De TU neemt maatregelen om het onderwijs en de dienstverlening voor buitenlandse studenten te verbeteren. Dit studiejaar geven alle faculteiten Engelstalige faculty guides uit, waarin de informatie over onderwijs, examens en studiefaciliteiten is gebundeld.
Nieuw is ook de sociale introductie voor buitenlandse studenten afgelopen en komend weekend en de begeleiding in groepen door student-mentoren.
De ombudsman van de TU signaleerde in zijn jaarverslag 2005 dat er nogal wat klachten van buitenlandse studenten bij hem binnenkomen (‘Buitenlanders voelen zich niet welkom aan TU’, Delta 26). Die hebben vooral betrekking op problemen met het Engelstalige onderwijs. “We zijn er nog niet”, geeft collegelid Paul Rullmann toe. “Het feit dat deze conflicten op ons afkomen, is een teken dat we meer en meer internationaal worden. Op zich is dat prachtig. Als we de problemen over drie jaar nog hebben, is er natuurlijk echt iets fout.”
“Al het masteronderwijs in Delft hoort in het Engels gegeven te worden, ongeacht de vraag hoeveel buitenlandse studenten er in de zaal zitten”, zegt Oras-fractielid Fleur van den Bosch. “Tot nu toe hebben wij slechts van enkele gevallen gehoord waarbij van die regel wordt afgeweken. Maar we gaan binnenkort met de ombudsman om tafel zitten om de klachten van buitenlandse studenten die hij in zijn jaarverslag analyseert, nader te bekijken.”
Bouwkundedocent dr.ir.Bernard Leupen (leerstoel woningbouw) is gewend les te geven aan groepen met veel buitenlandse studenten. Hij kan zich de frustraties van sommige buitenlandse studenten voorstellen. “Niet iedere docent heeft zijn Engels al voldoende bijgespijkerd. Vooral bij technische vakken als bouwtechniek heeft niet iedere docent een sterke affiniteit met taal. Maar ook sommige studenten . Nederlandse en buitenlandse – hebben moeite met colleges in het Engels.” Leupen is het er mee eens dat al het masteronderwijs in het Engels moet worden gegeven. “Maar zoiets is bijzonder lastig van bovenaf in te voeren.”
Ook Peter Hegi, mastercoördinator bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, erkent dat er op zijn faculteit wel eens een college in het Nederlands wordt gegeven. “Dat wordt steeds minder. Het gaat dan bijvoorbeeld om een docent die een jaar voor zijn pensioen geen zin meer heeft om op het Engels over te schakelen.”
Hegi begrijpt de klachten van de buitenlandse studenten. “Je betaalt achtduizend euro om in Delft Engelstalige colleges te volgen. Als dat dan af en toe in het Nederlands gebeurt, voel je je bekocht.”
Sommige docenten doen meer hun best om in goed Engels les te geven dan andere, weet Hegi. “Lang niet iedereen is enthousiast. De overschakeling was vrij plotseling en de kwaliteit van je colleges gaat achteruit: je mist nuances.” Hegi noemt overigens een curieus effect van het verplichte Engelstalige onderwijs: civielers die na hun studie voor Nederlandse bedrijven gaan werken, komen in de problemen omdat ze de Nederlandse vaktermen niet beheersen.
Dit studiejaar geven alle faculteiten Engelstalige faculty guides uit, waarin de informatie over onderwijs, examens en studiefaciliteiten is gebundeld. Nieuw is ook de sociale introductie voor buitenlandse studenten afgelopen en komend weekend en de begeleiding in groepen door student-mentoren.
De ombudsman van de TU signaleerde in zijn jaarverslag 2005 dat er nogal wat klachten van buitenlandse studenten bij hem binnenkomen (‘Buitenlanders voelen zich niet welkom aan TU’, Delta 26). Die hebben vooral betrekking op problemen met het Engelstalige onderwijs. “We zijn er nog niet”, geeft collegelid Paul Rullmann toe. “Het feit dat deze conflicten op ons afkomen, is een teken dat we meer en meer internationaal worden. Op zich is dat prachtig. Als we de problemen over drie jaar nog hebben, is er natuurlijk echt iets fout.”
“Al het masteronderwijs in Delft hoort in het Engels gegeven te worden, ongeacht de vraag hoeveel buitenlandse studenten er in de zaal zitten”, zegt Oras-fractielid Fleur van den Bosch. “Tot nu toe hebben wij slechts van enkele gevallen gehoord waarbij van die regel wordt afgeweken. Maar we gaan binnenkort met de ombudsman om tafel zitten om de klachten van buitenlandse studenten die hij in zijn jaarverslag analyseert, nader te bekijken.”
Bouwkundedocent dr.ir.Bernard Leupen (leerstoel woningbouw) is gewend les te geven aan groepen met veel buitenlandse studenten. Hij kan zich de frustraties van sommige buitenlandse studenten voorstellen. “Niet iedere docent heeft zijn Engels al voldoende bijgespijkerd. Vooral bij technische vakken als bouwtechniek heeft niet iedere docent een sterke affiniteit met taal. Maar ook sommige studenten . Nederlandse en buitenlandse – hebben moeite met colleges in het Engels.” Leupen is het er mee eens dat al het masteronderwijs in het Engels moet worden gegeven. “Maar zoiets is bijzonder lastig van bovenaf in te voeren.”
Ook Peter Hegi, mastercoördinator bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, erkent dat er op zijn faculteit wel eens een college in het Nederlands wordt gegeven. “Dat wordt steeds minder. Het gaat dan bijvoorbeeld om een docent die een jaar voor zijn pensioen geen zin meer heeft om op het Engels over te schakelen.”
Hegi begrijpt de klachten van de buitenlandse studenten. “Je betaalt achtduizend euro om in Delft Engelstalige colleges te volgen. Als dat dan af en toe in het Nederlands gebeurt, voel je je bekocht.”
Sommige docenten doen meer hun best om in goed Engels les te geven dan andere, weet Hegi. “Lang niet iedereen is enthousiast. De overschakeling was vrij plotseling en de kwaliteit van je colleges gaat achteruit: je mist nuances.” Hegi noemt overigens een curieus effect van het verplichte Engelstalige onderwijs: civielers die na hun studie voor Nederlandse bedrijven gaan werken, komen in de problemen omdat ze de Nederlandse vaktermen niet beheersen.

Comments are closed.