Opinion

[Brief] Bekrompen

Columnist Dap Hartmann ging in zijn column ‘Superbuschauffeur’ (Delta 21) in op het nieuwsbericht over een Nijmeegse scholier die voor zijn vwo-diploma slaagde met tienen en buschauffeur wil worden.

Columnist Dap Hartmann ging in zijn column ‘Superbuschauffeur’ (Delta 21) in op het nieuwsbericht over een Nijmeegse scholier die voor zijn vwo-diploma slaagde met tienen en buschauffeur wil worden. Als Hartmann in het college van bestuur zou zitten, stelde hij, zou hij vwo-scholieren die dit soort cijfers halen desnoods tegen hoge financiële vergoedingen naar Delft halen.

Ik erger me bovenmatig aan de vooroordelen die in het artikel ‘superbuschauffeur’ ten toon worden gespreid. Ward is duidelijk intelligent, maar zoveel tienen haal je niet alleen door je intelligentie, maar ook door het doorzettingsvermogen om je werk steeds weer te controleren op fouten en vergissingen. Dat niemand da’t opmerkt bevreemdt mij, want juist intelligente mensen moeten weten hoe vaak je slordigheidsfoutjes kunt maken.

Wards intelligentie wordt volgens mij gecombineerd met de behoefte zijn werk goed, dan wel foutloos af te leveren. Een eigenschap die een buschauffeur zou sieren. Bovendien lijkt de schrijver er van uit te gaan dat er maar één manier is om je te ontwikkelen in je leven: namelijk door een studie aan een hogere school. Waarom kan/mag Ward niet gewoon beginnen als chauffeur in het openbaar vervoer, en zich, als hij daar behoefte aan blijkt te hebben, van daaruit bekwamen in gebieden die zijn interesse opwekken. Vanwaar die heiligverklaring van de studie aan universiteiten, die vaak leidt tot het zoeken van de meest geld opleverende carrière? Is Ward juist niet te prijzen om het volgen van de keus die hem het meest gelukkig lijkt te maken, en de vrijheid die daaruit kan volgen wanneer hij denkt dat hij verder wil dan alleen chauffeur zijn? Misschien is Ward wel een van de originele geesten die zich, voorbij van het navolgen van trends zoals het zoeken van de baan met het hoogste salaris, ontwikkelt tot een man die zijn eigen ontwikkeling stuurt, en daar heel ver in komt. Juist dit soort mensen kan de wereld veel te bieden hebben. En niet de volgers van de al lang gesleten paden, zoals de weg tot beroemdheid of het grote geld, die de schrijver van dit stukje wil navolgen. Wat een bekrompen wereldbeeld!

Janny de Bruijn, buschauffeur

Naschrift Dap Hartmann:

In mijn ‘bekrompen wereldbeeld’ verdienen buschauffeurs meer dan promovendi, om nog maar te zwijgen van studenten die geld moeten lenen om te overleven. Voor ‘het grote geld’ hoeft niemand naar de TU Delft te komen. Ward mag uiteraard naar eigen believen doen wat hij wil: buschauffeur worden of theoretisch fysicus. Ik spreek geen waardeoordeel uit over beide beroepen. Wel denk ik dat hyperintelligente buschauffeurs uiteindelijk te weinig uitdagingen in hun werk zullen vinden. Neem me niet kwalijk, maar bij ‘volgers van al lang gesleten paden’ denk ik eerder aan het dagelijks rijden van dezelfde busroute dan aan het ontwikkelen van oplossingen voor grote maatschappelijke problemen. Wie gaat straks de CO2-uitstoot verminderen, de dijken ophogen en duurzame energiebronnen ontwikkelen?

Mijn punt is dat net zoals een busbedrijf moet zien goede chauffeurs te krijgen, de TU Delft moet proberen de beste studenten binnen te halen. Dat is onze verantwoordelijkheid naar de samenleving. Het huidige niveau van die samenleving danken we volledig aan wetenschap en technologie. Om dat peil te behouden, hebben we ook in de toekomst goede ingenieurs nodig. De column gaat dus eigenlijk helemaal niet over Ward, maar over de (technische) universiteiten, en hun wervingsbeleid.

Als Hartmann in het college van bestuur zou zitten, stelde hij, zou hij vwo-scholieren die dit soort cijfers halen desnoods tegen hoge financiële vergoedingen naar Delft halen.



Ik erger me bovenmatig aan de vooroordelen die in het artikel ‘superbuschauffeur‘ ten toon worden gespreid. Ward is duidelijk intelligent, maar zoveel tienen haal je niet alleen door je intelligentie, maar ook door het doorzettingsvermogen om je werk steeds weer te controleren op fouten en vergissingen. Dat niemand da’t opmerkt bevreemdt mij, want juist intelligente mensen moeten weten hoe vaak je slordigheidsfoutjes kunt maken.



Wards intelligentie wordt volgens mij gecombineerd met de behoefte zijn werk goed, dan wel foutloos af te leveren. Een eigenschap die een buschauffeur zou sieren. Bovendien lijkt de schrijver er van uit te gaan dat er maar één manier is om je te ontwikkelen in je leven: namelijk door een studie aan een hogere school. Waarom kan/mag Ward niet gewoon beginnen als chauffeur in het openbaar vervoer, en zich, als hij daar behoefte aan blijkt te hebben, van daaruit bekwamen in gebieden die zijn interesse opwekken. Vanwaar die heiligverklaring van de studie aan universiteiten, die vaak leidt tot het zoeken van de meest geld opleverende carrière? Is Ward juist niet te prijzen om het volgen van de keus die hem het meest gelukkig lijkt te maken, en de vrijheid die daaruit kan volgen wanneer hij denkt dat hij verder wil dan alleen chauffeur zijn? Misschien is Ward wel een van de originele geesten die zich, voorbij van het navolgen van trends zoals het zoeken van de baan met het hoogste salaris, ontwikkelt tot een man die zijn eigen ontwikkeling stuurt, en daar heel ver in komt. Juist dit soort mensen kan de wereld veel te bieden hebben. En niet de volgers van de al lang gesleten paden, zoals de weg tot beroemdheid of het grote geld, die de schrijver van dit stukje wil navolgen. Wat een bekrompen wereldbeeld!



Janny de Bruijn, buschauffeur



Naschrift Dap Hartmann:



In mijn ‘bekrompen wereldbeeld’ verdienen buschauffeurs meer dan promovendi, om nog maar te zwijgen van studenten die geld moeten lenen om te overleven. Voor ‘het grote geld’ hoeft niemand naar de TU Delft te komen. Ward mag uiteraard naar eigen believen doen wat hij wil: buschauffeur worden of theoretisch fysicus. Ik spreek geen waardeoordeel uit over beide beroepen. Wel denk ik dat hyperintelligente buschauffeurs uiteindelijk te weinig uitdagingen in hun werk zullen vinden. Neem me niet kwalijk, maar bij ‘volgers van al lang gesleten paden’ denk ik eerder aan het dagelijks rijden van dezelfde busroute dan aan het ontwikkelen van oplossingen voor grote maatschappelijke problemen. Wie gaat straks de CO2-uitstoot verminderen, de dijken ophogen en duurzame energiebronnen ontwikkelen?



Mijn punt is dat net zoals een busbedrijf moet zien goede chauffeurs te krijgen, de TU Delft moet proberen de beste studenten binnen te halen. Dat is onze verantwoordelijkheid naar de samenleving. Het huidige niveau van die samenleving danken we volledig aan wetenschap en technologie. Om dat peil te behouden, hebben we ook in de toekomst goede ingenieurs nodig. De column gaat dus eigenlijk helemaal niet over Ward, maar over de (technische) universiteiten, en hun wervingsbeleid.


 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.