In Delta 11 werd in de rubriek ‘Desgevraagd’ de bolbliksem besproken. Dr.ir. E. Gulski vindt het verschijnsel een fabeltje op het niveau van UFO’s en yeti’s.
Hij sluit zich blijkbaar aan bij de groep zeer kritische natuurkundigen die denken dat de vele meldingen het gevolg zijn van nabeelden.
In ‘Tussen Waarheid & Waanzin, een encyclopedie der pseudo-wetenschappen’ van Marcel Hulspas & Jan Willem Nienhuys wordt gesteld dat de meeste natuurkundigen het bestaan van dit wonderlijke natuurverschijnsel accepteren. De schrijvers vinden de kans groot dat het om een curieus chemisch verschijnsel gaat. NRC Handelsblad van vijf februari beschreef een verklaringsmodel voor bolbliksems van onderzoekers de universiteit van Canterbury in Nieuw Zeeland die dit in Nature, drie februari, gepubliceerd hebben. Het gaat erom dat op de trefplaats van de bliksem de hoeveelheid koolstof één á twee maal groter is dan de hoeveelheid siliciumdioxide. Het model leent zich voor experimenten in het laboratorium, iets voor het Hoogspanningslab?
Na zijn ‘Pure kolder’ opmerking grapt Gulski: ,,Misschien dat iemand er anders over denkt en dat is dan het einde van mijn loopbaan”. Hij moet nu niet onnodig zenuwachtig worden, hij mag best een afwijkende mening hebben, en die eventueel bij een voortschrijdend inzicht aanpassen. Afwijkende meningen worden pas een probleem als die zich op het niveau gaan begeven van: ‘De onwelkome boodschap, of hoe de vrijheid van wetenschap bedreigd wordt’ van A.J.F. Köbben en H. Tromp, als ‘hogerhand’ de conclusies van wetenschappelijk onderzoek niet juist vindt (Skepter, september 1999).
Als men in het Hoogspanningslab met het genoemde model er in slaagt bolbliksems op te wekken kom ik graag op een vrije middag een keer kijken bij Dr. Gulski. Misschien is het een milieuvriendelijk alternatief voor vuurwerk.
In Delta 11 werd in de rubriek ‘Desgevraagd’ de bolbliksem besproken. Dr.ir. E. Gulski vindt het verschijnsel een fabeltje op het niveau van UFO’s en yeti’s. Hij sluit zich blijkbaar aan bij de groep zeer kritische natuurkundigen die denken dat de vele meldingen het gevolg zijn van nabeelden.
In ‘Tussen Waarheid & Waanzin, een encyclopedie der pseudo-wetenschappen’ van Marcel Hulspas & Jan Willem Nienhuys wordt gesteld dat de meeste natuurkundigen het bestaan van dit wonderlijke natuurverschijnsel accepteren. De schrijvers vinden de kans groot dat het om een curieus chemisch verschijnsel gaat. NRC Handelsblad van vijf februari beschreef een verklaringsmodel voor bolbliksems van onderzoekers de universiteit van Canterbury in Nieuw Zeeland die dit in Nature, drie februari, gepubliceerd hebben. Het gaat erom dat op de trefplaats van de bliksem de hoeveelheid koolstof één á twee maal groter is dan de hoeveelheid siliciumdioxide. Het model leent zich voor experimenten in het laboratorium, iets voor het Hoogspanningslab?
Na zijn ‘Pure kolder’ opmerking grapt Gulski: ,,Misschien dat iemand er anders over denkt en dat is dan het einde van mijn loopbaan”. Hij moet nu niet onnodig zenuwachtig worden, hij mag best een afwijkende mening hebben, en die eventueel bij een voortschrijdend inzicht aanpassen. Afwijkende meningen worden pas een probleem als die zich op het niveau gaan begeven van: ‘De onwelkome boodschap, of hoe de vrijheid van wetenschap bedreigd wordt’ van A.J.F. Köbben en H. Tromp, als ‘hogerhand’ de conclusies van wetenschappelijk onderzoek niet juist vindt (Skepter, september 1999).
Als men in het Hoogspanningslab met het genoemde model er in slaagt bolbliksems op te wekken kom ik graag op een vrije middag een keer kijken bij Dr. Gulski. Misschien is het een milieuvriendelijk alternatief voor vuurwerk.
Comments are closed.