Opinion

Bonnet

Ik word wakker en zie de rode cijfertjes oplichten. Zeven uur, geloof ik. In mijn hoofd en mijn maag worden vreemde trucs uitgehaald. Ik ga naar de wc en drink een glas water.

Op de terugweg naar bed merk ik dat vooral dat laatste geen goed idee was. Hé, wat handig, er staat toevallig een emmer naast mijn bed.

Het is weer zover. Iets te diep in te veel glaasjes gekeken. Wat is er gisteren toch gebeurd? Ik kan me nog herinneren dat ik om een uur of tien door de sociëteit loop en weer een whisky in mijn handen gedrukt krijg, maar daarna is het zwart. Hoe ben ik thuis gekomen? Heb ik mijn lenzen uitgedaan? Heb ik overgegeven?

Terwijl ik me dat afvraag komt er een beeld naar boven van de toiletpot in kikkerperspectief. Er druipen brokjes naar beneden aan de verkeerde kant van de bril. Ja dus. In mijn lenzenhouder zit maar één lens.

Tot mijn verbazing wordt het na een asperientje rustig in mijn hoofd. Nu kan ik me tenminste volledig concentreren op de rommel in mijn maag. En op de flarden van herinneringen die zich opdringen. Ah nee, dat heb ik toch niet echt gedaan?

Ik schaam me diep. Ik kan me, gelukkig, niet al te veel herinneren, maar wat ik nog wel weet, dring ik zo snel mogelijk weg. Wat erg, waar was ik mee bezig?

Nadat mijn collegegenoten me op de hoogte brengen over duizelingwekkende aantallen whisky’s leg ik ze een spreekverbod op. Ik wil het allemaal niet weten. Het doet me denken aan een keer ervoor toen ik wakker werd en na een half uur een volkomen niet te achterhalen pleister om mijn wijsvinger ontdekte. Eronder zat een piepklein wondje. Ongetwijfeld was het op de avond zelf een geweldig drama geweest.

Ik ben helemaal niet tegen het gebruik van alcohol en ook zekere mates van dronkenschap zijn acceptabel. Drank mag echter nooit een excuus zijn om niet meer verantwoordelijk te hoeven zijn voor je eigen acties. Als je zelfs al niet meer weet wat je hebt uitgevoerd, is het niet langer in orde.

Maar behalve alle vervelende geschiedenissen die hun oorzaak vinden in benevelde breinen, levert de delirium tremens ook goede verhalen op. Op de fiets naar huis omvallen in een plantsoen en acuut, met de fiets nog tussen je benen, in slaap vallen om later door de politie gewekt te worden. Urenlang op je fiets zitten in de stalling in de stellige overtuiging dat je naar huis fietst. Niet begrijpend je sleutel aankijken als je voor het huis staat waar je drie jaar geleden woonde. Twintig keer zolang doen over de tocht naar je bed, of juist totaal niet meer je eigen krachten kunnen inschatten en zo onwaarschijnlijke krachtsinspanningen uitvoeren. Wakker worden met spierpijn, een gebroken arm, een beurse neus of blauw oog.

Wat zal er nog meer gebeuren onder zulke omstandigheden? Een politicus wordt wakker en leest in de krant dat-ie op de feestelijke afscheidsborrel de avond ervoor iemand een gouden handdruk van vier miljoen heeft gegeven. Een tasjesdief vindt de inhoud van De Nederlandse Bank in zijn kruipruimte. Iemandvan de Technische Universiteit Delft ontdekt dat hij een wel heel afschuwelijk kleurenpalet voor de TU-lustrumtrui heeft goedgekeurd.

Was het pleisterincident voldoende om mijn cocktailconsumptie blijvend naar beneden te brengen, dit avontuur heeft me enkele weken geheel droog gelegd. Vrienden zagen een gebiedsvreemde cassis, 7-Up of jus d’orange in mijn nabijheid. Onlangs probeerde ik het weer eens met een paar biertjes. Het is best leuk om alleen maar een beetje aangeschoten te zijn.
Ingrid Bonnet

Ik word wakker en zie de rode cijfertjes oplichten. Zeven uur, geloof ik. In mijn hoofd en mijn maag worden vreemde trucs uitgehaald. Ik ga naar de wc en drink een glas water. Op de terugweg naar bed merk ik dat vooral dat laatste geen goed idee was. Hé, wat handig, er staat toevallig een emmer naast mijn bed.

Het is weer zover. Iets te diep in te veel glaasjes gekeken. Wat is er gisteren toch gebeurd? Ik kan me nog herinneren dat ik om een uur of tien door de sociëteit loop en weer een whisky in mijn handen gedrukt krijg, maar daarna is het zwart. Hoe ben ik thuis gekomen? Heb ik mijn lenzen uitgedaan? Heb ik overgegeven?

Terwijl ik me dat afvraag komt er een beeld naar boven van de toiletpot in kikkerperspectief. Er druipen brokjes naar beneden aan de verkeerde kant van de bril. Ja dus. In mijn lenzenhouder zit maar één lens.

Tot mijn verbazing wordt het na een asperientje rustig in mijn hoofd. Nu kan ik me tenminste volledig concentreren op de rommel in mijn maag. En op de flarden van herinneringen die zich opdringen. Ah nee, dat heb ik toch niet echt gedaan?

Ik schaam me diep. Ik kan me, gelukkig, niet al te veel herinneren, maar wat ik nog wel weet, dring ik zo snel mogelijk weg. Wat erg, waar was ik mee bezig?

Nadat mijn collegegenoten me op de hoogte brengen over duizelingwekkende aantallen whisky’s leg ik ze een spreekverbod op. Ik wil het allemaal niet weten. Het doet me denken aan een keer ervoor toen ik wakker werd en na een half uur een volkomen niet te achterhalen pleister om mijn wijsvinger ontdekte. Eronder zat een piepklein wondje. Ongetwijfeld was het op de avond zelf een geweldig drama geweest.

Ik ben helemaal niet tegen het gebruik van alcohol en ook zekere mates van dronkenschap zijn acceptabel. Drank mag echter nooit een excuus zijn om niet meer verantwoordelijk te hoeven zijn voor je eigen acties. Als je zelfs al niet meer weet wat je hebt uitgevoerd, is het niet langer in orde.

Maar behalve alle vervelende geschiedenissen die hun oorzaak vinden in benevelde breinen, levert de delirium tremens ook goede verhalen op. Op de fiets naar huis omvallen in een plantsoen en acuut, met de fiets nog tussen je benen, in slaap vallen om later door de politie gewekt te worden. Urenlang op je fiets zitten in de stalling in de stellige overtuiging dat je naar huis fietst. Niet begrijpend je sleutel aankijken als je voor het huis staat waar je drie jaar geleden woonde. Twintig keer zolang doen over de tocht naar je bed, of juist totaal niet meer je eigen krachten kunnen inschatten en zo onwaarschijnlijke krachtsinspanningen uitvoeren. Wakker worden met spierpijn, een gebroken arm, een beurse neus of blauw oog.

Wat zal er nog meer gebeuren onder zulke omstandigheden? Een politicus wordt wakker en leest in de krant dat-ie op de feestelijke afscheidsborrel de avond ervoor iemand een gouden handdruk van vier miljoen heeft gegeven. Een tasjesdief vindt de inhoud van De Nederlandse Bank in zijn kruipruimte. Iemandvan de Technische Universiteit Delft ontdekt dat hij een wel heel afschuwelijk kleurenpalet voor de TU-lustrumtrui heeft goedgekeurd.

Was het pleisterincident voldoende om mijn cocktailconsumptie blijvend naar beneden te brengen, dit avontuur heeft me enkele weken geheel droog gelegd. Vrienden zagen een gebiedsvreemde cassis, 7-Up of jus d’orange in mijn nabijheid. Onlangs probeerde ik het weer eens met een paar biertjes. Het is best leuk om alleen maar een beetje aangeschoten te zijn.
Ingrid Bonnet

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.