Campus

Bolletjes

Tussen mijn huis en de TU ligt een ijssalon. Nu de lente officieel is begonnen zal hij wel weer open zijn, en zal ik er binnenkort weer eens heengaan.

Het is een ijssalon met eigen wetten en regels, ik zou bijna willen zeggen: ‘eigen normen en waarden’.

Het begint al in de winter. De meeste ijssalons transformeren dan tot poffertjespaleis of Perzische tapijtwinkels. Deze salon niet. Hij was gewoon dicht. Als een beer in winterslaap. Geduldig wachtend op de krokussen en de zwaluwen.

Eenmaal aan het seizoen begonnen, stelt hij je voor verrassingen. Zo bestelde ik er afgelopen zomer nietsvermoedend een hoorntje met een bolletje pistache en een bolletje chocola. Een duidelijk verzoek, al had het niet misstaan als ik meteen gezegd had dat ik geen slagroom wenste. “Dat kan niet”, was het antwoord. Mijn hersens moesten op volle toeren werken om te kiezen tussen verbazing en onbegrip. Het is vrij bizar in een ijssalon een ijsje geweigerd te worden. Er kwam uitleg. “Op de hoorntjes kan maar één smaak, wij werken niet met bolletjes. Twee smaken kan wel in een bakje, wilt u dat graag?” Een ijssalon zonder bolletjes. Waarom geen bolletjes? Heeft de eigenaar een afkeer van de bewegende metalen dingetjes die het bolletje van de schep schrapen? Of had hij dit besluit resoluut genomen nadat er op Schiphol wel erg veel bolletjesslikkers kwamen, denkend dat ook zíjn bolletjes in een verkeerd daglicht zouden komen? Misschien zei zijn vader, ook ijsverkoper, op zijn sterfbed: “Let op mijn woorden, jongen. Bolletjes; dat is ouderwets, gewoon het ijs met een spatel afsmeren is de toekomst.”

Verbouwereerd, lamgeslagen door de vanzelfsprekendheid waarmee deze ijssalon zijn bolletjesloosheid verkondigde, heb ik niet gevraagd waarom, dus ik zal het nooit weten. Ik heb het voorgestelde bakje genomen. Ben doorgewandeld naar de botanische tuin. Want ook met ijs in een bákje is het prima genieten van kwartelkuikens en roodwangschildpadden.

Tussen mijn huis en de TU ligt een ijssalon. Nu de lente officieel is begonnen zal hij wel weer open zijn, en zal ik er binnenkort weer eens heengaan. Het is een ijssalon met eigen wetten en regels, ik zou bijna willen zeggen: ‘eigen normen en waarden’.

Het begint al in de winter. De meeste ijssalons transformeren dan tot poffertjespaleis of Perzische tapijtwinkels. Deze salon niet. Hij was gewoon dicht. Als een beer in winterslaap. Geduldig wachtend op de krokussen en de zwaluwen.

Eenmaal aan het seizoen begonnen, stelt hij je voor verrassingen. Zo bestelde ik er afgelopen zomer nietsvermoedend een hoorntje met een bolletje pistache en een bolletje chocola. Een duidelijk verzoek, al had het niet misstaan als ik meteen gezegd had dat ik geen slagroom wenste. “Dat kan niet”, was het antwoord. Mijn hersens moesten op volle toeren werken om te kiezen tussen verbazing en onbegrip. Het is vrij bizar in een ijssalon een ijsje geweigerd te worden. Er kwam uitleg. “Op de hoorntjes kan maar één smaak, wij werken niet met bolletjes. Twee smaken kan wel in een bakje, wilt u dat graag?” Een ijssalon zonder bolletjes. Waarom geen bolletjes? Heeft de eigenaar een afkeer van de bewegende metalen dingetjes die het bolletje van de schep schrapen? Of had hij dit besluit resoluut genomen nadat er op Schiphol wel erg veel bolletjesslikkers kwamen, denkend dat ook zíjn bolletjes in een verkeerd daglicht zouden komen? Misschien zei zijn vader, ook ijsverkoper, op zijn sterfbed: “Let op mijn woorden, jongen. Bolletjes; dat is ouderwets, gewoon het ijs met een spatel afsmeren is de toekomst.”

Verbouwereerd, lamgeslagen door de vanzelfsprekendheid waarmee deze ijssalon zijn bolletjesloosheid verkondigde, heb ik niet gevraagd waarom, dus ik zal het nooit weten. Ik heb het voorgestelde bakje genomen. Ben doorgewandeld naar de botanische tuin. Want ook met ijs in een bákje is het prima genieten van kwartelkuikens en roodwangschildpadden.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.