‘De elementen van Euclides’ is al meer dan 2300 jaar een wiskundig standaardwerk. In 1847 vertaalde Oliver Byrne de klassieke bewijzen in plaatjes. Hij werd nauwelijks serieus genomen tot ontwerpers een eeuw later zijn werk roemden. Tijd dus voor een heruitgave.
Al eeuwen komt een groot deel van wat we op school leren over driehoeken, lijnen en cirkels uit ‘De elementen’. Bijvoorbeeld het hiernaast geïllustreerde feit dat tegenoverliggende hoeken gelijk aan elkaar zijn. Wiskundige, schrijver en ingenieur Oliver Byrne besloot rond 1847 om de werken van Euclides te vertalen in kleurrijke plaatjes. Hij hoopte zo de bewijzen te vereenvoudigen voor de gemiddelde lezer. In zijn inleiding schreef hij dat als de illustraties de studietijd niet verkortten, ze die dan tenminste aangenamer zou maken.
Byrne schreef een hele reeks boeken over wiskunde en techniek. Hij zocht steeds nieuwe didactische methoden om ingewikkelde dingen helder uit te leggen. Wiskundigen namen Byrne echter niet serieus. De invloedrijke Augustus De Morgen noemde hem een middelmatige wiskundige en Byrne werd algemeen gezien als een excentriekeling. Het is ook niet helemaal duidelijk hoe succesvol Byrnes boeken in zijn tijd waren. De laatste decennia werden Byrnes versie van ‘De elementen’ herontdekt door grafisch ontwerpers. Zij roemden de heldere lijnen en het kleurgebruik. Byrne werd gezien als een voorloper van Mondriaan en De Stijl. Originele uitgaven waren ineens vele duizenden euro’s waard. Daarom is het mooi dat Taschen nu een betaalbare heruitgave uitbrengt. Het boek is prachtig verzorgd, de elementaire kleuren komen goed tot hun recht op mooi, dik papier. In een apart bijgevoegd boekje schrijft historicus en wiskundige Werner Oechslin (in Frans, Engels en Duits) over de achtergronden bij het werk. Zijn essay is nogal academisch en vertelt helaas weinig over Byrne zelf.
De bewijzen van Byrne zijn niet allemaal helder en gemakkelijk te lezen. In zekere zin is hij dus niet geslaagd in zijn oorspronkelijke bedoeling. Maar zijn platen zijn zo mooi, dat zelfs de strengste wiskundige zal vallen voor de esthetiek ervan. Om over ontwerpers nog maar te zwijgen.
Oliver Byrne, Six Books Of Euclid, Werner Oechslin en Oliver Byrne, 464 pagina’s, Taschen, € 46,99
Voor zover bekend kreeg een enkele student een boete voor het reizen zonder geldige OV-kaart. Verder hielden alle conducteurs zich aan de instructie die ze van de Nederlandse Spoorwegen hadden gekregen: niet moeilijk doen.
Reden voor de vereiste souplesse is dat veel studenten nog geen geldig vervoersbewijs hebben. Sommigen kunnen hun nieuwe OV-chipkaart niet opladen, doordat de oplaadautomaten overbelast raakten en ermee ophielden. Anderen hebben de kaart überhaupt nog niet gekregen. Er zijn verhalen van studenten die al zes keer hun pasfoto hebben opgestuurd en nog altijd geen kaart hebben ontvangen.
Klagen over de gang van zaken valt niet mee. De speciale hulplijn van de vervoersbedrijven staat roodgloeiend en veel studenten komen er niet tussen. Bij de Landelijke Studenten Vakbond rinkelt ook de hele dag de telefoon, zegt voorzitter Gerard Oosterwijk.
Voor 1 februari moet alles in orde zijn. Volgens OCW heeft 97 procent van de studenten de kaart al in huis. Dat is een groot deel van de studenten, want de oude kaart werd voorheen door slechts 93 procent van de studenten opgehaald.
Wie nog geen OV-kaart heeft en bovendien geen oude kaart heeft, kan het best zijn bewijs van inschrijving meenemen en een brief van de IB-groep, adviseert Oosterwijk. “En loop eerst even naar de conducteur toe om het uit te leggen.”

Comments are closed.