Science

Bovenop het boontje

Voor iets waar zoveel mensen niet buiten kunnen, is koffiedrinken maar een arme belevenis. Een automatisme, functionaliteit. Zonde, voor misschien wel het lekkerste drankje van de wereld. IO’er Thijs de Booij probeerde van koffiedrinken de belevenis te maken die het verdient.


Het is een routine waar bijna niemand meer bij nadenkt. Je strompelt ongeschoren naar de keuken, gooit een pad of schep koffie in het apparaat, drukt op het knopje en eindelijk: je komt tot leven. Die eerste slok; de smaak op je tong en de warmte in je keel – het is niet eens de cafeïne, maar alleen al de sensatie die maakt dat die eerste kop je een opkikker geeft. Gek eigenlijk dat het bereiden van die koffie dan niet iets meer lading heeft, een ritueel is. Het zou de smaakbeleving een stuk bewuster maken.


Precies om die reden vroeg koffiefabrikant Douwe Egberts een groep van twintig IO-bachelors een eindproject te ontwerpen dat de ‘productervaring dichterbij het product – de koffie – brengt’. Dat bracht Thijs de Booij (26) tot een opvallende constatering: “Kwaliteitskoffie wordt bijna altijd geassocieerd met hoogstaande apparatuur. Voor espresso is dat terecht, daarvoor heb je nu eenmaal hoge druk nodig. Maar voor goede filterkoffie is een luxe apparaat van weinig belang. Als je de smaakbeleving van die koffie wilt verbeteren, moet je focus dus liggen op de bonen zelf.”


De student wilde een product ontwerpen dat de simpelheid bezit van filterkoffie, maar dan zonder het ouderwetse imago dat er nu aan hangt. Het werd een dubbelwandig glazen handfilter, met een vast, metalen binnenfilter. De Booij: “Dat zet je op je kopje. Zo zie je stap voor stap wat je doet, wat de koffie doet, en hoe hij ruikt wanneer je er heet water op gooit. Zodra je er voldoende water op hebt gegoten en naar eigen smaak hebt laten trekken, druk je een ventiel open en zie je de koffie in je kopje stromen. Een rijkere ervaring dan gewoon op een knopje drukken.”


Maar goed, kennen we niet al iets vergelijkbaars, in de vorm van een cafetière? “Daar lijkt het inderdaad op”, zegt de student, “mijn product is alleen net even anders. Bij een cafetière druk je de koffie door het water heen, en in mijn ontwerp gebeurt precies het omgekeerde. Bovendien is mijn ontwerp makkelijker schoon te maken. Eigenlijk wil ik me niet afzetten tegen zo’n fantastisch product. De cafetière is ook heel mooi, maar misschien moeten we wat meer te kiezen hebben bij dit soort producten. Er zijn tenslotte ook duizend verschillende espressoapparaten.”


Douwe Egberts kon het idee waarderen, maar neemt het – zoals het de meeste bachelor-eindprojecten vergaat – niet in productie. Jammer, vindt De Booij: “Ik geloof hier echt in.” Niet in de minste plaats omdat hij zelf zo verzot is op koffie. Hij heeft zelf een handmatig espressoapparaat, en werkt naast zijn studie in een koffiecafeetje in Utrecht. “Maar ik heb ook vaak trek in een simpele bak filterkoffie.” Die zal vooralsnog uit een ouderwets papieren filter moeten komen. Al zegt dat natuurlijk niets over de toekomst: hij is straks immers industrieel ontwerper. En wie weet staat Douwe Egberts wel met open armen te wachten.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.