse martelpraktijken te verklaren. Met hun modellen hopen Vermolen en zijn Spaanse collega’s de chirurgie een stapje verder te helpen.
Zo zijn er bepaalde hormonen die toegediend kunnen worden om wonden sneller te laten helen. Maar dat moet met mate gebeuren, anders werken de hormonen averechts. De wiskundige modellen moeten inzicht in dit proces geven.
Comments are closed.