Slimme medicijndragers, zelfherstellende lakken en betere zonnecellen. Nanotechnologie belooft nieuwe materialen met ongekende mogelijkheden. De Nobelprijs voor Ben Feringa en collega’s voor hun moleculaire autootje was nog maar het begin, betoogt Martijn van Calmthout in zijn nieuwe boek ‘Echt Nano’.
De aankondiging van de Nobelprijs voor de chemie bezorgde wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout (de Volkskrant) in oktober 2016 een rilling over de rug. Naast Jean-Pierre Sauvage (Frankrijk) en Sir James Fraser Stoddart (Groot-Brittannië) valt de naam van Bernard L. Feringa.
‘Het is Ben!’’ denkt Van Calmthout. Hij heeft de Groningse hoogleraar al vaker gesproken over diens bijzondere moleculen die kunnen wuiven en draaien als op commando.
Het nieuws over een Nederlandse Nobelprijswinnaar trekt als een hooibrand door de media. De afbeelding van een autootje, opgebouwd uit slechts enkele moleculen, verschijnt in alle kranten en websites. De nanokar blijkt een goed gekozen demonstratie van Feringa’s moleculaire kunnen. Er verrijst zelfs een levensgroot model van de moleculaire Mazda voor het Groningse academiegebouw. Inmiddels neemt Feringa het oernuchtere advies van zijn secretaresse ter harte: ‘Ben, alleen kalmte kan ons redden.’
‘Ik staar ernaar en ben haast ontroerd’
Van Calmthout interviewde Feringa voor de Volkskrant en bereidde een update voor van zijn eerdere boek ‘Nobel op de kaart’ over alle Nederlandse Nobelprijswinnaars. Toen de Groningse universiteit bovendien een bijeenkomst organiseerde met de drie laureaten wist Van Calmthout wat hem te doen stond: een boek maken over moleculaire machines.
Dat boek ligt er nu, met geschreven portretten van Feringa, Sauvage en Fraser Stoddard. Dat zijn kunstige vervlechtingen geworden van biografische achtergronden, observaties en gespreksfragmenten.
Tussendoor spijkert Van Calmthout de lezer bij op het gebied van moleculen, miniaturisering, Richard Feynman (‘There’s plenty of room at the bottom’, 1959), kunstmatige leven, bouwen met DNA en kankerbestrijding. Hij heeft die bijlessen vormgegeven als brieven aan professor Sibrandus Stratingh – een negentiende-eeuwse voorganger van Ben Feringa. Ik hield mijn hart een beetje vast bij die constructie omdat zo’n stijlfiguur gemakkelijk kinderachtig wordt. Van Calmthout weet die valkuil grotendeels te vermijden. Alleen de uitleg over internet is een beetje flauw.
Feringa maakte naam met moleculen die hij met licht of warmte kon aandrijven. Sauvage slaagde er in om moleculen in de vorm van een vergrootglas met de ringen door elkaar te bouwen. Ze zaten mechanische gebonden, en niet chemisch. Fraser Stoddard werd bekend doordat hij een ringvorming molecuul om een staafvormig molecuul kon bewegen. Het zijn, zo betoogt Van Calmthout, de eerste stappen op weg naar moleculaire machines.
Dat besef dringt ten volle bij hem door als hij bij Erik Bakkers in Eindhoven de gegroeide structuren ziet waarin Leo Kouwenhoven zijn majorana’s tot leven wekt. ‘Ik staar ernaar en ben haast ontroerd. Het is van een betoverende schoonheid hoe de hand van de onderzoeker naast me kennelijk vrijelijk beweegt in een nanowereld die inmiddels net zo tastbaar lijkt als de alledaagse. Dit, realiseer ik me, is echt de droom van Richard Feynman uit 1959, van een wereld van het kleinste waar nog van alles mogelijk zal blijken.’
Martijn van Calmhout, ‘Echt nano – hoe moleculen machines konden worden’, Paperback, 192 pagina’s, tekeningen Erik Kriek, Uitgeverij Lias, ISBN 978 90 8803 094, Prijs €18,95.
Do you have a question or comment about this article?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.