Hogescholen en universiteiten balen ervan dat enkele partijen willen bezuinigen op ‘overheadkosten’ in het hoger onderwijs. Dat kan helemaal niet meer, reageren ze.
De Socialistische Partij wil driehonderd miljoen euro besparen op de ‘lumpsum’ van het hoger onderwijs “met als doel het verlagen van de overheadkosten”, bleek donderdag uit de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het Centraal Planbureau.
Ook het CDA wil dat doen: die partij gaat tweehonderd miljoen euro besparen op het hoger onderwijs “met als doel het verminderen van kleine opleidingen en het verlagen van overheadkosten”.
Hard gewerkt
Dat lukt helemaal niet, reageert universiteitenvereniging VSNU. “De universiteiten hebben de afgelopen jaren al hard gewerkt om waar mogelijk het overheadpercentage te verlagen”, zegt een woordvoerder. Dat is ook gelukt: de overhead daalde van 23 naar 21 procent. En vergeleken met de rest van de publieke sector waren die kosten toch al niet hoog.
Dus kaatst de VSNU de bal terug: “Een bezuiniging op overhead, zoals CDA en SP willen, zal dus niet zozeer resulteren in een efficiencyslag (want die is waar mogelijk al gemaakt), maar is een bezuiniging op onderwijs en onderzoek.”
Ook de hogescholen kijken ervan op dat deze partijen willen bezuinigen op het reguliere budget, naast allerlei investeringen op andere posten. “We zijn blij dat alle partijen willen investeren in onderwijs maar algemene budgetkortingen passen daar niet in”, stelt Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen.
Dankzij het studievoorschot (het afschaffen van de basisbeurs) komt er extra geld beschikbaar voor intensief en kleinschalig onderwijs. “De door een aantal partijen voorgestelde generieke bezuinigingen brengen dit in het gevaar”, zegt De Graaf. “Dat verontrust ons zeer.”
Afromen
Ook regeringspartij VVD leek zo’n algemene korting op het hoger onderwijs en onderzoek te bepleiten. In de CPB-doorrekening staat letterlijk dat de VVD tweehonderd miljoen euro ombuigt op de onderwijsbekostiging “met als doel het afromen van de stijging van de productiviteit in onderwijs en onderzoek”.
Maar dat is een vergissing, zegt de partij. “De afroming beperkt zich tot het primair en voortgezet onderwijs. Juist omdat we daar investeren in leraren. Per abuis lijkt het zo in de doorrekening alsof de ombuiging ook onderzoeksmiddelen raakt.”
De VVD wil onder meer extra geld besteden aan de beloning, begeleiding en bijscholing van leraren. Door deze investeringen – in combinatie met verdere digitalisering – kan de productiviteit van het onderwijs volgens de liberalen toenemen.
Door digitale leeromgevingen wordt het bijvoorbeeld makkelijker om cijfers te registreren en dan houden docenten tijd over. Door bijscholing kunnen ze beter overweg met digitale hulpmiddelen en makkelijker inspelen op verschillen tussen leerlingen in de klas: dat alles verhoogt de productiviteit.
En die verhoogde productiviteit wil de partij ‘afromen’. Dat gaat dus niet over het wetenschappelijk onderzoek of het hoger onderwijs.
Comments are closed.