Pas afgestudeerde bèta’s en technici vertrekken vaker naar het buitenland dan alfa’s en gamma’s. Ook halen ze hogere cijfers en zijn ze gemiddeld meer dan een half jaar jonger als ze hun masterdiploma halen.
Dat blijkt uit een essay in een vorige week verschenen bundel van het Platform Bètatechniek.
Studenten met een universitaire bèta- of techniekopleiding halen gemiddeld een 7,37 als eindcijfer en zijn 26,4 jaar oud. Afgestudeerden met een alfa- of gamma-achtergrond doen ruim een half jaar langer over hun opleiding en hebben gemiddeld een 7,23 op hun eindlijst. Zes procent van de bèta’s overweegt na zijn afstuderen te verkassen naar het buitenland, tegen maar drie procent van de rest.
Dat heeft volgens de auteurs van het essay onder meer te maken met het aandeel hoger getalenteerden die de masterfase afronden met een 8 tot een 8,5. Met achttien procent is dit aandeel vier procent hoger dan bij niet-bèta’s. De migratiekans wordt hoger naarmate iemand meer talent heeft, en dus zullen relatief meer bèta’s kiezen voor een loopbaan in het buitenland. Daarnaast leidt het grote aandeel mannen onder de bèta- en techniekstudenten – zeventig procent – tot een grotere migratiekans. In de niet-bètahoek is zestig procent van de afgestudeerden vrouw en die blijken minder reislustig.
Volgens Frank Cörvers, één van de auteurs van het artikel en onderzoeker bij het Maastrichtse Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, speelt ook het internationale karakter van de bèta- en techniekstudie een rol. “Voor iemand die Nederlands of rechten heeft gestudeerd is het lastiger om in het buitenland aan de slag te gaan”, reageert hij desgevraagd. (HOP)
Ook halen ze hogere cijfers en zijn ze gemiddeld meer dan een half jaar jonger als ze hun masterdiploma halen. Dat blijkt uit een essay in een vorige week verschenen bundel van het Platform Bètatechniek.
Studenten met een universitaire bèta- of techniekopleiding halen gemiddeld een 7,37 als eindcijfer en zijn 26,4 jaar oud. Afgestudeerden met een alfa- of gamma-achtergrond doen ruim een half jaar langer over hun opleiding en hebben gemiddeld een 7,23 op hun eindlijst. Zes procent van de bèta’s overweegt na zijn afstuderen te verkassen naar het buitenland, tegen maar drie procent van de rest.
Dat heeft volgens de auteurs van het essay onder meer te maken met het aandeel hoger getalenteerden die de masterfase afronden met een 8 tot een 8,5. Met achttien procent is dit aandeel vier procent hoger dan bij niet-bèta’s. De migratiekans wordt hoger naarmate iemand meer talent heeft, en dus zullen relatief meer bèta’s kiezen voor een loopbaan in het buitenland. Daarnaast leidt het grote aandeel mannen onder de bèta- en techniekstudenten – zeventig procent – tot een grotere migratiekans. In de niet-bètahoek is zestig procent van de afgestudeerden vrouw en die blijken minder reislustig.
Volgens Frank Cörvers, één van de auteurs van het artikel en onderzoeker bij het Maastrichtse Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, speelt ook het internationale karakter van de bèta- en techniekstudie een rol. “Voor iemand die Nederlands of rechten heeft gestudeerd is het lastiger om in het buitenland aan de slag te gaan”, reageert hij desgevraagd. (HOP)
Comments are closed.