Bouwkunde-studenten vinden hun studie een makkie, bleek onlangs uit onderzoek. In enkele discussie-bijeenkomsten stelt Stylos nu de vraag: is de kwaliteit voldoende?
Is bouwkunde wel een academische opleiding? Is het niveau voldoende om verbondenheid met een universiteit te rechtvaardigen? En wat is eigenlijk de essentie van de opleiding?
Aan de hand van deze vragen werd vorige week woensdag de spits afgebeten in een reeks discussie-middagen over de kwaliteit van bouwkunde-onderwijs. Een initiatief van de studievereniging Stylos, want: ,,Er wordt al zo lang en zo vaak door studenten onderling geklaagd over het onderwijs. Ik hoop dat dat nu eindelijk in het openbaar wordt gezegd, zodat we er iets mee kunnen doen”, stelt commissaris onderwijs Yvonne Modderman.
Bij het thema ‘hoe academisch is de bouwkundige opleiding% traden Siebe Bakker, Carel Weeber en Arjenne van Berkum in discussie met geïnteresseerde studenten. Niet achter gesloten deuren, maar op de overloop – waar iedere koffiedrinkende student het kon horen. Er werden scherpe kanttekeningen geplaatst bij de kwaliteit van de opleiding.
Stage
Van Berkum, voorzitter van de studentenraad, trok het academische karakter sterk in twijfel en stelde dat bouwkunde teveel gericht is op ontwerpen. Het verwerven van kennis, en het op basis hiervan ontwikkelen van een kritische, onderzoekende houding komen volgens haar te weinig aan bod.
Bakker, als docent architectuur bekend om zijn opvattingen over kwaliteitsverbetering binnen bouwkunde, voegde hieraan toe dat de student deze houding in het eerste jaar al moet ontwikkelen. Er moet dus meer onderzoek in de propedeuse. Bovendien, zei hij, moet strengere beoordeling in een vroeg stadium duidelijk maken of iemand geschikt is voor de opleiding. Hij pleitte daarnaast voor een verplichte stage. Want nu komen studenten er vaak pas tijdens hun afstuderen achter dat er gaten zitten in hun zelfstandige aanpak.
Weeber, sinds dit jaar onderwijsdirecteur aan de faculteit bouwkunde, vindt zo’n stage niet essentieel. Aangezien de meeste docenten architect zijn, is de opleiding naar zijn mening al teveel op de praktijk gericht. Bouwkunde is juist academisch omdat het geen beroepsopleiding is, stelde hij. Het onderwijs moet niet opleiden tot top-architecten, maar tot academici gespecialiseerd in de architectuur. Die kunnen behalve architect ook makelaar worden, of minister. Weeber vindt wel dat de uitstroom van afgestudeerden te laag is, en daar moet goed onderwijs verbetering in brengen.
Kritisch
Hierna waren de studenten aan de beurt. In de open discussiebleek dat zij meer inbreng willen hebben bij de kwaliteit van het onderwijs. Ze willen een grondiger kennis van architectuurgeschiedenis en -theorie. Dat is nodig om tot kritische vragen te komen, zeiden ze. Plus: de faculteit moet studenten behandelen als academici en hen niet teveel aan de hand willen nemen, want daardoor wordt eigen initiatief alleen maar geremd.
Stylos is tevreden over de discussie. ,,De opkomst was groter dan verwacht. Het is heel moeilijk om bouwkunde-studenten voor zoiets te motiveren. Maar tijdens de discussie stroomden steeds meer studenten toe”, vertelt Monique Gorisse, ook commissaris onderwijs.
Het is de bedoeling dat de onderwijsmiddag een vast onderdeel wordt in ieder lesblok.
Is bouwkunde wel een academische opleiding? Is het niveau voldoende om verbondenheid met een universiteit te rechtvaardigen? En wat is eigenlijk de essentie van de opleiding?
Aan de hand van deze vragen werd vorige week woensdag de spits afgebeten in een reeks discussie-middagen over de kwaliteit van bouwkunde-onderwijs. Een initiatief van de studievereniging Stylos, want: ,,Er wordt al zo lang en zo vaak door studenten onderling geklaagd over het onderwijs. Ik hoop dat dat nu eindelijk in het openbaar wordt gezegd, zodat we er iets mee kunnen doen”, stelt commissaris onderwijs Yvonne Modderman.
Bij het thema ‘hoe academisch is de bouwkundige opleiding% traden Siebe Bakker, Carel Weeber en Arjenne van Berkum in discussie met geïnteresseerde studenten. Niet achter gesloten deuren, maar op de overloop – waar iedere koffiedrinkende student het kon horen. Er werden scherpe kanttekeningen geplaatst bij de kwaliteit van de opleiding.
Stage
Van Berkum, voorzitter van de studentenraad, trok het academische karakter sterk in twijfel en stelde dat bouwkunde teveel gericht is op ontwerpen. Het verwerven van kennis, en het op basis hiervan ontwikkelen van een kritische, onderzoekende houding komen volgens haar te weinig aan bod.
Bakker, als docent architectuur bekend om zijn opvattingen over kwaliteitsverbetering binnen bouwkunde, voegde hieraan toe dat de student deze houding in het eerste jaar al moet ontwikkelen. Er moet dus meer onderzoek in de propedeuse. Bovendien, zei hij, moet strengere beoordeling in een vroeg stadium duidelijk maken of iemand geschikt is voor de opleiding. Hij pleitte daarnaast voor een verplichte stage. Want nu komen studenten er vaak pas tijdens hun afstuderen achter dat er gaten zitten in hun zelfstandige aanpak.
Weeber, sinds dit jaar onderwijsdirecteur aan de faculteit bouwkunde, vindt zo’n stage niet essentieel. Aangezien de meeste docenten architect zijn, is de opleiding naar zijn mening al teveel op de praktijk gericht. Bouwkunde is juist academisch omdat het geen beroepsopleiding is, stelde hij. Het onderwijs moet niet opleiden tot top-architecten, maar tot academici gespecialiseerd in de architectuur. Die kunnen behalve architect ook makelaar worden, of minister. Weeber vindt wel dat de uitstroom van afgestudeerden te laag is, en daar moet goed onderwijs verbetering in brengen.
Kritisch
Hierna waren de studenten aan de beurt. In de open discussiebleek dat zij meer inbreng willen hebben bij de kwaliteit van het onderwijs. Ze willen een grondiger kennis van architectuurgeschiedenis en -theorie. Dat is nodig om tot kritische vragen te komen, zeiden ze. Plus: de faculteit moet studenten behandelen als academici en hen niet teveel aan de hand willen nemen, want daardoor wordt eigen initiatief alleen maar geremd.
Stylos is tevreden over de discussie. ,,De opkomst was groter dan verwacht. Het is heel moeilijk om bouwkunde-studenten voor zoiets te motiveren. Maar tijdens de discussie stroomden steeds meer studenten toe”, vertelt Monique Gorisse, ook commissaris onderwijs.
Het is de bedoeling dat de onderwijsmiddag een vast onderdeel wordt in ieder lesblok.
Comments are closed.