Campus

Boerenslimheid over waspoeder

Gewapend met een ‘consistent verhaal’ over waspoeder zijn vier werktuigbouwers doorgedrongen tot de eindronde van de Marketing Associatie Nederland-dag.

Zij moeten hun marketing skills daar tijdens een casecompetitie meten met die van doorgewinterde bedrijfskunde- en economiestudenten. Gezien hun kennisachterstand wordt dit waarschijnlijk een zware klus. Maar: ,,Marketing is vooral een kwestie van boerenverstand.”

Dat techniekstudenten ook op marketinggebied hun mannetje staan bleek vorig jaar, toen een team IO-studenten tegen de verwachting in de voorronde van de landelijke studentenwedstrijd won van ‘echte’ marketeers. Het ontbreken van een marketing associatie in Delft deed de IO-ers echter de das om: ze mochten niet door naar de finale.

Omdat drie maanden geleden de technische marketing associatie Delft (TMAD) is opgericht kennen de winnaars van dit jaar, Martin de Buck, Luuk Kremers, Guido op ‘t Root en Marco van der Voort, dit probleem niet. ,,Dat gedoe van vorig jaar is inderdaad de impulsieve reden geweest voor de oprichting van de associatie”, erkent Chris Limbach van TMAD. ,,Maar sowieso geldt dat ingenieurs zich zo breed mogelijk moeten ontwikkelen, en met communicatie- en marketingvaardigheden heb je een voorsprong. In Nederland werken zo’n honderdduizend managers met een marketingfunctie. Ongeveer 34 procent daarvan heeft een ingenieurstitel.”

Hoewel ze wel met TMAD samenwerken, zijn de vier finalisten zelf aangesloten bij het technisch marketing dispuut (TMD) van de faculteit Werktuigbouwkunde. Van de zeven teams die aan de voorronde voor techniekstudenten deelnamen, hadden zij de beste oplossing. Het probleem betrof een case waarover Unilever zich in 1992 het hoofd brak: de herpositionering van het waspoeder Sunil, dat ondanks grote reclame-inspanningen door een steeds kleinere groep ouderen werd gekocht; mensen die het produkt nog kenden uit de ‘goede oude tijd’.

,,Als je je markt wilt vergroten terwijl je produkt altijd op een bepaald publiek gericht was, dan kun je niet zomaar iets compleet anders gaan doen”, weet Van der Voort, voorzitter van TMD. ,,Wij hebben daarom een strategie ontwikkeld voor mensen van veertig jaar en ouder, zodat je het oudere publiek er meteen ook bij hebt. Omdat het produkt wordt verkocht in de supermarkt zijn we verder uitgegaan van één produkt met één verpakking, en een navulpak. Als je veel schapruimte inneemt omdat je een groot aantal produktvarianten hebt (bonte was, witte was), dan zegt de supermarktbeheerder al snel: ‘Ik neem wel wat anders.”’

Een navulpak? ,,Dat is inderdaad niet zo vernieuwend. Wij hebben ook niet zo zeer gewonnen vanwege onze innovativiteit, maar door onze consequente aanpak”, verklaart De Buck. ,,Het idee erachter is dat de consument er eigenlijk niet over wil nadenken wat voor wasmiddel hij nu weer moet gebruiken.”
Cocooning

Omdat een low interest produkt als zeeppoeder meestal vergezeld gaat van een ergerlijk tv-spotje, werd ook een reclamecampagne bedacht. De Buck: ,,Ons reclame-idee gaat uit van cocooning, een huiselijke sfeer. Vrienden die wat lol maken bij de open haard, er valt een glas wijn om, maar daar hoeven ze zich geen zorgen over te maken want het wordt toch wel schoon. Wij denken dat dit wat minder irritant is dan die overbekende vlekkenmagneten, of kuddes buffels die over een kleed rennen.”


Figuur 1 De consument wil er eigenlijk niet over nadenken wat voor wasmiddel hij nu weer moet gebruiken.

Voor de geleverde prestatie kregen de winnaars een handdoek met een opdruk van een briefje van duizend (,,Inderdaad, uit die reclame”) mee naar huis. Tijdens de finale op 27 februari valt er echt geld te verdienen, maar de werktuigbouwers moeten het dan wel opnemen tegen the young and bright van de marketingopleidingen. Rinske Geerlings van TMAD ziet daarin geen onoverkomelijk probleem. ,,Studenten van de TU Delft worden meestal pas na twee of drie jaar geschoold als marketeer, als variant op de opleiding. Maar ik denk dat dit geen groot nadeel is. Marketing vereist namelijk een vorm van boerenverstand die erg goed aansluit bij de manier waarop ingenieurs denken.”

De Buck is wat terughoudender: ,,Onze kansen schat ik eigenlijk niet zo hoog in. Met andere technische studenten durf je je nog wel te meten, maar de teams uit Amsterdam, Rotterdam en Groningen hebben al jaren marketingonderwijs gehad, waarbij specifieke cases worden behandeld. Het wordt dus een lastige klus. Maar je weet maar nooit.”

Ralph Oei

Gewapend met een ‘consistent verhaal’ over waspoeder zijn vier werktuigbouwers doorgedrongen tot de eindronde van de Marketing Associatie Nederland-dag. Zij moeten hun marketing skills daar tijdens een casecompetitie meten met die van doorgewinterde bedrijfskunde- en economiestudenten. Gezien hun kennisachterstand wordt dit waarschijnlijk een zware klus. Maar: ,,Marketing is vooral een kwestie van boerenverstand.”

Dat techniekstudenten ook op marketinggebied hun mannetje staan bleek vorig jaar, toen een team IO-studenten tegen de verwachting in de voorronde van de landelijke studentenwedstrijd won van ‘echte’ marketeers. Het ontbreken van een marketing associatie in Delft deed de IO-ers echter de das om: ze mochten niet door naar de finale.

Omdat drie maanden geleden de technische marketing associatie Delft (TMAD) is opgericht kennen de winnaars van dit jaar, Martin de Buck, Luuk Kremers, Guido op ‘t Root en Marco van der Voort, dit probleem niet. ,,Dat gedoe van vorig jaar is inderdaad de impulsieve reden geweest voor de oprichting van de associatie”, erkent Chris Limbach van TMAD. ,,Maar sowieso geldt dat ingenieurs zich zo breed mogelijk moeten ontwikkelen, en met communicatie- en marketingvaardigheden heb je een voorsprong. In Nederland werken zo’n honderdduizend managers met een marketingfunctie. Ongeveer 34 procent daarvan heeft een ingenieurstitel.”

Hoewel ze wel met TMAD samenwerken, zijn de vier finalisten zelf aangesloten bij het technisch marketing dispuut (TMD) van de faculteit Werktuigbouwkunde. Van de zeven teams die aan de voorronde voor techniekstudenten deelnamen, hadden zij de beste oplossing. Het probleem betrof een case waarover Unilever zich in 1992 het hoofd brak: de herpositionering van het waspoeder Sunil, dat ondanks grote reclame-inspanningen door een steeds kleinere groep ouderen werd gekocht; mensen die het produkt nog kenden uit de ‘goede oude tijd’.

,,Als je je markt wilt vergroten terwijl je produkt altijd op een bepaald publiek gericht was, dan kun je niet zomaar iets compleet anders gaan doen”, weet Van der Voort, voorzitter van TMD. ,,Wij hebben daarom een strategie ontwikkeld voor mensen van veertig jaar en ouder, zodat je het oudere publiek er meteen ook bij hebt. Omdat het produkt wordt verkocht in de supermarkt zijn we verder uitgegaan van één produkt met één verpakking, en een navulpak. Als je veel schapruimte inneemt omdat je een groot aantal produktvarianten hebt (bonte was, witte was), dan zegt de supermarktbeheerder al snel: ‘Ik neem wel wat anders.”’

Een navulpak? ,,Dat is inderdaad niet zo vernieuwend. Wij hebben ook niet zo zeer gewonnen vanwege onze innovativiteit, maar door onze consequente aanpak”, verklaart De Buck. ,,Het idee erachter is dat de consument er eigenlijk niet over wil nadenken wat voor wasmiddel hij nu weer moet gebruiken.”
Cocooning

Omdat een low interest produkt als zeeppoeder meestal vergezeld gaat van een ergerlijk tv-spotje, werd ook een reclamecampagne bedacht. De Buck: ,,Ons reclame-idee gaat uit van cocooning, een huiselijke sfeer. Vrienden die wat lol maken bij de open haard, er valt een glas wijn om, maar daar hoeven ze zich geen zorgen over te maken want het wordt toch wel schoon. Wij denken dat dit wat minder irritant is dan die overbekende vlekkenmagneten, of kuddes buffels die over een kleed rennen.”


Figuur 1 De consument wil er eigenlijk niet over nadenken wat voor wasmiddel hij nu weer moet gebruiken.

Voor de geleverde prestatie kregen de winnaars een handdoek met een opdruk van een briefje van duizend (,,Inderdaad, uit die reclame”) mee naar huis. Tijdens de finale op 27 februari valt er echt geld te verdienen, maar de werktuigbouwers moeten het dan wel opnemen tegen the young and bright van de marketingopleidingen. Rinske Geerlings van TMAD ziet daarin geen onoverkomelijk probleem. ,,Studenten van de TU Delft worden meestal pas na twee of drie jaar geschoold als marketeer, als variant op de opleiding. Maar ik denk dat dit geen groot nadeel is. Marketing vereist namelijk een vorm van boerenverstand die erg goed aansluit bij de manier waarop ingenieurs denken.”

De Buck is wat terughoudender: ,,Onze kansen schat ik eigenlijk niet zo hoog in. Met andere technische studenten durf je je nog wel te meten, maar de teams uit Amsterdam, Rotterdam en Groningen hebben al jaren marketingonderwijs gehad, waarbij specifieke cases worden behandeld. Het wordt dus een lastige klus. Maar je weet maar nooit.”

Ralph Oei

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.